Bedieningsvoorschrift CASSETTEMODEL AIRCONDITIONER airconditioner AUYG12LVL • AUYG14LVL • AUYG18LVL condensingunit AOYG12LALL • AOYG14LALL • AOYG18LALL 3602 Invertermodel P/N9374379422-02 MIDDENWEG 515, HEERHUGOWAARD TEL. 072-5723150, WWW.BEERSKLIMAAT.
Inhoudsopgave 1. Voorzorgsmaatregelen 3 2. Benaming en functie van onderdelen 4 3. Voorbereiding 6 4. Instellen van de functies 7 5. Timerfunctie 9 6. Filterlampje uitschakelen 13 7. Zelfdiagnose 13 8. Instellen luchtuitblaasrichting 14 9. Swingfunctie 14 10. Benaming en functie van onderdelen infra-rood afstandsbediening 15 11. Voorbereiding 16 12. Instellen van de functies 17 13. Timerfunctie 19 14. Slaapfunctie 21 15. Slaapfunctie 21 16. Manual Auto functie 22 17.
1. Voorzorgsmaatregelen • Lees voor het gebruik van deze airconditioner het bedieningsvoorschrift zorgvuldig door. Werk volgens de aanwijzingen. • De instructies in deze alinea hebben betrekking op de veiligheid. Houd bij het gebruik van de airconditioner rekening met de veiligheidsvoorschriften. Veiligheidsvoorschriften GEVAAR! • Probeer niet deze airconditioner zelf te installeren. • Geen van de onderdelen van deze unit kunnen door de gebruiker worden gerepareerd.
2. Benaming en functie van onderdelen Binnenunit 1. 2. 3. 4. 5. 6. Luchtfilter (in het inlaatrooster) Luchtrichting lamellen Luchtinlaatrooster) Bedieningspaneel Ontvanger signaal afstandsbediening Manual Auto toets • Als de Manual Auto toets langer dan 10 seconden wordt ingedrukt, wordt de geforceerde koelfunctie gestart. • De geforceerde koelfunctie wordt tijdens de installatie gebruikt en is alleen bedoeld voor service personeel.
2. Benaming en functie van onderdelen Afstandsbediening met draad 19 18 17 16 20 21 15 1 3 4 13 12 5 2 6 7 8 9 10 11 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. AAN/UIT toets Temperatuurinsteltoetsen Functie-insteltoets (MASTER CONTROL) Luchtsnelheid toets Energiebesparende toets (ECONOMY) TIMER-functie toets (CLOCK ADJUST) DAY/DAY OFF toets SET BACK toets Tijd instel toets DELETE toets Insteltoets (SET) Verticale luchtrichting en Swing toets (n.v.t.) Horizontale luchtrichting en Swing toets (n.v.t.
3. Voorbereiding Instellen van de tijd 1. Druk langer dan twee seconden op de TIMER-functie toets (CLOCK ADJUST) 2. Druk op de DAY/DAY OFF toets en selecteer de de huidige dag. Er verschijnt een geselecteerde dag. 1 rond de 2 SU MO TU WE TH FR SA 3. Druk op de tijdinstel toetsen om de juiste tijd in te stellen. Door kort in te drukken verspringt de tijd per minuut. Bij langdurig ingedrukt houden verspring de tijd per 10 minuten. 4.
4. Instellen van de functies Inschakelen van de airconditioner Druk op de START/STOP-toets. OPERATION-lampje Airconditoner AAN: lampje brandt Airconditioner UIT: lampje is uit Instellen van de gewenste functie Druk op de functie insteltoets (MASTER CONTROL) om de gewenste functie te selecteren. In de ontvochtigingsfunctie (DRY) staat de luchtsnelheid op AUTO. AUTO COOL DRY FAN HEAT Instellen van de temperatuur Druk op de temperatuur insteltoetsen om de gewenste temperatuur in te stellen.
Instellen van de energiebesparende functie Druk op de ECONOMY toets om de energiebesparende functie te starten. Nogmaals indruken schakelt de functie weer uit. Kijk op pagina ... voor meer informatie. Instellen van de thermometer-sensor Druk op de ECONOMY toets om de ruimtetemperatuur te meten via de adfstandsbediening of via de airconditioner zelf. Als het -symbool zichtbaar is op de display, wordt de temperatuur gemeten door de afstandsbediening. Binnenunit N.B.
5. Timerfunctie Timerfuncties OFF TIMER. Gebruik deze timerfunctie om de airconditoner na een vooraf ingestelde periode te laten stoppen. Deze functie kan tot 24 uur vooruit worden ingesteld. ON TIMER. Gebruik deze timerfunctie om de airconditioner na een vooraf ingestelde periode in te schakelen. Deze functie kan tot 24 uur vooruit worden ingesteld. WEEK TIMER. Gebruik deze functie om inschakeltijden voor elke dag van de week in te stellen.
Programmeren van de WEEK TIMER 1. Druk op de TIMER MODE toets om de weektimer te selecteren. 2. Druk langer dan 2 seconden op de SET-toets 1 2 SU MO TU WE TH FR SA 3 6 9 12 15 18 21 5 3. Druk op de DAY-toets om de dag van de week te selecteren. Iedere keer als de toets wordt ingedrukt, verandert de functie in de onderstaande volgorde: 3 ALL SU MO TU WE TH FR SA 2 1 SU MO TU WE TH FR SA Druk op de SET-toets om deze instelling vast te leggen.
Bijzonderheden timerfunctie • De insteltijden zijn in stappen van 30 minuten te bepalen * De OFF tijd kan op de volgende dag worden gezet. * De ON TIMER en OFF TIMER functies kunnen niet tegelijk met de WEEK timer worden gebruikt. Er moeten altijd eenON en een OFF tijd worden ingesteld. Gebruik van de WEEK TIMER Als de week timer is geselecteerd, start de airconditioner automatisch. De in- en uitschakeltijden zijn zichtbaar in de display. SU MO TU WE TH FR SA 3 6 9 12 15 18 21 3 6 9 12 15 18 21 ex.
• De DAY OFF instelling is alleen beschikbaar voor dagen waarvoor reeds weektimer instellingen zijn gemaakt. • Als de inschakeltijd tot op de volgende dag duurt, dan wordt de DAY OFF volgens onderstaand schema geprogrammeerd. • De DAY OFF instelling is éénmalig. De instelling wordt automatisch opgeheven als de betreffende dag voorbij is.
Gebruik van de TEMPERATUUR SET BACK timer Druk op de SET BACK toets. De SET BACK instellingen verschijnen gedurende ca. 5 seconden op de display, waarna de timer automatisch opstart. SET BACK SU MO TU WE TH FR SA 1 2 Uitzetten van de SET BACK timer Druk op de SET BACK toets en daarna op de DELETE toets, terwijl de SET BACK instellingen nog zichtbaar zijn in de display. • De SET BACK timer verandert alleen de ingestelde temperatuur.
8.Instellen van de luchtuitblaasrichting Schakel de airconditioner in alvorens deze procedure uit te voeren. Verticale verstelling luchtstroomrichting Druk op de VERTICAL AIR FLOW DIRECTION-- en de SWING-toets om de verticale luchtrichting in te stellen. Telkens als de toets wordt ingedrukt, verandert het bereik van de luchtrichting als volgt: Aanbevolen luchtrichting: 1, 2, 3, 4 bij koelen en ontvochtigen.
10. Benaming en functie van onderdelen Infrarood-afstandsbediening DISPLAY DISPLAY Duidelijkheidshalve zijn alle mogelijke instellingen in de illustratie weergegeven. Normaal gesproken zijn alleen de actuele indicatoren zichtbaar in de display. AFSTANDSBEDIENING 1. Functie insteltoets (Mode) 2. 10° C Verwarmingstoets / ) 3. Temperatuurinsteltoets (SET TEMP) 4. Energiebesparingstoets (ECONOMY) 5. Slaap toets (SLEEP) 6. Luchtsnelheidinsteltoets (FAN) 7. START/STOP-toets 8. Insteltoets 9. Swing-toets 10.
11. Voorbereiding Inschakelen van de apparatuur Sluit de elektriciteitsstekker aan op het stopcontact; als u een rechtstreekse aansluiting hebt, schakelt u de hoofdschakelaar in. Voorbereiden van de afstandsbediening Plaatsen van de batterijen (R03 of LR03 x 2) 1. Til het klepje aan de voorzijde van de afstandsbediening op en schuif het naar beneden. 2. Plaats de batterijen in de juiste richting (+/-) in het batterijenvakje. 3. Sluit het batterijenvakje weer af met het klepje.
12. Instellen van de functies Instellen van de gewenste functie 1. Druk op de START/STOP-toets. De airconditioner start. 2. Druk op de MODE-toets en selecteer de gewenste functie. Iedere keer als de toets wordt ingedrukt verschijnen de functies in de onderstaande volgorde: Na 3 seconden verschijnen de eerder ingestelde functies weer op de display. Instellen van de temperatuur (SET TEMP.) Druk op de SET TEMP.-toets. + toets: Druk op deze toets om de temperatuur te verhogen.
Als de luchtsnelheid op AUTO staat: *Verwarmen (HEAT): De ventilator zal de warme lucht optimaal laten circuleren. De ventilator draait echter heel langzaam als de uitgeblazen lucht te koud is. Koelen (COOL): Zodra de ruimtetemperatuur in de automatische (AUTO) functie de ingestelde temperatuur bereikt heeft, schakelt de ventilator automatisch over op de lage snelheid. Circuleren (FAN): De ventilator draait op de laagste stand.
Koelen (COOL) • Deze functie wordt gebruikt voor het koelen van de ruimte. Ontvochtigen (DRY) • Deze functie wordt gebruikt bij geleidelijke koeling en tegelijkertijd met het ontvochtigen van de ruimte. • De ruimte kan niet verwarmd worden tijdens het ontvochtigen. • Gedurende de ontvochtiging (DRY) functie werkt de ventilator van de airconditioner op lage snelheid om de gewenste ontvochtiging te bereiken. De ventilator stopt af en toe.
Programmeren van de timer 1. Druk op de START/STOP-toets (als de airconditioner al in werking is, ga naar stap 2). Het rode lampje op de airconditioner gaat branden. 2. Schakel de gewenste tijden in voor ON TIMER en OFF TIMER. Zie stap 2 en 3 van in- en uitschakelen van de timerfunctie. Het groene lampje van de airconditioner zal gaan branden. 3. Druk op de TIMER-toets om de timerfunctie te programmeren (OFF timer 씮 ON timer of OFF timer 씯 ON timer verschijnt op de display).
14. Slaapfunctie (SLEEP) In tegenstelling tot de andere timerfuncties, wordt de slaap-timer (SLEEP) functie gebruikt om de airconditioner na een bepaalde tijd (bijv. 2 uur) uit te schakelen. Gebruik van de slaapfunctie Tijdens het wel of niet in werking zijn van de airconditioner drukt u op de SLEEP-toets. Het rode lampje (OPERATION) en het groene lampje (TIMER) op de airconditioner gaan branden. Wijzigen van de ingestelde tijden Druk opnieuw op de SLEEP-toets en stel de tijd in met de TIMER SET-toetsen.
15. Filterlampje uitschakelen Sommige binnunits zijn voorzien van een filterlampje in het display, dat aangeeft wanneer het tijd is om het luchtfilter te reinigen. Uitschakelen van het filterlampje Druk op de Filter reset toets. Het reset-lampje op de binnenunit gaat uit. 16. Manual auto functie Wanneer te gebruiken Gebruik de manual auto toets als de afstandsbediening weg of onbruikbaar is (het bedieningspaneel zit onder het luchtinlaatrooster).
18. Swingfunctie Voordat de swingfunctie wordt geactiveerd moet de airconditioner worden ingeschakeld. Instellen van de swingfunctie Druk op de SWING-toets. Het SWING-lampje gaat branden. In deze functie bewegen de luchtuitblaaslamellen automatisch om de luchtstroom op en neer te bewegen. Stoppen van de swingfunctie Druk nogmaals op de SWING-toets. Het SWING-lampje gaat uit. De luchtuitblaaslamellen komen terug in de stand die voor de swingfunctie stond ingesteld.
20. 10°C verwarming instelling De ruimtetemperatuur kan op minimaal 10°C worden gehouden door de 10°C verwarmingstoets in te drukken (fig. 6; 35), zodat de temperatuur niet te ver kan dalen. Indicator Lamp Gebruik van de 10°C instelling Druk op de 10°C toets. Het groene OPERATION-lampje gaat uit en het ECONOMY-lampje (groen) gaat branden. Stoppen van de 10°C instelling Dru op de START/STOP-toets. De instelling wordt uitgeschakeld en het ECONOMY-lampje gaat uit.
22. Onderhoud en schoonmaak • • • • Denk eraan de unit uit te schakelen, alvorens de unit te reinigen. Schakel de hoofdschakelaar uit. De ventilator in de unit draait met hoge snelheid en kan lichamelijk letsel veroorzaken. Laat het inlaatrooster niet vallen! Schoonmaken van de binnenunit • Schakel de hoofdschakelaar uit! • Gebruik geen water warmer dan 40°C. De omkasting kan kromtrekken of verkleuren.
23. Selecteren van de signaalcode van de afstandsbediening Als er twee of meer airconditioners in één ruimte zijn geplaatst en de afstandsbediening bestuurt een andere unit dan u wenst, wijzig dan de signaalcode om alleen de unit te besturen die u wilt (er zijn vier keuzemogelijkheden). Volg de onderstaande procedure om de signaalcode van de afstandsbediening te selecteren. (Let op: de airconditioner kan geen signalen ontvangen als deze niet is ingesteld op een signaalcode.) 1.
24. Problemen * (Geldt alleen voor warmtepompmodel) Zet in geval van een storing (brandlucht, etc.) onmiddellijk de airconditioner stop. Sluit de stroom af en raadpleeg de erkende installateur voor verdere actie. Als u de airconditioner uitschakelt, doe dit dan niet alleen op de airconditioner. De stroom staat dan nog op het toestel. Zet daarom de hoofdschakelaar op OFF (uit).
Storing probleem pagina • Als gedurende de stand verwarmen de ruimtetemperatuur stijgt tot boven de temperatuurinstelling, zal de buitenunit stoppen en de binnenunit op lage snelheid gaan draaien. Als u verder wilt verwarmen, zet dan de temperatuurinstelling hoger. • Gedurende de stand verwarmen zal de unit tijdelijk stoppen met werken (tussen de 2 en 16 minuten) wanneer de defrosting stand werkt. Op het display zal zichtbaar worden.
25. Over de werking * (Geldt alleen voor warmtepompmodel) Verwarmen* • Deze airconditioner werkt volgens het warmtepomp-principe; hij absorbeert warmte van de buitenunit en transporteert deze warmte naar de binnenunit. Dit betekent dat de verwarmingsprestaties teruglopen als de buitentemperatuur daalt. Dit houdt in, dat bijverwarming noodzakelijk kan zijn. • Warmtepomp airconditioners verwarmen de ruimte door middel van luchtcirculatie. Het kan enige tijd duren voordat de ruimte op temperatuur is.
Automatische functie Koelmodellen • Als de ruimtetemperatuur 2° C hoger is dan de ingestelde temperatuur, schakelt de unit tussen koelen en ontvochtigen. Warmtepompmodellen Automatische omschakelfunctie (AUTO CHANGEOVER) • Als de automatische omschakelfunctie wordt geselecteerd, zal de ventilator ongeveer een minuut lang zeer langzaam draaien, terwijl de airconditioner de ruimteomstandigheden analiseert om de juiste functie te kiezen.
Tijdens verwarmen Stel de thermostaat hoger in dan de ruimtetemeratuur. De functie verwarmen werkt niet als de temperatuur lager is ingesteld dan de ruimtetemperatuur. Tijdens koelen/ontvochtigen Stel de thermostaat lager in dan de ruimtetemperatuur. De functie koelen/ontvochtigen werkt niet als de thermostaat hoger ingesteld is dan de actuele ruimtetemperatuur (in de stand koelen werkt alleen de ventilator). Tijdens circuleren De koel- en verwarmingsfunctie werken niet tijdens het circuleren.
• Er kan gebruik worden gemaakt van de systemen op de volgende manieren: - Koelen en ontvochtigen (DRY) - Koelen en circuleren (FAN) - Ontvochtigen en circuleren • De gebruikswijze (verwarming- of koeling-(ontvochtigen) functie) van de binnenunit zal bepaald worden door de binnenunit die als eerste in gebruik genomen is. Als de binnenunit is gestart met de circulatiefunctie zal de gebruiksfunctie van de buitenunit niet eindigen.
26. Specificaties Model Binnenunit Condensingunit Type Voeding AUYG12LVL AOYG12LALL Inverter 230 / 50 AUYG14LVL AOYG14LALL Inverter 230 / 50 AUYG18LVL AOYG18LALL Inverter 230 / 50 3,50 1,05 4,80 4,30 1,33 6,10 5,20 1,62 7,20 3,33 3,21 3,21 4,10 1,11 5,10 5,00 1,34 6,10 6,00 1,66 7,40 3,69 3,71 3,61 Maximale druk Perszijde (kPa) Koudemiddel R410A (g.