User Manual

237
8
VERBINDINGSINSTELLINGEN
Pas instellingen aan voor verbinding met andere apparaten.
Om toegang te krijgen tot verbindings-
instellingen, drukt u op MENU/OK, selec-
teert u het tabblad D (INSTALLATIE) en
kiest u VERBINDING INSTELLING.
VERBINDINGSINSTELLINGEN
NETWERKINSTELLING
Bluetooth INSTELLINGEN
PC AUTO. OPSLAAN
VERB.INST. PRNTR
VERBINDINGSMODUS
INFORMATIE
ALGEMENE INSTELLINGN
INSTELLING USB-VOEDING
VERLATEN
N
Voor meer informatie over draadloze verbindingen bezoekt u:
http://fujifilm-dsc.com/wifi/
Bluetooth INSTELLINGEN
Pas Bluetooth instellingen aan.
OptieOptie BeschrijvingBeschrijving
KOPPELREGISTRATIE
Koppel de camera aan een smartphone met de FUJIFILM Camera
Remote app.
KOPPELINGSBEST.
SELECTEREN
Kies met behulp van KOPPELREGISTRATIE een verbinding uit
de lijst met apparaten waarmee de camera gekoppeld is geweest.
Selecteer GEEN VERBINDING om af te sluiten zonder verbin-
ding te maken.
KOPPELREG;
VERWIJDEREN
Verwijder koppelingsinformatie voor geselecteerde apparaten.
Kies het apparaat in de lijst met apparaten. Het geselecteerde ap-
paraat wordt ook uit de apparaten verwijderd die staan vermeld
in KOPPELINGSBEST. SELECTEREN.
Bluetooth AAN/UIT
AAN: De camera stelt automatisch een Bluetooth-verbinden vast
met gekoppelde apparaten wanneer deze ingeschakeld is.
UIT: De camera verbindt niet via Bluetooth.
AUTO OVERDRACHT
BEELDEN
AAN: Markeer fotos voor upload zoals ze zijn genomen. Mar-
keer JPEG-fotos voor uploaden zoals ze zijn genomen.
UIT:
Fotos worden niet gemarkeerd voor uploaden zoals ze zijn
genomen.