User manual

92
De menu’s gebruiken: Opnamestand
G
G
AUTOFOCUS INSTELLING (Vervolg)
AUTOFOCUS INSTELLING (Vervolg)
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
AF+MF
AF+MF
Als AAN is geselecteerd in scherpstelstand S, kan de scherpstelling handmatig worden aangepast door aan de
scherpstelring te draaien terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. Zowel standaard als focus peaking HF
assistentieopties worden ondersteund (P 73). Objectieven met een aanduiding voor scherpstelafstand moeten
worden ingesteld op de stand handmatige scherpstelling (MF) voordat deze optie kan worden gebruikt. Selec-
teren van MF schakelt de aanduiding van de scherpstelafstand in. Stel de scherpstelring naar het midden van
de aanduiding voor scherpstelling, omdat de camera mogelijk niet kan scherpstellen als de ring is ingesteld op
oneindig of de minimale scherpstelafstand.
AF + MF Focus Zoom
AF + MF Focus Zoom
Wanneer
Wanneer
AAN
AAN
is geselecteerd voor
is geselecteerd voor
A
A
SCHERM SET-UP
SCHERM SET-UP
>
>
SCHERPSTELLOEP
SCHERPSTELLOEP
in het setup-menu en
in het setup-menu en
ENKEL
ENKEL
PUNT
PUNT
geselecteerd voor
geselecteerd voor
SCHERPSTELLING
SCHERPSTELLING
kan zoom worden gebruikt in te zoomen op het geselecteerde
kan zoom worden gebruikt in te zoomen op het geselecteerde
scherpstelfocusgebied. Scherpstelzoom is niet beschikbaar wanneer
scherpstelfocusgebied. Scherpstelzoom is niet beschikbaar wanneer
ZONE
ZONE
of
of
GROOTHOEK/TRACKING
GROOTHOEK/TRACKING
is
is
geselecteerd voor
geselecteerd voor
SCHERPSTELLING
SCHERPSTELLING
. De zoomverhouding is gelijk aan die geselecteerd in de stand voor
. De zoomverhouding is gelijk aan die geselecteerd in de stand voor
handmatige scherpstelling (van 2,5× tot 6×) en kan niet worden gewijzigd.
handmatige scherpstelling (van 2,5× tot 6×) en kan niet worden gewijzigd.
GEZICHTSDETECTIE
GEZICHTSDETECTIE
Intelligente gezichtsdetectie stelt in de gehele foto de scherpstelling en belichting in voor gezichten van
mensen, waarbij wordt voorkomen dat de camera niet de achtergrond scherpstelt in groepsportretten. Kies
voor fotos die portretonderwerpen benadrukken.
Om Intelligente gezichtsdetectie te gebruiken, druk op MENU/OK om het opnamemenu
weer te geven en selecteer AAN voor GEZICHTSDETECTIE. Gezichten kunnen met de
camera in verticale of horizontale richting worden gedetecteerd; als er een gezicht is
gedetecteerd, wordt dit aangeduid door een groene rand. Als er zich meerdere gezich-
ten in de foto bevinden, dan selecteert de camera het gezicht dat zich het dichtst bij het
midden bevindt: andere gezichten worden met witte randen aangeduid.
Q In sommige standen is het mogelijk dat de camera de belichting voor de gehele foto in plaats van het
portretonderwerp instelt.
Q Als het onderwerp beweegt terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt, dan bevindt het gezicht zich mogelijk
niet in het gebied met de groene rand bij het maken van de foto.