FORD GALAXY / S-MAX Korte beschrijving
De informatie in deze publicatie was correct ten tijde van het ter perse gaan. In het belang van de continue productontwikkeling behouden we ons het recht voor om specificaties, ontwerp en uitrusting op ieder moment zonder aankondiging of verplichting te wijzigen. Niets uit deze uitgave mag in enigerlei vorm en door enig middel gereproduceerd, verzonden of in een oproepsysteem opgeslagen of in een andere taal vertaald worden zonder onze schriftelijke toestemming. Fouten of omissies uitgesloten.
Deze snelreferentiegids moet samen met de Handleiding worden gelezen. OVER DEZE SNELREFERENTIEGIDS WAARSCHUWING Hartelijk dank voor het kiezen van een Ford. We raden aan de tijd te nemen om uw auto beter te leren kennen door deze snelreferentiegids te lezen, waarin enkele belangrijke aspecten van de Handleiding van uw auto worden samengevat. Hoe meer u van uw auto afweet, des te beter kunt u ermee omgaan en dat komt de veiligheid en het rijplezier ten goede.
Overzicht instrumentenpaneel - stuur rechts N E75798 M P K L I O J Q H W C D V U E T F S G B A R A Lichtschakelaar. B Luchtroosters. C Richtingaanwijzers. Bedieningstoetsen telefoon. Bedieningstoetsen spraakbesturing. Bedieningstoetsen waarschuwingssysteem verlaten rijstrook. D Bediening audiosysteem. A Instrumentengroep. F Toetsen van het informatiedisplay. G Ruitenwisserschakelaar. H Audio- of navigatiesysteem.
M Opbergvak. N Schakelaars voor- en achterruitverwarming. O Toetsen van klimaatregeling. P Aansteker. Q Startknop. R Contactslot. S Schakelaars snelheidsregeling (cruise control) en snelheidsbegrenzer. Schakelaars adaptieve snelheidsregeling (ACC). Schakelaars snelheidsbegrenzer. T Hendel verstelling stuurkolom. U Knieairbag aan bestuurderszijde. V Claxon. W Schakelaars snelheidsregeling (cruise control) en snelheidsbegrenzer. Schakelaars adaptieve snelheidsregeling (ACC).
1. Trek de veiligheidsgordel gelijkmatig uit. De veiligheidsgordel kan blokkeren wanneer deze te snel wordt uitgetrokken of wanneer de auto op een helling staat. 2. Steek de kleinere slottong in het zwarte gordelslot aan de rechterzijde van de middelste stoel. 3. Trek vervolgens de grotere slottong over de heup en steek hem in het gordelslot links van de middelste stoel.
Portieren met de sleutelbaard vergrendelen en ontgrendelen RUITENWISSERBLADEN VERVANGEN WAARSCHUWING Raadpleeg de Handleiding van uw auto voor alle waarschuwingen en opmerkingen. 2 1 Voorruitwisserbladen LET OP Zet om de ruitenwisserbladen te vervangen de voorruitwissers in de onderhoudsstand. 1 E87964 1. Verwijder voorzichtig de kapje. 2. Verwijder de sleutelbaard en steek hem in het slot.
Het systeem handmatig onderbreken Het systeem schakelt automatisch grootlicht in indien het voldoende donker is en er geen ander verkeer is. Indien het system de koplampen of achterlichten van een naderend voertuig waarneemt, of de straatverlichting vóór de auto, schakelt het systeem het grootlicht uit voordat het andere weggebruikers kan verblinden.
ELEKTRISCH VERSTELBARE BUITENSPIEGELS MONITOR DODE HOEK WAARSCHUWING Raadpleeg de Handleiding van uw auto voor alle waarschuwingen en opmerkingen. A Informatiesysteem dode hoek (BLIS) C Het systeem is een comfortfunctie die de bestuurder helpt bij het registreren van auto's die de blinde hoek zijn binnengereden (A). Het systeem geeft tijdens het rijden een waarschuwing af wanneer bepaalde auto's de blinde hoek binnenrijden.
Systeem in- en uitschakelen Aanbevolen instellingen voor verwarming Het systeem kan worden in- en uitgeschakeld met behulp van de informatiedisplay. HANDMATIGE KLIMAATREGELING E131535 Interieur snel afkoelen Open de luchtroosters in het midden en aan de zijkant. Richt de luchtroosters aan de zijkant op de zijruiten Voorruit ontdooien en ontwasemen N.B.: Schakel de airconditioning in voor hulp bij voorruit- en zijruitontdooiing. E71381 Interieur snel verwarmen N.B.
Starten op afstand N.B.: Zet de verwarmingsregeling op maximale verwarming voor hulp bij voorruiten zijruitontdooiing. A C B E114360 D E131606 A Wisselen tussen de mono modus aan en uit B Voorruit ontdooien en ontwasemen C Gerecirculeerde lucht D Airconditioning AAN en UIT Starten Houd de afstandsbediening met de antenne naar boven gericht en druk minimaal 2 seconden op de toets ON.
N.B.: De procedure voor opnieuw leren moet maximaal 30 seconden na het inschakelen van het contact worden gestart. GEHEUGENFUNCTIE WAARSCHUWINGEN Controleer voordat u het stoelgeheugen activeert, of de onmiddellijke omgeving van de stoel vrij is van belemmeringen en dat de inzittenden niet met bewegende delen in aanraking kunnen komen. Volg de volgende procedure voor opnieuw leren als het scherm niet correct opent of sluit: A Gebruik de geheugenfunctie niet tijdens het rijden. A B E125146 1.
Actieve instelling 2. Bedien de schakelaar stoelverstelling om de stoel in de gewenste richting te bewegen tot deze stopt. Er is een klikgeluid hoorbaar. 3. Laat de schakelaar stoelverstelling los en houd de schakelaar direct daarna minstens 3 seconden in dezelfde richting gedrukt. Houd de schakelaar ingedrukt tot de stoel stopt bij de mechanische aanslag van de verstelrichting. Er is een klikgeluid hoorbaar. 4. Laat de schakelaar stoelverstelling los. 5.
3. Druk de startknop in. N.B.: Het systeem is standaard ingeschakeld. Druk op de schakelaar in het instrumentenpaneel om het systeem uit te schakelen. Het systeem wordt alleen gedeactiveerd gedurende de huidige contactcyclus. Druk nogmaals op de schakelaar om het systeem in te schakelen. Motor starten bij uitvoeringen met handgeschakelde versnellingsbak N.B.: Door tijdens het starten het koppelingspedaal op te laten komen, wordt de startmotor uitgeschakeld maar blijft het contact aan. 1.
Type 1 TANKKLEP WAARSCHUWING E121813 A B A Schakelen B Anticipatie C Efficiënte snelheid Raadpleeg uw eigen Handleiding voor alle waarschuwingen en informatie onder "Let op". C Type 2 en 3 De relevante informatie wordt in het informatiedisplay weergegeven. Schakelen E86613 Door de hoogst mogelijke versnelling voor de betreffende rijomstandigheden te gebruiken, verbetert het brandstofverbruik. Druk op de klep om deze te openen. Open de klep volledig tot hij vergrendelt.
Handmatig uitschakelen N.B.: Om de EPB uit te schakelen moet de contactsleutel in de stand II staan. E119081 Til het vulpistool licht op om het te verwijderen. E70529 BRANDSTOFVERBRUIK Houd het rempedaal ingedrukt en druk de schakelaar in. Controleer de bandenspanningen regelmatig voor een optimaal brandstofverbruik. Automatisch loszetten - loszetten bij het wegrijden (DAR) N.B.
N.B.: De sensoren aan de voor- en achterzijde worden altijd samen in- of uitgeschakeld. De parkeerhulp is standaard uitgeschakeld. Druk de schakelaar op het instrumentenpaneel in of schakel de achteruit in om de parkeerhulp in te schakelen. E131358 De statusbalk verloopt van links naar rechts met het afnemen van het berekende alertheidsniveau. Wanneer de parkeerhulp is ingeschakeld, brandt het lampje in de schakelaar. Druk nogmaals op de schakelaar om de functie uit te schakelen.
WAARSCHUWING RIJDEN BUITEN BAAN GEBRUIKEN • Het systeem in- en uitschakelen • • A • • • B E131360 A Systeem aan B Systeem uit Het is mogelijk dat rijstrookmarkeringen op de weg niet door de sensor worden gedetecteerd. De richtingaanwijzer voor die zijde van de auto is ingeschakeld. Tijdens hard accelereren of remmen of indien scherp wordt ingestuurd. De voertuigsnelheid ligt buiten de bedrijfslimieten. Bij tussenkomst van het ABS of de stabiliteitsregeling (ESP). Smalle rijstrookbreedte.