Operation Manual
87
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
■
■
h
h
: Aangepaste witbalans
: Aangepaste witbalans
Selecteer h om de witbalans aan ongebruikelijke
lichtomstandigheden aan te passen. Opties voor
witbalansmeting worden weergegeven; richt de ca-
mera op een wit voorwerp zodat het gehele beeld
gevuld is en druk de ontspanknop volledig in om de
witbalans te meten.
Als vervolgens de melding “VOLTOOID!” verschijnt,
drukt u op MENU/OK om de witbalans op de gemeten
waarde te zetten. Deze waarde kan weer worden
opgeroepen door de hierboven beschreven opties
voor de aangepaste witbalans op het LCD-scherm
weer te geven en op MENU/OK te drukken.
Als de melding “ONDER” verschijnt, verhoog dan de
belichtingscompensatie (
P 51) en probeer het op-
nieuw.
Als de melding “OVER” verschijnt, verlaag dan de be-
lichtingscompensatie en probeer het opnieuw.
2
Om met opzet een speciaal kleure ect aan uw foto’s te
geven, gebruikt u bij het meten van de persoonlijke wit-
balans een gekleurd in plaats van een wit voorwerp.
C
C
LICHTMEETSYSTEEM
LICHTMEETSYSTEEM
Bepaal hoe de camera de belichting meet als Intel-
ligente gezichtsdetectie is uitgeschakeld.
• o MULTI: Automatische scèneherkenning wordt
gebruikt om de belichting aan te passen aan di-
verse omstandigheden.
• p SPOT: De camera meet de lichtomstandigheden
in het midden van het beeld. Aan te bevelen wan-
neer de achtergrond veel lichter of donkerder is
dan het belangrijkste onderwerp. Deze optie kan
worden gebruikt in combinatie met scherpstelver-
grendeling (
P 37) om de belichting te meten van
onderwerpen die zich niet in het midden van het
beeld bevinden.
• q INTEGRAAL: De belichting wordt ingesteld op
basis van het gemiddelde van het gehele beeld.
Zorgt voor dezelfde belichting bij meerdere foto’s
met hetzelfde licht en is in het bijzonder e ectief
voor het fotograferen van landschappen en het
maken van portretten van onderwerpen met wit-
te of zwarte kleding.