User manual

6
Bedienen van het apparaat
In gebruik nemen
Steek de stekker in het stopcontact.
Draai de temperatuurregelaar op stand SUPER (zie
afb.) en laat hem minstens 4 uur op deze stand staan.
Draai de temperatuurregelaar dan op stand
NORMAL. De temperatuur is nu laag genoeg om
diepvriesproducten te bewaren.
Temperatuur instellen
De thermostaat zorgt er automatisch voor dat de
ingestelde temperatuur wordt aangehouden en
schakelt regelmatig het apparaat kortere of langere
tijd uit.
U kunt de temperatuurregelaar op de gewenste stand
draaien. Hoe meer u de regelaar rechtsom draait, hoe
intensiever er gekoeld wordt.
In het apparaat wordt een temperatuur van -18 °C of
kouder bereikt, als u de temperatuurregelaar op stand
NORMAL instelt (zie afb.).
Als u de temperatuurregelaar uitschakelt (stand
STOP), dan onderbreekt u de werking van de
compressor d.w.z. het apparaat koelt niet meer.
De temperatuur in de vriezer is niet alleen afhankelijk
van de instelling van de temperatuurregelaar, maar
ook van de omgevingstemperatuur, vaak openen van
de deur, de hoeveelheid levensmiddelen enz.
Op de hoogste stand (bijv. tijdens een hittegolf)
werkt de compressor continu. Dit heeft geen
negatieve invloed op het functioneren van het
apparaat.
Invriezen
Het invriezen van verse levensmiddelen dient altijd
goed voorbereid te worden.
Draai voordat u gaat invriezen de temperatuurregelaar
op stand SUPER. Doe dat bij kleine hoeveelheden 4
uur van te voren, bij grote hoeveelheden 24 uur van te
voren. De compressor werkt dan continu om de
noodzakelijke temperatuur voor invriezen te bereiken.
Zet de levensmiddelen in het apparaat en laat het
ongeveer 24 uur op de snelvriesstand staan.
Zet na het invriezen de temperatuurregelaar weer op
stand NORMAL.