User Manual

79
5
Handmatige scherpstelling
Scherpstelzoom
Als AAN is geselecteerd voor G AF/MF INSTELLINGEN>
SCHERPSTELLOEP, zal de camera automatisch inzoomen op het
geselecteerde scherpstelgebied als aan de scherpstelring wordt
gedraaid (P 73). Druk op het midden van de achterste com-
mandoschijf om zoom te verlaten.
N
Gebruik de scherpstelstick (scherpstelhendel) om een ander scherpstelveld
te kiezen.
Als STANDAARD of FOCUS PIEK HIGHLIGHT is geselecteerd voor G AF/MF
INSTELLINGEN> HF ASSISTENTIE, kan zoom worden aangepast door aan
de achterste instelschijf te draaien. Zoom kan niet worden aangepast wanneer
DIGITAAL SPLITSEN BEELD of DIGITALE MICROPRISMA is geselecteerd.
HF-assistentie
Gebruik G AF/MF INSTELLINGEN> HF ASSISTENTIE om een
scherpstelcontrole-optie te kiezen.
N
Het HF ASSISTENTIE-menu kan worden weergegeven door het midden van
de achterste commandoschijf ingedrukt te houden.
De volgende opties zijn beschikbaar:
DIGITAAL SPLITSEN BEELD: Geeft een gesplitste
afbeelding in het midden van het beeld
weer. Kader het onderwerp in het gesplitste
beeldveld in en draai aan de scherpstelring
totdat de vier delen van het gesplitste
beeld juist zijn uitgelijnd.
DIGITALE MICROPRISMA: Een raster met de
nadruk op onscherpte wordt weergegeven
wanneer het onderwerp niet scherp in
beeld is en verdwijnt om te worden vervan-
gen door een scherp beeld wanneer het
onderwerp scherp in beeld is.
FOCUS PIEK HIGHLIGHT: Markeert contrastrijke
contouren. Draai aan de scherpstelring
totdat het onderwerp is gemarkeerd.