Operation Manual

Gebruik van de oven
Bij de eerste inwerkingstelling van de oven moet u hem eerst
circa 30 minuten lang op het maximumvermogen verwarmen om
alle van de interne elementen afkomstige luchtjes en dampen te
elimineren.
Manuele ontsteking van de brander
Open de ovendeur en houd een brandende lucifer bij de centrale
opening A van de bodem van de oven.
Draai de bijbehorende knop linksom en zet de wijzer op het
maximum.
Brander met thermokoppel voor de beveiliging
Als de brander met een thermokoppel is uitgerust moet u na de
ontsteking van de brander de betreffende knop nog zon 10
seconden lang ingedrukt houden om de veiligheidsklep in werking
te laten treden. Als de vlam mocht doven nadat u de knop heeft
losgelaten moet u de hierboven beschreven procedure herhalen.
Na te hebben gecontroleerd of de brander goed is ontstoken moet
u de ovendeur zachtjes sluiten.
Om de gewenste temperatuur te bereiken volstaat het om de
wijzer van de knop op het verkozen nummer te zetten.
Wacht tenminste 15 min., tot de gewenste temperatuur is bereikt,
alvorens het voedsel in de oven te doen. Ter oriëntatie beelden
wij hier een kooktabel (TAB. A) af.
Fig. 5
Dit zijn zeer belangrijke regels en het negeren ervan zal leiden
tot een grote verspilling van warmte en dus energie. De niet
opgenomen warmte zal zich daarnaast verspreiden over de plaat,
de lijst en ook het meubel.
Gebruik van de kookplaat
Tijdens de eerste periode van gebruik van de kookplaat kan een
scherpe of brandlucht worden geroken die na enkele malen van
gebruik zal verdwijnen.
Iedere kookzone van de plaat heeft een eigen schakelaar op het
bedieningspaneel voor de instelling van de verschillende
temperatuurgammas. Voor een normaal gebruik moet u de pan
op de gewenste zone op de plaat zetten en de knop in de stand
van het maximumvermogen zetten. Een controlelampje op het
bedieningspaneel geeft aan of de zone is in- of uitgeschakeld.
Sommige kookplaten hebben een controlelampje aan de voorkant
tussen de twee kookzones dat gaat branden zodra één of meer
verwarmingszones warmer wordt dan circa 60°C. Het
controlelampje zal uitgaan als de temperatuur van de kookzones
tot onder circa 60°C is gezakt.
Na enkele minuten, als het kookpunt is bereikt, kunt u de knop
afhankelijk van de hoeveelheid in een lagere stand zetten om
verder te koken en te voorkomen dat de pan overkookt en er
elektrische energie wordt verspild.
Belangrijk
Bij gebruik van een glaskeramische kookplaat moet u bijzonder
goed opletten en vooral kinderen goed in de gaten houden.
Let op
Het kookoppervlak is erg sterk, maar zeker niet onbreekbaar en
kan worden beschadigd als er puntige of harde voorwerpen met
een zekere kracht op vallen.
Als er in het kookoppervlak breuken, barsten of scheuren
worden geconstateerd moet u het gebruik van de plaat
onmiddellijk onderbreken en de Servicedienst waarschuwen.
REFERENTIETABEL
Uitsluitend ter oriëntatie geven wij de kookstanden die
afhankelijk zijn van de hoeveelheid en de aard van het voedsel.
typepapier trekken. Goede waarden zijn; 5-10 strookjes papier
voor geëmailleerd metalen pannen en 2-5 strookjes voor stalen
pannen (hoe groter de bodemdiameter, des te meer strookjes er
tussen zullen passen).
GEBRUIK VAN DE GASOVEN
Fig. 8
1
8
= GESLOTEN
= MINIMUM
= MAXIMUM
= GRILL
Fig. 6
0 Uit
1 Zwak Voor het smelten van boter, chocolade, enz. Voor het opwarmen
van kleine hoeveelheden vloeistof.
2 Zacht Voor het opwarmen van grotere hoeveelheden vloeistof. Voor
het klaarmaken van crèmes en sauzen die lang moeten koken.
3 Langzaam V oor het ontdooien van diepvriesproducten en het klaarmaken
van ragoûts, het koken op de kooktemperatuur, voor het
braden van delicaat vlees en vis.
4 Matig Voor het koken van levensmiddelen die aan de kook moeten
worden gebracht, voor het braden van delicaat vlees en vis.
5 Krachtig Voor het braden van koteletten en grote stukken kookvlees
6 Intens Voor het aan de kook brengen van grote hoeveelheden water,
om te bakken.
Pos. Warmtegraad Soorten gerechten
Fig. 9
Stand Knop Temp. in °C
1 140 °C
2 150 °C
3 160 °C
4 170 °C
5 190 °C
6 210 °C
7 230 °C
8 250 °C
TAB. A
VOEDSEL
TEMP. °C
VOEDSEL
TEMP. °C
VLEES GEBAK
VARKENSGEBRAAD 185-210 VRUCHTENGEBAK
220
GEBRADEN RUNDVLEES
250
MARGHERITA TAART
190
GEBRADEN OSSEVLEES
220
CROISSANTS
175
KALFSGEBRAAD
220
CAKE
235
GEBRADEN LAMSVLEES
230
KRANSJES
190
ROSBIEF
235 F
GESUIKERDE 200
BLADERDEEG-GERECHTEN
200
GEBRADEN HAAS
235
KRENTENBROOD
180
GEBRADEN KONIJN
220
APPELGEBAK
200
GEBRADEN KALKOEN
235
LANGE VINGERS
200
GEBRADEN GANS
225
APPELBEIGNETS
200
GEBRADEN EEND
235
LANGE VINGER PUDDING
200
GEBRADEN HAANTJE 200-225 TOAST 2 50
VIS 220-225 BROOD 2 30
NL
Fig. 7
A
1
2
8
3
4
5
6
7
1
2
8
3
4
5
6
7
4