Operation Manual

69
Geavanceerde functies — Fotografie
Als een non-CPU-objectief wordt gebruikt, wordt
integraalmeting gebruikt als de brandpuntsafstand of
het diafragma niet in [NON-CPU LENS DATA] bij
[ MISC.] in het menu [SET UP] is ingesteld.
Integraalmeting wordt aanbevolen als filters worden
gebruikt die een belichtingsfactor (filterfactor) van meer
dan 1x hebben.
Foto's maken, met AE
vergrendeling
AE vergrendeling maakt het mogelijk om de belichting
voor een speciaal onderwerp in uw foto in te stellen. Deze
techniek is handig als de helderheid van het onderwerp
aanzienlijk afwijkt van de omgeving.
1 De belichtingsstand anders dan (handmatig)
instellen (p.71).
2 Stel de schakelaar voor de meting in op
integraalmeting of spotmeting.
Matrixmeting wordt niet aanbevolen omdat het effect
van de AE vergrendeling niet op effectieve wijze kan
worden bereikt.
3 Plaats het scherpstelgebied over het onderwerp dat
u op de juiste wijze belicht wenst te hebben, druk de
ontspanknop in en houdt deze half ingedrukt, en druk
vervolgens op AE-L/AF-L.
Bevestig of de indicator In-scherpstelling (l)inde
Zoeker verschijnt.
MEMO
Als de AE vergrendeling is ingeschakeld, zal de
belichting niet wijzigen als de compositie wijzigt. Ook
verschijnt de indicator AE-L in de Zoeker.
In spotmeting, zal de belichting op de waarde worden
vergrendeld die bij de 3 mm (0.12 in.) cirkel,
gecentreerd in het geselecteerde scherpstelgebied
werd gemeten. Bij integraalmeting zal de belichting
worden vergrendeld op de waarde die werd gemeten bij
de 8 mm (0.31 in.) cirkel in het midden van de Zoeker.
Afhankelijk van de geselecteerde optie, zal AE-/AF-L
zowel de scherpstelling als de belichting (de
standaardinstelling), alleen de scherpstelling, of alleen
de belichting instellen. Er zijn ook opties beschikbaar
om de belichting vergrendeld te houden tot voor een
tweede keer op AE-L/AF-L wordt gedrukt, de
ontspanknop wordt ingedrukt of de belichtingsmeter
uitschakelt.