User Manual

31
2
Een lens bevestigen
De camera kan gebruikt worden met lenzen voor het
FUJIFILM X-bevestigingspunt.
Verwijder de behuizingsdop van de came-
ra en de achterste dop van de lens. Plaats
de lens op het bevestigingspunt, houd de
markering op de lens en de camera op één
lijn (
A
) en draai vervolgens aan de lens
totdat deze op zijn plaats klikt (
B
).
O
Zorg dat stof of andere vreemde materialen niet in de camera komt bij
het bevestigen van lenzen.
Let op dat u de interne delen van de camera niet aanraakt.
Draai aan de lens tot deze goed vastklikt.
Druk niet op de ontspanknop van de lens tijdens het bevestigen van de lens.
Lenzen verwijderen
Schakel, om de lens te verwijderen, de camera uit en
druk vervolgens op de ontgrendelingsknop (
A
) van
de lens en draai aan de lens zoals aangeduid (
B
).
O
Om te voorkomen dat stof zich ophoopt op
de lens of in de camera, plaatst u de lenskap-
pen en de behuizingsdop van de camera
terug wanneer de lens niet is bevestigd.
Lenzen en andere optionele accessoires
De camera kan gebruikt worden met lenzen en accessoires voor het FUJIFILM
X-bevestigingspunt.
O
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het bevestigen of
verwijderen (verwisselen) van lenzen.
Controleer of er geen stof of andere vreemde materialen op de lenzen
aanwezig is.
Verwissel lenzen niet in direct zonlicht of onder een heldere lichtbron.
Licht dat rechtstreeks in de binnenkant van de camera is gericht, kan
storingen veroorzaken.
Bevestig de lensdoppen voordat lenzen worden verwisseld.