Operation Manual

9. Swingfunctie
V
oordat de swingfunctie wordt geactiveerd moet de airconditioner worden ingeschakeld.
Druk op de SWING toets van de afstandsbediening. De SWING display wordt zichtbaar. Elke keer als
de Swing-toets wordt ingedrukt verandert de functie als volgt:
Stoppen van de swingfunctie
Druk opnieuw op de SWING toets. De SWING display verdwijnt. De luchtuitblaaslamellen komen
terug in de stand die voor de swingfunctie stond ingesteld.
Bijzonderheden swingfunctie
OP/NEER Swing
De Swingfunctie werkt afhankelijk van de ingestelde luchtrichting.
Swing tussen 1 en 4 (koelen, ontvochtigen): de bovenste uitblaaslamel blijft in horizontale positie; de
onderste uitblaaslamel beweegt op en neer en verspreidt daarmee de lucht over een groot gebied.
Swing tussen 3 en 6 (verwarmen): de uitblaaslamellen zijn naar beneden gericht en de luchtstroom
wordt direct naar de vloer geleid.
LINKS/RECHTS Swing
De uitblaaslamellen bewegen zich van links naar rechts.
OP/NEER/LINKS/RECHTS Swing
De uitblaaslamellen bewegen zich zowel op en neer als van links naar rechts.
Het SWING-bereik is afhankelijk van de ingestelde luchthoeveelheid.
De swingfunctie kan tijdelijk stoppen als de ventilator niet in werking is of als deze op zeer lage
snelheid draait.
Als de verticale SET toets wordt ingedrukt tijdens de OP/NEER functie, dan stopt deze functie en
wanneer de horizontale SET toets wordt ingedrukt tijdens de LINKS/RECHTS functie, dan stopt ook
deze functie.
10. Manual auto functie
Wanneer te gebruiken
Gebruik de manual auto toets als de afstandsbediening weg of onbruikbaar is (het bedieningspaneel
zit onder het luchtinlaatrooster).
Stoppen van de manual auto functie
Druk opnieuw op de manual auto toets.
Als de airconditioner bediend wordt met de MANUAL AUTO toets, dan is de werking volgens de
ingestelde functies van de automatisch (AUTO) functie.
De circulatiesnelheid staat op automatisch (AUTO) en de temperatuurinstelling is standaard (24 °C).
15