User manual

12
GEBRUIK
Ingebruikname
Steek de steker in de wandkontaktdoos.
Open de deur en draai de thermostaatknop,
rechtsom uit de stand «O» (STOP-stand).
De koelkast is nu in werking.
Temperatuurinstelling
De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan
verhoogd worden (minder koud) door de knop naar
een lager cijfer te draaien of verlaagd worden
(kouder) door de knop naar een hoger cijfer te
draaien. Bij het instellen van de juiste stand dient u
er rekening mee te houden dat de temperatuur in
het apparaat afhankelijk is van:
de kamertemperatuur;
de frekwentie waarmee de deuren geopend worden;
de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
de plaats van het apparaat.
Wij adviseren u de knop aanvankelijk op de midden-stand
te draaien.
De werking van de kast kan geheel gestopt worden
door de knop in de stand «O» te draaien.
Attentie
Het kan voorkomen dat, indien de thermostaatknop in de
koudste stand gedraaid is, bijvoorbeeld ten gevolge van
zeer warme omgevingstemperatuur of het snel willen
koelen van grote hoeveelheden dranken, de kompressor
kontinu loopt, waardoor automatische ontdooiing van de
koelverdamper niet plaatsvindt en zich daarop ijs afzet.
Draai, in dat geval, de thermostaatknop naar een wat
minder koude stand, zodat automatische ontdooing kan
plaatsvinden; hierdoor spaart u tevens energie.
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte
adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in
acht te nemen:
Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken
in de koelruimte;
dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij
eromheen kan cirkuleren.
Enkele praktische tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de
glazen plaat boven de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed
afgedekt, op elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de
groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht
te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard of in
plastic- of alluminiumfolie vepakt .
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het
flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen,
uien of knoflook niet in de koelkast.
De indeling van de koeler
De rekken zijn naar verschillende hoogten
verplaatsbaar. Trek ze daartoe een stukje naar
voren en kantel ze omlaag.
Fig. 4
Deurvakken
Voor het verplaatsen of het schoonmaken kunnen de
deurvakken uit de deur genomen worden; dit doet u
door ze omhoog te drukken (zie Fig. 5).
Fig. 5
D040
D057