User Manual

209
8
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
SENSORREINIGING
Verwijder stof van de beeldsensor van de camera.
OptieOptie BeschrijvingBeschrijving
OK Reinig de sensor onmiddellijk.
WANNEER INGESCHAKELD
Het reinigen van de sensor wordt uitgevoerd als de came-
ra ingeschakeld wordt.
WANNEER UITGESCHAKELD
Het reinigen van de sensor zal worden uitgevoerd als
de camera wordt uitgeschakeld (sensorreiniging wordt
echter niet uitgevoerd als de camera wordt uitgeschakeld
in de afspeelmodus).
N
Stof dat niet kan worden verwijderd met behulp van sensorreiniging, kan
met behulp van een blazer worden verwijderd (P 316).
LEEFTIJD VAN BATTERIJ
Controleer het oplaadniveau van de bat-
terij. Het oplaadniveau wordt uitgedrukt
als een getal tussen 0 en 4. Hoe hoger
het getal, hoe ouder de batterij.
LEEFTIJD VAN BATTERIJ
BATTERIJGREEP L
BEHUIZING
BATTERIJGREEP R
N
Hoe ouder de batterij, hoe sneller hij leeg raakt. Wij raden aan batterijen te
vervangen naarmate ze leeg lopen.