User Manual

108
6
N
In situaties waarin AUTO niet de gewenste resultaten levert—bijvoor-
beeld onder bepaalde soorten licht of in close-ups of portretonderwer-
pen—gebruik een aangepaste witbalans of kies een witbalansoptie die
past bij de lichtbron.
De witbalans wordt alleen aangepast voor de  itser in de modi AUTO,
WA WIT PRIORITEIT, AA OMGEVING PRIORIT. en g. Schakel de
itser uit als u fotos met andere witbalansopties wilt maken.
Witbalansopties zijn ook toegankelijk via sneltoetsen (P 246).
Witbalans verfi jnen
Als u na het selecteren van een witba-
lansoptie op MENU/OK druk, wordt het
dialoogvenster hier rechts weergegeven;
gebruik de keuzeknop om de witbalans
te ver jnen of druk op DISP/BACK om
verder te gaan zonder te ver jnen.
WB VERSCHUIVING
INSTELLEN
N
Druk, om af te sluiten zonder  jnafstelling voor witbalans, op DISP/BACK
nadat een witbalansoptie is geselecteerd.
U kunt de focusstick niet diagonaal kantelen tijdens het  jnafstellen van
de witbalans.