Operation Manual

N.B.: De controlelamp vierwielaandrijving
lage gearing 4L en de controlelamp
vierwielaandrijving branden wanneer de
keuzehendel in de stand 4L staat. Zie
Waarschuwings- en indicatielampen
(bladzijde 61).
Gebruik deze stand voor zware
terreinomstandigheden, zoals steile
hellingen en afdalingen.
Gebruik deze stand ook wanneer u met
lage snelheid moet manoeuvreren, zoals
het keren van een aanhanger of het rijden
over een rivierbedding met zwerfkeien.
Schakelen tussen 2H en 4H
N.B.: Tijdens schakelen naar 2H worden
alle functies voor de stabiliteitsregeling
(ESP) opnieuw geactiveerd.
Dit kan plaatsvinden bij een
voertuigsnelheid van maximaal 110 km/u
(68 mijl/u), maar alleen met het
gaspedaal losgelaten. Tijdens het
schakelen knippert de controlelamp.
Schakelen tussen 2H en 4L
N.B.: Tijdens schakelen naar 4L worden de
aandrijfregeling van de motor en de
stabiliteitsregeling van de aanhanger
gedeactiveerd. Daalsnelheidsregeling,
hellingstart en aandrijfslipregeling met
rembeïnvloeding blijven actief.
N.B.: Tijdens schakelen naar 2H worden
alle functies voor de stabiliteitsregeling
(ESP) opnieuw geactiveerd.
1. Breng de auto tot stilstand wanneer dit
veilig kan.
2. Trap het koppelingspedaal volledig in
(handgeschakelde versnellingsbak).
3. Zet de keuzehendel in de neutraal
stand (N) (automatische transmissie).
4. Verplaats de keuzehendel vanuit 2H in
4L of van 4L in 2H.
Tijdens het schakelen knippert de
controlelamp. Als de controlelamp blijft
knipperen, controleer dan of aan de
bovenstaande voorwaarden is voldaan.
Schakelen tussen 4H en 4L
N.B.: Tijdens schakelen naar 4L worden de
aandrijfregeling van de motor en de
stabiliteitsregeling van de aanhanger
gedeactiveerd. Daalsnelheidsregeling,
hellingstart en aandrijfslipregeling met
rembeïnvloeding blijven actief.
1. Breng de auto tot stilstand wanneer dit
veilig kan.
2. Trap het koppelingspedaal volledig in
(handgeschakelde versnellingsbak).
3. Zet de keuzehendel in de neutraal
stand (N) (automatische transmissie).
4. Verplaats de keuzehendel vanuit 4H in
4L of van 4L in 4H.
Tijdens het schakelen knippert de
controlelamp. Als de controlelamp blijft
knipperen, controleer dan of aan de
bovenstaande voorwaarden is voldaan.
ELEKTRONISCH
SPERDIFFERENTIEEL
WAARSCHUWING
Er mag niet met de auto met
geactiveerd systeem worden
gereden op verharde wegen. Gebeurt
dit wel, dan kan dit leiden tot overmatig
bandengeluid en -slijtage. Het systeem is
bedoeld voor constant gladde of losse
wegdekken.
Het systeem vergrendelt de linker en
rechter delen van de achteras samen om
een solide aangedreven as te vormen,
zodat de achterwieltractie onder bepaalde
omstandigheden de toeneemt.
101
Ranger (TKE) Vehicles Built From: 03-12-2012, Vehicles Built Up To: 31-12-2013
Versnellingsbak/transmissie