Operation Manual
71
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
Intelligente gezichtsdetectie
Het is raadzaam Intelligente gezichtsdetectie (pag.
22) te gebruiken wanneer u de zelfontspanner ge-
bruikt voor groeps- of zelfportretten omdat u er dan
zeker van kunt zijn dat de camera scherpstelt op de
gezichten. Wilt u de zelfontspanner gebruiken in
combinatie met Intelligente gezichtsdetectie, selec-
teer dan 10 SEC of 2 SEC van het menu Zelfontspan-
ner en druk vervolgens de ontspanknop volledig in
om de zelfontspanner te activeren. De gezichtsde-
tectie zal tijdens de vertraging worden uitgevoerd en
vlak voordat de sluiter opent, zullen de scherpstelling
en de belichting worden ingesteld. Zorg ervoor dat
het onderwerp niet beweegt tot nadat de foto ge-
maakt is.
1 Opmerking
De zelfontspanner wordt automatisch uitgeschakeld
nadat de foto is gemaakt en wanneer een andere op-
namestand of de afspeelstand wordt geselecteerd en
wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
C
C
LICHTMEETSYSTEEM
LICHTMEETSYSTEEM
Bepaal hoe de camera de belichting meet als in-
telligente gezichtsdetectie is uitgeschakeld.
• o MULTI: Automatische scèneherkenning wordt
gebruikt om de belichting aan te passen aan di-
verse omstandigheden.
• p SPOT: De camera meet de lichtomstandighe-
den in het midden van het beeld. Aan te be-
velen wanneer de achtergrond veel lichter of
donkerder is dan het belangrijkste onderwerp.
Deze optie kan worden gebruikt in combinatie
met scherpstelvergrendeling (pag. 23) om de
belichting te meten van onderwerpen die zich
niet in het midden van het beeld bevinden.
• q INTEGRAAL: De belichting wordt ingesteld op
basis van het gemiddelde van het gehele beeld.
Zorgt voor dezelfde belichting bij meerdere fo-
to’s met hetzelfde licht en is in het bijzonder ef-
fectief voor het fotograferen van landschappen
en het maken van portretten van onderwerpen
met witte of zwarte kleding.