Bedieningsvoorschrift WANDMODEL AIRCONDITIONER airconditioner ASYG18LFCA • ASYG24LFCA • ASYG30LFCA condensingunit AOYG18LFC • AOYG24LFC • AOYG30LFC 3489 Invertermodel P/N9315345356 MIDDENWEG 515, HEERHUGOWAARD TEL. 072-5723150, WWW.BEERSKLIMAAT.
Inhoudsopgave 1. Voorzorgsmaatregelen 3 veiligheidsvoorschriften 2. Omschrijving van de functies 4 3. Benaming en functie van onderdelen 6 binnenunit, buitenunit, afstandsbediening 4. Voorbereiding 8 inschakelen van de apparatuur, voorbereiden van de afstandsbediening, instellen van de tijd, gebruik van de afstandsbediening, houder van de afstandsbediening 5.
1. voorzorgsmaatregelen • Lees voor het gebruiken van deze airconditioner het bedieningsvoorschrift zorgvuldig door. Werk volgens de aanwijzingen. • De instructies in deze alinea hebben betrekking op de veiligheid. Houd bij het gebruik van de airconditioner rekening met de veiligheidsvoorschriften. Veiligheidsvoorschriften GEVAAR! • Probeer niet deze airconditioner zelf te installeren. • Geen van de onderdelen van deze unit kunnen door de gebruiker zelf worden gerepareerd.
2. Omschrijving van de functies Inverter functie Direct na het inschakelen van de airconditioner wordt extra vermogen gebruikt om de ruimte snel op de ingestelde temperatuur te brengen. Daarna schakelt de unit automatisch over naar een lager vermogen. Energiebesparende functie In de energiebesparende functie is de temperatuur tijdens de koelfunctie iets hoger dan de ingestelde waarde. Tijdens de verwarmingsfunctie is de temperatuur iets lager. Op deze manier wordt energie bespaard t.o.v.
Polyfenol Catechin luchtreinigingsfilter Het polyfenol catechin luchtreinigingsfilter verwijdert d.m.v. statische elektriciteit onzichtbaar kleine stofdeeltjes (tabaksrook, micro-organismen) uit de lucht. Het filter bevat catechin, dat zeer effectief de groei van diverse bacteriën in het filter voorkomt. Houd er rekening mee, dat de luchthoeveelheid afneemt als u dit filter installeert. Hierdoor wordt het koelvermogen van de unit iets lager.
3. Benaming en functie van onderdelen airconditioner en condensingunit fig. 1 fig. 2 fig. 3 fig. 4 BINNENUNIT (fig. 1) 1. Bedieningspaneel (fig. 2) 2. MANUAL/AUTO-toets • Als deze toets langer dan 10 seconden wordt ingedrukt, wordt de geforceerde koelfunctie gestart.
3. Benaming en functie van onderdelen afstandsbediening fig. 5 fig. 6 Duidelijkheidshalve zijn alle mogelijke instellingen in de illustratie weergegeven. Normaal gesproken zijn alleen de actuele indicatoren zichtbaar in de display. AFSTANDSBEDIENING (fig. 5) 16. Signaalzender 17. Functie-toets 18. 10 °C Verwarmingstoets 19. ECONOMY-toets 20. Slaaptoets (SLEEP) 21. TIMER-functie toets (+/-) 22. Luchtsnelheidinsteltoets (FAN) 23. START/STOP-toets 24. Insteltoets, verticaal (SET) 25.
4. Voorbereiding Inschakelen van de apparatuur 1. Steek de stekker in het stopcontact. 2. Zet de eventuele hoofdschakelaar op ON. Voorbereiding van de afstandsbediening Plaatsen van de batterijen (AAA, RO3 of LRO3 x 2) 1. Druk op het klepje aan de achterzijde van de afstandsbediening en schuif het in de richting van de pijl. 2. Plaats de batterijen in de juiste richting (+/-) in het batterijenvakje. 3. Sluit het batterijenvakje weer af met het klepje.
5. Instellen van de functies Instellen van de gewenste functie 1. Druk op de START/STOP-toets. Het OPERATIONlampje (groen) gaat branden De airconditioner start. 2. Druk op de MODE-toets en selecteer de gewenste functie. Iedere keer als de toets wordt ingedrukt verschijnen de functies in de onderstaande volgorde: Na 3 seconden verschijnen de eerder ingestelde functies weer op de display. Instellen van de temperatuur (SET TEMP.) Druk op de SET TEMP-toets.
Als de FAN CONTROL op AUTO staat: Verwarmen (HEAT): De ventilator zal optimaal de warme lucht laten circuleren. De ventilatordraait echter heel langzaam als de uitgeblazen lucht te koud is. Koelen (COOL): Zodra de ruimtetemperatuur in de automatische (AUTO) functie de ingestelde temperatuur bereikt heeft, schakelt de ventilator automatisch over op de lage snelheid.
• Wanneer de ruimtetemperatuur erg laag is, zal de buitenunit langzaam invriezen. Hierdoor lopen de prestaties terug. De unit zal van tijd tot tijd de ‘defrost’ opstarten. Gedurende deze defrostperiode zal het OPERATION-lampje (groen) knipperen en het verwarmen zal stoppen. Koelen (COOL) • Deze functie wordt gebruikt voor het koelen van de ruimte. Ontvochtigen (DRY) • Deze functie wordt gebruikt bij geleidelijke koeling en tegelijkertijd voor ontvochtiging van de ruimte.
6. Timerfunctie Controleer of de afstandsbediening de juiste tijd aangeeft, voor u gaat werken met de TIMER-functie. Gebruik van de ON TIMER of de OFF TIMER 1. Druk op de START/ STOP toets (indien de airconditioner al in werking is, ga naar stap 2). Het groene lampje op de airconditioner gaat branden. 2. Druk op de TIMER MODE toets om de ON TIMER of de OFF TIMER te selecteren.
Bijzonderheden timerfunctie • Het is mogelijk in het programma de inschakeltijd en de uitschakeltijd eenmaal per etmaal (24 uur) in te stellen dus OFF timer ON timer of OFF timer ON timer. • De eerste TIMER tijd die u instelt kan het beste zo dicht mogelijk liggen bij de huidige tijd. De volgorde van werking staat met pijltjes aangegeven op de display. • Een voorbeeld van het gebruik van het programmeren van de TIMER is: uitschakelen als u gaat slapen en inschakelen voordat u weer opstaat. 7.
8. Instellen luchtuitblaasrichting • Gebruik de afstandsbediening voor het verstellen van de horizontale en verticale uitblaasrichting. • Gebruik hiervoor de AIR DIRECTION- toetsen nà het starten van de airconditioner en wacht tot de luchtrichtinglamellen stilstaan. Verticale verstelling luchtuitblaasrichting Druk op de verticale SET-toets. Iedere keer als de toets wordt ingedrukt, verandert de richting als volgt: 1 2 3 4 5 Luchtrichting en functie: 1, 2, 3, 4, 5, 6 bij verwarmen, koelen en ontvochtigen.
9. Swingfunctie Voordat de swingfunctie wordt geactiveerd moet de airconditioner worden ingeschakeld. Druk op de SWING toets van de afstandsbediening. De SWING display wordt zichtbaar. Elke keer als de Swing-toets wordt ingedrukt verandert de functie als volgt: Stoppen van de swingfunctie Druk opnieuw op de SWING toets. De SWING display verdwijnt. De luchtuitblaaslamellen komen terug in de stand die voor de swingfunctie stond ingesteld.
11. Energiebesparende functie Start de airconditioner alvorens deze functie te selecteren. Inschakelen van de functie Indicatie-lampje Druk op de ECONOMY-toets. Het ECONOMY-indicatielampje (groen) gaat branden. De functie start. Functie Uitschakelen van de functie Energiebesparing Druk nogmaals op de ECONOMY-toets. Het ECONOMYindicatielampje gaat uit en de functie stopt.
13. Onderhoud en schoonmaak LET OP! • Trek voor u begint met schoonmaken de stekker uit het stopcontact of zet de hoofdschakelaar uit. • Zorg dat het luchtinlaatrooster goed is bevestigd. • Let op bij het verwijderen en vervangen van de luchtroosters voor de warmtewisselaar. Aanraking kan persoonlijk letsel veroorzaken. Reinigen van het luchtinlaatrooster Verwijderen van het luchtinlaatrooster 1. Plaats uw handen op de beide uiteinden van het inlaatpaneel en trek het naar voren. 2.
Reinigen van het luchtfilter Verwijderen van het luchtfilter Open het luchtrooster en verwijder het luchtfilter. 1. Pak het handvat van het luchtfilter vast, maak de beide haakjes los en haal het filter uit de behuizing. luchtfilter handgreep haken (2 plaatsen) Reinigen Verwijder het stof met de stofzuiger of met water. Na het reinigen met water moet het filter goed drogen op een schaduwrijke plaats. Herplaatsen van het luchtfilter 1.
Reinigen van het luchtreinigingsfilter 1.Open het luchtinlaatrooster en verwijder de luchtfilters. luchtfilters (links en rechts) 2.Installeer de luchtreinigingsset (bestaat uit 2 elementen). • Plaats het luchtreinigingsfilter in het filterframe. filterset filterframe luchtreinigingsfilter • Bevestig de ogen aan beide uiteinden van het filter aan de haken aan de achterzijde van het filterframe. Zorg ervoor, dat het reinigingsfilter niet onder het frame uitsteekt.
3.Plaats de beide luchtfilters terug en sluit het luchtinlaatrooster. luchtfilter (links en rechts) • Toepassing van het luchtreinigingsfilter is het meest effectief, als de ventilatorstand op HOOG wordt ingesteld. Vervangen van vervuilde luchtreinigingsfilters • Gebruik bij vervanging van vervuilde filters de volgende componenten (los verkrijgbaar): - Polyphenol Catechin Air Cleaning Filter UTR-FA13-1 - Geurfilter UTR-FA13-2. 1. Open het luchtinlaatrooster en verwijder de luchtfilters.
Geurfilter (één laag - lichtblauw) • Voor een goede werking moeten de geurfilters ongeveer om de drie jaar worden vervangen. • Gebruik van kwaliteitsfilters (UTR-FA13-2; los verkrijgbaar) wordt sterk aanbevolen. Onderhoud van het geurfilter • Voor een goede werking is het nodig het geurfilter om de drie maanden schoon te maken: - verwijder het geurfilter - spoel de filters goed af in heet water met een zacht, neutraal wasmiddel (nooit wrijven of schrobben, dat heeft een nadelige invloed op de werking.
• Als er binnen 30 seconden nadat de signaalcode zichtbaar is geworden, geen toetsen worden ingedrukt, keert het systeem terug naar de oorspronkelijke klokinstelling. Begin in dat geval opnieuw bij stap 1. • De airconditioner is vòòr aflevering ingesteld op code A. Raadpleeg uw dealer op deze code te wijzigen. • Als de batterijen van de afstandsbediening worden vervangen, keert deze terug naar instelling A. Gebruikt u een andere code dan A, stel deze dan opnieuw in na het vervangen van de batterijen.
Storing Mist of stoom komt vrij Luchtstroom is zwak of stopt probleem • Gedurende het koelen en ontvochtigen kan het gebeuren dat stoom of mist vrijkomt van de airconditioner. Dit heeft als oorzaak het plotseling afkoelen van lucht door de apparatuur met als resultaat condensatie en mistvorming. • Gedurende de stand verwarmen (HEAT)* kan de ventilator van de buitenunit stoppen en kan er stoom ontstaan. Dit als gevolg van de ontdooistand (DEFROST).
Wanneer na controle van de genoemde problemen de airconditioner niet functioneert of het TIMER-lampje nog knippert, schakel dan de stroom uit (power schakelaar op OFF) en raadpleeg de erkende installateur. 16. Bijzonderheden van de werking Stroomstoring • Als de airconditioner uitvalt door een stroomstoring, dan zal deze automatisch worden herstart en in dezelfde functie doorgaan als voor de stroomstoring. • Bij stroomuitval gaan de lamellen naar de standaardinstelling bij herstarten.
17.