Operation Manual

112
Probleemoplossing
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
Beeldproble-
men
De foto’s zijn
bewogen.
De lens is vuil. Maak de lens schoon. 108
De lens is bedekt.
Houd geen voorwerpen of vingers voor de
lens.
17
s verschijnt tijdens het fotograferen en het
scherpstelframe wordt rood.
Controleer de scherpstelling voordat u de foto
maakt.
116
k verschijnt tijdens het fotograferen.
Gebruik de  itser of een statief. 36–37
De foto’s hebben
spikkels.
De omgevingstemperatuur is hoog en het
onderwerp is onderbelicht.
Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Verticale lijnen
verschijnen op
foto’s.
De camera werd lange tijd gebruikt bij hoge
temperaturen.
Schakel de camera uit en wacht tot hij is afge-
koeld.
Verticale lichtspie-
geling (smear) op
de foto.
De zon of een ander fel voorwerp verschijnt
in het beeld.
Er kunnen witte of paarse lijnen verschij-
nen wanneer er een zeer fel voorwerp in het
scherm wordt scherpgesteld. Dit is normaal en
duidt niet op een defect. Vervaging wordt niet
op foto’s vastgelegd maar kan wel in  lms ver-
schijnen. Probeer, indien mogelijk, het opne-
men van  lms met felle voorwerpen in of dicht
bij het beeld te vermijden.
120
Opslaan
De foto’s worden
niet opgeslagen.
De voeding werd tijdens het fotograferen
onderbroken.
Schakel de camera uit voordat u de netstroom-
adapter/het koppelstuk aansluit. De bestanden
en de geheugenkaart kunnen beschadigd wor-
den als de camera ingeschakeld blijft.
Opnamestand
continu
fotograferen
Er wordt maar één
foto gemaakt.
De zelfontspanner is ingeschakeld en de
opties L en N werden geselecteerd in de
stand continu fotograferen.
Schakel de zelfontspanner uit. 38