Operation Manual

FRITZ!WLAN Repeater N/G
3
3
Frequentiebanden
2.3 Frequentiebanden
WLAN maakt gebruik van de frequentiebanden rond 2,4 GHz in
de ISM band of, de frequentieband rond 5 GHz.
2,4-GHz frequentie
band
Om met elkaar te kunnen communiceren, moeten de
FRITZ!WLAN Repeater en het WLAN toegangspunt op
dezelfde frequentieband zijn ingesteld.
Op de 2,4-GHz frequentieband werkt WLAN op dezelfde
manier als Bluetooth, magnetrons en verschillende andere
apparaten zoals sommige draadloze telefoons, speelgoed met
radiografische besturing, openers voor garagedeuren en
videozenders met kort bereik. Dit betekent dat er
interferentie kan ontstaan wanneer er in de directe omgeving
van het WLAN gebruik wordt gemaakt van dergelijke
apparatuur. Over het algemeen zijn de negatieve invloeden
beperkt tot een lagere communicatiesnelheid. Verbroken
verbindingen en gegevensverlies komen zelden voor.
WLAN op de 5-GHz frequentieband heeft minder last van
interferentie omdat deze band minder vaak wordt gebruikt.
Op de 2,4-GHz frequentieband hebben de Europese
autoriteiten 13 kanalen toegewezen aan WLAN gebruik.
Een kanaal heeft een bandbreedte van 20 MHz
(communicatiesnelheid tot 130 Mbit/sec.) of 40 MHz
(communicatiesnelheid tot 300 Mbit/sec.)
Direct naast elkaar gelegen kanalen in de 2.4 GHz band
kunnen overlappen en elkaar storen. Wanneer er bijvoorbeeld
verschillende WLAN netwerken naast elkaar worden gebruik
op de 2,4-GHz band met een bandbreedte van 20 MHz, moet
er een afstand van tenminste 5 kanalen tussen de gebruikte
kanalen worden aangehouden. Dit betekent dat wanneer
kanaal 1 is gebruikt voor het ene WLAN, de kanalen 6 tot en
met 13 kunnen worden gebruikt voor een ander WLAN.
Hierdoor wordt de minimale afstand tussen de kanalen
gewaarborgd.
Wanneer uw WLAN toegangspunt is uitgerust met een
autochannel functie, kunt u automatisch laten zoeken naar
een WLAN kanaal binnen het bereik dat zo min mogelijk last
heeft van interferentie.