User Manual

262
10
Lenzen met diafragmaringen
Bij andere instellingen dan A kunt u
diafragma aanpassen door aan de
diafragmaring van de lens te draaien
(belichtingsmodi A en M).
A161185.64
2.8
A161185.64
Diafragmaring
N
Als u AAN selecteert voor GEOPT. FILMBEDIEN. oL wordt de diafrag-
maring uitgeschakeld.
Wanneer de diafragmaring op A is ingesteld, draai dan aan de instelschij-
ven om diafragma aan te passen (P 224).
De diafragmamodusschakelaar
Als de lens over een diafragmamodusschakelaar
beschikt, kan het diafragma handmatig worden
aangepast door de schakelaar naar Z te schuiven
en aan de diafragmaring te draaien.
Diafragmaring
Diafragmamodusschakelaar