Operation Manual

METERS
ToerentellerA
BrandstofpeilmeterB
KoelvloeistoftemperatuurmeterC
SnelheidsmeterD
Regelknop
instrumentenverlichting
E
InformatiedisplayF
Selecteer- en terugsteltoets
boordcomputerdisplay
G
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de temperatuur van de koelvloeistof
aan. Bij normale bedrijfstemperatuur blijft
de naald in het centrale gedeelte.
LET OP
Start de motor niet voordat de
oorzaak voor de oververhitting is
verholpen.
Wanneer de wijzer in het rode gebied komt,
is de motor oververhit. Zet de motor af, zet
het contact af en stel de oorzaak vast
zodra de motor is afgekoeld. Zie
Motorkoelvloeistof controleren
(bladzijde 159).
Brandstofpeilmeter
De pijl naast het symbool van de pomp
duidt aan aan welke zijde zich de klep van
de brandstofvulopening bevindt.
WAARSCHUWINGS- EN
INDICATIELAMPEN
Nadat het contact is aangezet, lichten de
volgende waarschuwings- en
controlelampen zo nodig even op ter
bevestiging dat het systeem operationeel
is:
Waarschuwingslampje ABS
Controlelamp startblokkering
Controlelamp remsysteem
Waarschuwingslamp laadstroom
Waarschuwingslampje airbag
Waarschuwingslamp laag
brandstofniveau
Controlelamp Elektronisch Stabiliteits
Programma (ESP)
Controlelamp oliedruk
Controlelamp olie verversen (alleen
dieselmotor)
Controlelampen motor
Controlelamp vierwielaandrijving
Controlelamp vierwielaandrijving lage
gearing (4L)
Controlelamp elektronisch
sperdifferentieel (ELD)
Controlelamp water in brandstof
(alleen diesel)
Controlelamp vloeistofpeil
ruitensproeier
DPF (dieselroetfilter)
Controlelamp gevaar voor
ijsvorming/opvriezen
61
Ranger (TKE) Vehicles Built From: 03-12-2012, Vehicles Built Up To: 31-12-2013
Instrumentenpaneel