Operation Manual
117
Probleemoplossing
Voeding en batterij
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
De camera kan
niet worden
ingeschakeld.
De batterijen zijn volledig leeg. Plaats nieuwe of volledig opgeladen batterijen. 8
De batterijen zijn niet in de juiste richting in
het batterijcompartiment geplaatst.
Plaats de batterijen in de juiste richting. 8
De afdekkap van het batterijcompartiment is
niet vergrendeld.
Vergrendel de afdekkap van het batterijcompartiment. 9
De netstroomadapter en het koppelstuk zijn
niet goed aangesloten
Sluit de netstroomadapter en het koppelstuk goed aan. —
De batterijen en de netstroomadapter zijn
voor een bepaalde tijd afgesloten.
Nadat u de batterijen heeft geplaatst of de netstroomadap-
ter heeft aangesloten, wacht enkele seconden voordat u de
camera inschakelt.
—
De batterij raakt
snel leeg.
De batterijen zijn koud.
Warm de batterijen op in een van uw zakken of op een an-
dere plaats en stop ze pas vlak voordat u gaat fotograferen
in de camera.
iv
Er zit vuil op de polen van de batterij. Maak de polen schoon met een zachte, droge doek. —
De M stand van de camera is ingescha-
keld.
Selecteer een andere opnamestand. 21
De batterijen zijn nieuw, zijn voor een lange
tijd niet gebruikt geweest of zijn opgeladen
voordat ze hiervoor volledig leeg waren (al-
leen oplaadbare Ni-MH-batterijen).
Ontlaad Ni-MH-batterijen aan de hand van de optie P ONT-
LADEN en laad ze op in een batterij-oplader (afzonderlijk
verkrijgbaar). Als de batterijen geen lading hebben nadat ze
verschillende malen zijn ontladen en heropgeladen, hebben
ze het einde bereikt van hun levensduur en moeten ze wor-
den vervangen.
113
E SNELLER AF en AE is geactiveerd.
Schakel E SNELLER AF en AE uit om de batterij minder snel
te verbruiken.
91
J is geselecteerd voor de scherpstelstand.
Selecteer een andere instelling voor de scherpstelstand. 51
De camera
wordt plotseling
uitgeschakeld.
De batterijen zijn volledig leeg. Plaats nieuwe of volledig opgeladen batterijen. 8
De netstroomadapter of het koppelstuk is
afgekoppeld.
Sluit de netstroomadapter en het koppelstuk goed aan. —
Probleemoplossing