Bedieningsvoorschrift WANDMODEL AIRCONDITIONER airconditioner ASYG7LUCA • ASYG9LUCA • ASYG12LUCA • ASYG14LUCA condensingunit AOYG7LUC • AOYG9LUC • AOYG12LUC • AOYG14LUC 3513 Invertermodel P/N9319356006-02 MIDDENWEG 515, HEERHUGOWAARD TEL. 072-5723150, WWW.BEERSKLIMAAT.
Inhoudsopgave 1. Voorzorgsmaatregelen 3 2. Omschrijving van de functies 4 3. Benaming en functie van onderdelen 6 4. Voorbereiding 8 5. Instellen van de functies 9 6. Instellen luchtuitblaasrichting 13 7. Swingfunctie 14 8. Extra Vermogen functie 14 9. Energiebesparende functie (ECONOMY) 15 7. Slaapfunctie (SLEEP) 13 10. 10°C verwarming instelling 16 11. Geluidsreductie buitenunit 16 12. Manual auto functie 17 13. Timerfunctie 17 14. Programm timerfunctie 18 15.
1. voorzorgsmaatregelen • Lees voor het gebruiken van deze airconditioner het bedieningsvoorschrift zorgvuldig door. Werk volgens de aanwijzingen. • De instructies in deze alinea hebben betrekking op de veiligheid. Houd bij het gebruik van de airconditioner rekening met de veiligheidsvoorschriften. Veiligheidsvoorschriften GEVAAR! • Probeer niet deze airconditioner zelf te installeren. • Geen van de onderdelen van deze unit kunnen door de gebruiker zelf worden gerepareerd.
2. Omschrijving van de functies Energiebesparende functies Inverter functie Direct na het inschakelen van de airconditioner wordt extra vermogen gebruikt om de ruimte snel op de ingestelde temperatuur te brengen. Daarna schakelt de unit automatisch over naar een lager vermogen. Energiebesparende functie In de energiebesparende functie is de temperatuur tijdens de koelfunctie iets hoger dan de ingestelde waarde. Tijdens de verwarmingsfunctie is de temperatuur iets lager.
Reinigingsfuncties Schimmelbestendig filter Het luchtfilter is behandeld om groei van schimmels tegen te gaan. De uitgeblazen lucht is schoner en het filter is eenvoudig te onderhouden. Polyfenol Catechin luchtreinigingsfilter Het polyfenol catechin luchtreinigingsfilter verwijdert d.m.v. statische elektriciteit onzichtbaar kleine stofdeeltjes (tabaksrook, micro-organismen) uit de lucht. Het filter bevat catechin, dat zeer effectief de groei van diverse bacteriën in het filter voorkomt.
3. Benaming en functie van onderdelen Binnenunit Geopend voorpaneel Inlaatrooster Wordt geopend als de unit wordt opgestart. Gaat na het uitzetten automatisch weer dicht. Niet aanraken of uw vinger er in steken tijdens het openen/sluiten van het paneel. U zou uw vinger kunnen bezeren. Beweeg het paneel niet handmatig. Dit kan schade veroorzaken, stoom kan neerslaan op de uitblaaslamellen en er kunnen druppels water naar beneden vallen.
AFSTANDSBEDIENING 10 °C Verwarmingstoets Temperatuurtoets Start/stop-toets Extra vermogentoets 14 Fan-toets 10 Functie-toets 10 Signaalzender Energiebesparingstoets 15 Swing-toets 14 Toets voor geluidsreductie buitenunit 16 Instel-toets 14 Timer insteltoets Weektimertoets Zendtoets Aan/uit toets Slaaptimertoets Selecteertoets Nexttoets Reset toets BackToets Klok insteltoets DISPLAY AFSTANDSBEDIENING Display zendindicator Temperatuur display 10 Functie display 10 Luchthoeveelheid displa
4. Voorbereiding Voorbereiding van de afstandsbediening Plaatsen van de batterijen (RO3 of LRO3 x 2) 1. Druk op het klepje aan de achterzijde van de afstandsbediening en schuif het in de richting van de pijl. 2. Plaats de batterijen in de juiste richting (+/-) in het batterijenvakje. 3. Sluit het batterijenvakje weer af met het klepje. LET OP! • Als de afstandsbediening voor een langere periode niet wordt gebruikt, dient u de batterijen te verwijderen.
Gebruik van de afstandsbediening • De afstandsbediening moet bij gebruik naar de airconditioner gericht zijn (bereik ca. 6 meter). • Bij ontvangst van een signaal afkomstig van de afstandsbediening, hoort u een pieptoon van de airconditioner. • Bij het uitblijven van de pieptoon, drukt u de toets opnieuw in. • Signalen zullen niet goed worden doorgegeven als er zich een muur, gordijn of ander voorwerp tussen de airconditioner en de afstandsbediening bevindt.
2 MO TU WE TH FR SA SU WE TH FR MO TU AUTO 5. Instellen van de functies SA SU HEAT COOL AUTO HEAT DRY COOL FAN Druk op de START/STOP-toets Het groen lampje van de unit gaat branden. De airconditioner is in werking. Instellen van de gewenste functie WE MO TU WE MO TU MODE-toets TH TH MO FR SA SU FR omSAde SU gewenste 1. Druk op de functie te selecteren.
Als de FAN CONTROL op AUTO staat: Verwarmen (HEAT): De ventilator zal optimaal de warme lucht laten circuleren. De ventilatordraait echter heel langzaam als de uitgeblazen lucht te koud is. Koelen (COOL): Zodra de ruimtetemperatuur in de automatische (AUTO) functie de ingestelde temperatuur bereikt heeft, schakelt de ventilator automatisch over op de lage snelheid.
Verwarmen (HEAT) • Deze functie wordt gebruikt voor het verwarmen van de ruimte. • Wanneer deze functie is geselecteerd zal de ventilator gedurende 3 - 5 minuten in laag toerental draaien. Daarna zal de ingestelde ventilatorstand functioneren. Deze tijd geeft de binnenunit de mogelijkheid om zich op te warmen. • Wanneer de ruimtetemperatuur erg laag is, zal de buitenunit langzaam invriezen. Hierdoor lopen de prestaties terug. De unit zal van tijd tot tijd de ‘defrost’ opstarten.
6. Instellen luchtuitblaasrichting • Gebruik de afstandsbediening voor het verstellen van de verticale uitblaasrichting. Gebruik hiervoor de SET-toetsen. • De horizontale (rechts-links) luchtrichting wordt handmatig ingesteld door de lamellen te anders te plaatsen. Zorg er voor, dat hierbij unit aanstaat en de luchtrichtinglamellen stilstaan. Verticale verstelling luchtuitblaasrichting . .
7. Swingfunctie Deze functie beweegt de uitblaaslamellen op en neer en verspreidt daarmee warme of koele lucht door de gehele ruimte. Selecteren van de SWING-functie Het SWING-display lampje gaat branden. In deze functie bewegen Druk op de SWING-toets. de uitblaaslamelen automatisch op en neer en bewegen daarmee de luchtstroom omhoog en omlaag. Stoppen van de SWING-functie Druk nogmaals op de SWING-toets. Het SWING-display lampje gaat uit. De luchtrichting keert terug in de oorspronkelijke instelling.
Over de Extra vermogen functie Koelen/ontvochtigen: • De Extra vermogen functie wordt automatisch uitgeschakeld als de temperatuur in de ruimte tot de gewenste waarde is gedaald of wanneer er 20 minuten zijn verstreken na het instellen van de functie. Het is echter niet mogelijk de functie na een ingestelde periode automatisch uit te schakelen.
10. 10°C verwarming instelling MO TU WE TH FR SA AUTO SU Gebruik van de 10°C instelling Druk op de 10°C toets. WE TH MO TU branden. (groen) gaat FR DRY FAN Indicatielampje Het ECONOMY-lampje SA COOL HEAT AUTO SU COOL HEAT Functie Timer DRY FAN Besparing Stoppen van de 10°C instelling 2 Druk op de START/STOP-toets. Het ECONOMY-lampje gaat uit 4en de 5functie 6 stopt.
12. Manual auto functie Wanneer te gebruiken Gebruik de manual auto toets als de afstandsbediening weg of onbruikbaar is. Het instellen van de belangrijkste functies Druk op de Manal Auto toets. (Langer dan 3 en korter dan 10 seconden.) Stoppen van de manual auto functie Druk 3 seconden op de Manual Auto toets. Zie ook pagina 6 voor meer informatie.
Uitschakelen van de ON TIMER of de OFF TIMER 1. Druk op de ON/OFF toets 2. , terwijl zichtbaar is. verdwijnt van de display. terwijl • Druk op de ON/OFF toets tijd weer op de vorige tijd in te stellen. niet zichtbaar is in de display om de ON (OFF) 14. Program Timer functie • De Program Timer functie maakt het mogelijk de ON TIMER en OFF TIMER functies op elkaar aan te sluiten. Zo’n koppeling kan bestaan uit één overgang van OFF timer naar ON timer, of van ON timer naar OFF timer per etmaal.
Over de PROGRAM TIMER • Druk op de ON/OFF toets terwijl niet zichtbaar is in de display om de ON (OFF) tijd weer op de vorige tijd in te stellen. • Het is mogelijk in het programma de inschakeltijd en de uitschakeltijd eenmaal per etmaal (24 uur) in te stellen, dus OFF timer 씮 ON timer of OFF timer 씯 ON timer. • De eerste TIMER-tijd die u instelt kan het beste zo dicht mogelijk liggen bij de huidige tijd. De volgorde van werking staat aangegeven op de display met pijltjes.
Bijzonderheden slaapfunctie Om overmatige koeling terwijl u slaapt te voorkomen, zal tijdens de SLEEP-functie de ingestelde temperatuur automatisch aangepast worden in overeenstemming met de ingestelde uitschakeltijd. Als de ingestelde tijd is verstreken, dan schakelt de airconditioner zichzelf automatisch uit. Tijdens verwarmen: Als de slaaptijd is ingesteld, daalt de thermostaattemeratuur ieder halfuur 1°C.
Maandag tot vrijdag Program 7:00 ON 24°C Program 9:00 OFF naar het werk opstaan Zaterdag Zondag Program 17:00 ON 26°C Program 23:00 OFF naar bed thuiskomst Geen timer instellingen ON Program 9:00 OFF ON Program 11:00 OFF ON Program 17:00 OFF ON Program 23:00 OFF Voorbeeld om Timer 2 in te stellen U kunt een bepaalde temperatuur instellen in ON instelling in de Week timer.
17. De WEEK TIMER functie MO TU WE TH FR SA AUTO SU COOL HEAT Gebruik van de WEEK timer functie 1. Druk op de Timer instel toets Eerst gaat “WEEKLY” knipperen, druk op de NEXT toets . . 2. Selecteer het programma en de dag met behulp van de SELECT toets .
MO TU 4. Druk op de SELECT toets om de gewenste MO TU WE ON TH time FR SA en OFF time te selecteren. Eerst gaat “WEEKLY” knipperen, druk op de NEXT toets . Als u de OFF selecteerde in stap 3: WE terug TH FRte SA SU 1. Druk op de NEXT toets MO TU om keren naar stap 2 en maak de volgende instelling. 2. Druk op de SEND toets .
Uitschakelen van de WEEK timer 1. Druk op de WEEKLY toets zichtbaar is. 2. terwijl verdwijnt van de display. • Als niet zichtbaar is, druk dan op de WEEKLY toets om de WEEK timer weer in te schakelen. • De WEEK timer, de ON/OFF timer (Program Timer) en de SLAAP timer kunnen niet gecombineerd worden gebruikt. 18. Onderhoud en schoonmaak LET OP! • Trek voor u begint met schoonmaken de stekker uit het stopcontact of zet de hoofdschakelaar uit. • Zorg dat het luchtinlaatrooster goed is bevestigd.
Reinigen van de luchtfilters 1. Verwijder de luchtfilters. Til de handgrepen van de luchtfilters omhoog, maak beide haken los en neem ze eruit. Handgrepen Luchtfilter haken 2. - U kunt stof verwijderen met een stofzuiger of door de filters te wassen in een sopje van warm water en een neutraal wasmiddel. Als u de filters wast, laat ze dan grondig drogen op een plek in de schaduw.
• Gebruik een neutraal schoonmaakmiddel of de stofzuiger voor het reinigen. • Als het filter nat gereinigd is, laat het dan drogen op een schaduwrijke plaats, voordat u het weer installeert. • Als zich stof heeft opgehoopt op het luchtfilter, dan kan dit de oorzaak zijn van een slechtere uitblaaskwaliteit en van inefficiënt gebruik. • Tijdens intensief gebruik moeten de luchtfilters om de 2 weken worden gereinigd.
Over het luchtreinigingsfilter Luchtreinigingsfilters werken optimaal als de luchtsnelheid op “High” staat. Polyphenol Catechin Air Cleaning Filter (één laag) • De luchtreinigingsfilters zijn wegwerpfilters. (Ze kunnen niet worden gewassen en hergebruikt.) • Gebruik de filters zo snel mogelijk na het openen van de verpakking. (Het reinigend vermogen neemt af, als de filters in geopende verpakking worden bewaard.) • Normaal gesproken moeten de filters ongeveer eens per drie maanden worden vervangen.
19. Problemen WAARSCHUWING! Zet in geval van storing (brandlucht, etc.) onmiddellijk de airconditioner stop. Sluit de stroom af en raadpleeg de erkende installateur voor verdere actie. Als u de stroom uitschakelt, doe dit dan niet alleen op de airconditioner. De stroom staat dan nog steeds op het toestel. Zet dus de hoofdschakelaar op OFF en/of trek de stekker uit het stopcontact.
Storing Luchtstroom is zwak of stopt probleem • De ventilator draait op lage snelheid tijdens ontvochtiging en tijdens het meten van de ruimtetemperatuur. • In de AUTO stand draait de ventilator erg langzaam. • Wanneer de airconditioner start in de stand verwarmen, is de ventilatorsnelheid tijdelijk zeer laag om de interne onderdelen gelegenheid te geven op te warmen.
20. Bijzonderheden van de werking • Deze airconditioner werkt volgens het warmtepomp-principe; hij absorbeert warmte van de buitenunit en transporteert deze warmte naar de binnenunit. Dit betekent dat de verwarmingsprestaties teruglopen als de buitentemperatuur daalt. Dit houdt in, dat bijverwarming noodzakelijk kan zijn. • Warmtepomp airconditioners verwarmen de ruimte door middel van luchtcirculatie. Het kan enige tijd duren voordat de ruimte op temperatuur is.
• • • • • systeem wordt vereist. Hetzelfde geldt voor het gebruik van verscheidene units welke tegelijkertijd worden gebruikt voor verwarming. Aan te raden is om de units samen te gebruiken met een ander middel om de ruimte te verwarmen. Seizoen- en buitentemperatuurcondities, de samenstelling van de ruimte en het aantal personen maken ook deel uit van de bedrijfsvoering.
21.