Operation Manual

8
Laden van de batterij
De batterij is niet geladen vanuit de fabriek. Laad de batterij voor gebruik op.
1
Plaats de batterij in de batterijlader.
Plaats de batterij in de meegeleverde batte-
rijlader in de richting van de pijl.
Batterijlader
Batterij
Pijl
Laadindicator
2
Laad de batterij.
Sluit de lader aan op een stopcontact. Terwijl
de batterij oplaadt, zal de laadindicator knip-
peren.
c Voorzorgsmaatregelen
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer de
lader niet wordt gebruikt.
Verwijder vuil van de batterijaansluitingen met
een schone, droge doek. Doet u dit niet, dan kan
de batterij mogelijk niet worden opgeladen.
Bij lage temperaturen duurt het opladen langer.
De laadindicator
De laadindicator geeft de laadtoestand van de bat-
terij als volgt weer:
Laadindicator
Laadindicator
Batterijtoestand
Batterijtoestand
Handeling
Handeling
Uit
Geen batterij
geplaatst.
Plaats de batterij.
Batterijfout.
Trek de stekker uit
het stopcontact
en verwijder de
batterij.
Knipperend
De batterij wordt
opgeladen.
Aan
Batterij volledig
opgeladen.
Verwijder de
batterij.
3
Verwijder de batterij.
Verwijder de batterij als de laadindicator
stopt met knipperen.