Operation Manual

57
Geavanceerde functies — Fotografie
N Stand AE
Dit is een automatisch programma waarbij alle
instellingen kunnen worden aangepast, behalve sluitertijd
en diafragma.
Dit is een eenvoudige manier om opnamen te maken, net
als bij de standen < Sluitertijdvoorkeuze en M
Diafragmavoorkeuze (wisselen van standen).
Opnamefuncties:
LICHTMEETSYSTEEM (p.82)
T WITBALANS (p.83)
H SCHERPSTELLEN (p.85)
SCHERPSTELLING (p.87)
G SCHERPTE (p.89)
•FLITSER(p.89)
BELICHTINGSTRAP (p.90)
CONTROLEER
Beschikbare flitserprogramma's:
AUTO, b, d, C, c, n
Z Wisselen van standen
MEMO
Wisselen van standen kan worden gebruikt als C
FLITSER ONDERDRUKT (p.67) in de stand Flitser
staat ingesteld.
De sluitertijd- en diafragma-instellingen worden in geel
weergegeven als de camera in de stand Wisselen van
standen staat ingesteld.
Elke van de volgende functies annuleert het Wisselen
van de standen:
- Het wijzigen van de instellingen van de keuzeknop
- Het wisselen van de instellingen van de flitser
- De camera in de weergavestand instellen
- De camera uitschakelen
OPGEPAST
Zet de keuzeknop op N.
PROGRAM SHIFT
PROGRAM SHIFT
N 16
16
ISO 100
ISO 100
F3
F3
.
5
60
60
1 Druk op D om het instelscherm te openen.
2 Selecteer verschillende combinaties van
sluitertijden en diafragma-instellingen,
zonder de instelling van de belichting te
wijzigen.
3 Druk de ontspanknop in om opnamen te
maken.
N 16
16
SET
SET
ISO 100
ISO 100
Als de helderheid van het
onderwerp buiten het bereik
van de helderheidsmeting van
de camera valt, verschijnt “---”
als sluitertijd- en diafragma-
instelling op het scherm.