Operation Manual

23
Meer over fotogra e
Opnamestanden
Selecteer een opnamestand die bij het onderwerp past. Dit doet u door de
functieknop in de gewenste stand te zetten. De volgende opnamestanden
zijn beschikbaar:
P, S, A, M: selecteren voor volledige controle over de instellin-
gen van de camera, inclusief diafragma (M en A) en/of sluitertijd
(M en S) (P 31).
C (CUSTOM): Om opgeslagen instellingen
voor de opnamestanden P, S, A, M en
alle E-standen behalve R (P 34)
weer op te roepen.
N (BEW. PANOR. 360): Voor het nemen
van een panoramafoto (P 29).
O: Verhoog de helderheid, redu-
ceer ruis, verhoog het dynamische bereik
of laat de camera zich automatisch instel-
len naar gelang de scène (P 24).
Adv. (GEAVANCEERD): Geavanceerde foto-
technieken op eenvoudige wijze (P 25).
B (AUTO): een eenvoudige “richten-en-fo-
tograferen” stand, speciaal voor beginnen-
de gebruikers van digitale camera’s (P 25).
SP1, SP2 (ONDERWERPPROGRAMMA): kies een stand die bij het on-
derwerp of de omstandigheden past, en de camera doet de
rest (P 28).
Meer over fotogra e