User Manual

55
4
Films opnemen
N
Het indicatorlampje brandt terwijl de opname wordt uitgevoerd (de op-
tie B FILMINSTELLINGEN> CONTROLELAMPJE kan worden gebruikt
om het lampje—indicator of AF-hulpverlichting—te kiezen dat brandt
tijdens  lmopnamen en of het lampje knippert of blijft branden). Tijdens
het opnemen kunt u de belichtingscompensatie veranderen met maxi-
maal ±2EV en de zoom aanpassen met behulp van de zoomring op de
lens (indien beschikbaar).
Als de lens met een modusschakelaar voor het diafragma is uitgerust,
selecteer dan de diafragmafunctie voordat u begint met de opname. Als
er een andere optie dan A is geselecteerd, kunnen de sluitertijd en het
diafragma worden aangepast terwijl de opname bezig is.
Terwijl de opname bezig is, kunt u het volgende doen:
-
Pas gevoeligheid aan
-
Stel opnieuw scherp met behulp van één van de volgende methoden:
Houd de ontspanknop half ingedrukt
Druk op een functieknop waaraan AF-AAN is toegewezen
Gebruik touchschreen-bedieningen
-
Toon een histogram of kunstmatige horizon door op de knop te
drukken waaraan HISTOGRAM o ELEKTR. WATERPAS is toegewezen
Opnemen is mogelijk niet beschikbaar bij bepaalde instellingen, terwijl
in andere gevallen de instellingen mogelijk niet van toepassing zijn
tijdens de opname.
Selecteer, om het scherpstelveld te kiezen voor  lmopnamen,
G AF/MF INSTELLINGEN> SCHERPSTELGEBIED en gebruik de
scherpstelstick (scherpstelhendel) en achterste commandoschijf (P 73).