Operation Manual

9
5. Instellen van de functies
Instellen van de gewenste functie
1. Druk op de START/STOP-toets. Het OPERATION-
lampje (groen) gaat branden De airconditioner start.
2
. Druk op de MODE-toets en selecteer de gewenste functie.
Iedere keer als de toets wordt ingedrukt verschijnen de
functies in de onderstaande volgorde:
Na 3 seconden verschijnen de eerder ingestelde functies weer
op de display.
Instellen van de temperatuur (SET TEMP.)
Druk op de SET TEMP-toets.
toets: druk op deze toets om de temperatuur te verhogen.
toets: druk op deze toets om de temperatuur te verlagen.
Temperatuurbereik:
Automatisch (AUTO): 18 tot 30 °C
Verwarmen (HEAT) 16 tot 30 °C
Koelen/ontvochtigen(COOL/DRY): 18 tot 30 °C
In de functie circuleren kan de thermostaat kan niet worden
ingesteld. De temperatuur verschijnt niet op de display van de
afstandsbediening.
De ingestelde temperatuur kan worden beschouwd als een
standaard, die een kleine afwijking kan vertonen van de actuele
ruimtetemperatuur.
Na 3 seconden verschijnen de eerder ingestelde functies weer op
de display.
Instellen van de luchtsnelheid (FAN)
Druk op de FAN-toets. Iedere keer als de toets wordt ingedrukt
verschijnen de snelheden in de onderstaande volgorde:
Na 3 seconden verschijnen de eerder ingestelde functies weer op
de display.