Operation Manual
86
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
P
P
FINEPIX KLEUR
FINEPIX KLEUR
Voor het verhogen van het contrast en de kleurver-
zadiging of voor het maken van zwart-witfoto's.
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
STANDAARD
Standaard contrast en verzadiging.
Aanbevolen voor de meeste situaties.
CHROME/DIA
Meer contrast en kleur. Gebruik
deze instelling voor levendige foto’s
van bloemen of om de groene en
blauwe kleuren in landschappen te
benadrukken.
ZWART/WIT Voor het maken van zwart-witfoto's.
Andere instellingen dan STANDAARD worden aan-
geduid met een pictogram op het LCD-scherm.
1
• De instelling van FINEPIX KLEUR verandert niet als
de camera wordt uitgeschakeld of een andere opna-
mestand wordt geselecteerd.
• Het e ect van CHROME/DIA kan per onderwerppro-
gramma variëren en is bij sommige onderwerpen nau-
welijks merkbaar. Bij sommige onderwerpen is het e ect
van CHROME/DIA niet zichtbaar op het LCD-scherm.
D
D
WITBALANS
WITBALANS
Selecteer een instelling die overeenkomt met de
lichtbron, zodat uw foto’s natuurlijke kleuren krijgen.
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
AUTO De witbalans wordt automatisch ingesteld.
h
Om een witbalanswaarde te meten.
i
Voor onderwerpen in direct zonlicht.
j
Voor onderwerpen in de schaduw.
k
Voor “daglicht” tl-buizen.
l
Voor “warmwitte” tl-buizen.
m
Voor “koelwitte” tl-buizen.
n
Voor gloeilampverlichting.
Indien AUTO niet het gewenste resultaat oplevert (bij
het maken van close-ups bijvoorbeeld), dan kunt u h
selecteren en een witbalanswaarde meten of een optie
selecteren die overeenkomt met het aanwezige licht.
1
• Bij andere instellingen dan h wordt de witbalans au-
tomatisch ingesteld wanneer de itser wordt gebruikt.
Klap de itser in (P 40) om met een andere instelling
foto’s te maken.
• De resultaten variëren met de omstandigheden waaron-
der wordt gefotografeerd. Speel de foto’s direct af om
op het LCD-scherm te controleren of de kleuren naar
wens zijn.