Operation Manual

77
Geavanceerde functies — Fotografie
Wordt vervolgd Q
SNEL SCHERP-
STELLEN
(p.84)
Deze instelling kan bij elke modus gebruikt worden. Deze instelling
staat altijd op AAN als het opnamemenu op . staat.
Gebruik deze instelling om de scherpsteltijd te verminderen.
UIT/AAN UIT
H SCHERP-
STELLING
(p.85)
Deze instelling kan worden gebruik als de keuzeknop op N, <, M of >
staat ingesteld.
Gebruik deze instelling om de scherpstelmethode te kiezen.
//
SCHERP-
STELLING
(p.87)
Deze instelling kan worden gebruik als de keuzeknop op N, <, M of >
staat ingesteld. Gebruik deze instelling om het scherpstelgebied te
selecteren.
//
G SCHERPTE
(p.89)
Deze instelling kan worden gebruik als de keuzeknop op N, <, M of >
staat ingesteld.
Gebruik deze instellen om de contouren van een foto te verzachten of
te onderstrepen.
HARD/
STANDAARD/
ZACHT
STANDAARD
FLITSER
(p.89)
Deze instelling kan worden gebruik als de keuzeknop op N, <, M of >
staat ingesteld.
Gebruik deze instelling om de hoeveelheid licht die door de flitser wordt
uitgegeven in te stellen, om aan de omstandigheden van de opname
te voldoen of om het gewenste effect te bereiken.
–2/3 EV tot +2/3 EV,
in stappen van 1/3
EV
0
MEERVOUDIGE
OPNAME MET
VERSCHILLENDE
BELICHTINGEN
(p.90)
Deze instelling kan worden gebruik als de keuzeknop op N, <, M of >
staat ingesteld.
Gebruik deze instelling om hetzelfde onderwerp met verschillende
belichtingen op te nemen.
±1/3 EV, ±2/3 EV,
±1EV
±1/3 EV
Menu Functies Instellingen
Fabrieks-
instellingen