BL03810-100 DIGITAL CAMERA X-M1 Gebruiksaanwijzing Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product heeft gesteld. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe u uw digitale camera X-M1 van FUJIFILM gebruikt en de meegeleverde software installeert. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt.
Voor uw veiligheid Lees deze opmerkingen voordat u de camera gebruikt WAARSCHUWING Veiligheidsopmerkingen • Zorg ervoor dat u uw camera goed gebruikt. Lees voor gebruik deze veiligheidsopmerkingen en uw Gebruikershandleiding zorgvuldig door. • Bewaar deze veiligheidsopmerkingen na het lezen op een veilige plaats.
Voor uw veiligheid WAARSCHUWING ATTENTIE Als de batterij lekt en vloeistof in contact komt met uw ogen, huid of kleding, spoelt u het betreffende gebied onmiddellijk met schoon stromend water af en zoekt u medische hulp of belt u onmiddellijk het alarmnummer. Gebruik de lader niet om andere batterijen dan hier vermeld op te laden. De meegeleverde lader is uitsluitend voor gebruik met het type batterij dat met de camera wordt meegeleverd.
Voor uw veiligheid De batterij en voeding Opmerking: Controleer welk type batterijen in uw camera wordt gebruikt en lees de relevante paragrafen aandachtig door. Dit gedeelte beschrijft hoe u de batterijen moet hanteren zodat ze zo lang mogelijk meegaan. Verkeerd gebruik kan de levensduur verkorten en lekkage, oververhitting en ontploffen van de batterij tot gevolg hebben. indicatie dat het einde van de levensduur van de batterij is bereikt en dat de batterij moet worden vervangen.
Voor uw veiligheid batterijen van verschillende merken nooit samen. • Neem de batterij uit de camera wanneer de camera gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt. Denk er wel aan dat de cameraklok weer zal moeten worden ingesteld. • De batterij kan tijdens gebruik enigszins warm aanvoelen. Schakel voordat u de batterijen verwijdert, de camera uit en wacht tot de batterijen zijn afgekoeld. • De capaciteit van batterijen neemt bij lage temperaturen enigszins af.
Voor uw veiligheid • Als vloeibare kristallen worden ingeslikt, moet de mond met veel schoon stromend De camera gebruiken water worden gespoeld. Drink grote hoeveelheden water en probeer over te • Richt de camera niet op extreem heldere lichtbronnen, zoals de zon bij een onbegeven. Roep daarna medische hulp in. wolkte lucht. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan de beeldsensor van de camera toebrengen.
Voor uw veiligheid MEDEDELINGEN Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om gevaar voor brand en een schok te voorkomen. Lees eerst de “Veiligheidsopmerkingen” en zorg dat u deze begrijpt voordat u de camera gebruikt.
Voor uw veiligheid Lees deze opmerkingen voordat u de camera gebruikt Veiligheidsopmerkingen Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product heeft gesteld. Raadpleeg uw FUJIFILM-dealer voor reparatie, inspectie en interne testen. • Zorg ervoor dat u de lens goed gebruikt. Lees voor gebruik deze veiligheidsopmerkingen en de Gebruikershandleiding van de camera zorgvuldig door. • Bewaar deze veiligheidsopmerkingen na het lezen op een veilige plaats.
Voor uw veiligheid • Draadloze gegevens (afbeeldingen) kunnen worden onderschept door derden. De beveiliging van gegevens verzonden via draadloze netwerken kan niet worden gegarandeerd. • Gebruik het apparaat niet op plaatsen die onderhevig zijn aan magnetische velden, statische elektriciteit of radio-interferentie.
Over deze gebruiksaanwijzing Lees deze gebruiksaanwijzing en de waarschuwingen in het hoofdstuk “Voor uw veiligheid” (P ii) aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Informatie over specifieke onderwerpen vindt u aan de hand van onderstaand overzicht. Inhoudsopgave ........................................................P ........................................................P xii De “Inhoudsopgave” geeft een duidelijk overzicht van de gehele gebruiksaanwijzing.
Productverzorging Camerabehuizing: Om uw camera in een goede staat te houden, is het aan te raden de camerabehuizing na elk gebruik met een zachte, schone doek schoon te maken. Gebruik geen alcohol, verfverdunner of andere vluchtige chemicaliën. Deze kunnen vervormingen of verkleuringen van het leer van de camerabehuizing tot gevolg hebben. Vloeistoffen op de camera moeten onmiddellijk worden verwijderd met een zachte, droge doek.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid .............................................................................ii Veiligheidsopmerkingen ...............................................................ii MEDEDELINGEN ..............................................................................vii Veiligheidsopmerkingen ............................................................viii Over deze gebruiksaanwijzing ....................................................x Productverzorging...........................
Inhoudsopgave Meer over fotografie en afspelen Opnamestand ................................................................................... 33 S GEAVANCRD SR AUTO .......................................................... 34 B AUTO ............................................................................................ 34 Adv. GEAVANCEERD ..................................................................... 35 Y GEAVANC. FILTER .................................................................
Inhoudsopgave Menu’s De menu's gebruiken: Opnamestand .................................... 70 Opties opnamemenu (foto’s) .................................................... 70 A ONDERWERPPROGRAMMA .............................................. 70 A Adv. MODUS ........................................................................... 70 N ISO .............................................................................................. 70 O BEELDGROOTTE ....................................................
Inhoudsopgave Het instellingenmenu.................................................................... 82 Het instellingenmenu gebruiken ............................................ 82 Opties van het instellingenmenu ............................................ 83 F DATUM/TIJD ........................................................................... 83 N TIJDVERSCHIL ......................................................................... 83 Q a ...........................................................
Inhoudsopgave xvi Technische informatie Probleemoplossing Optionele accessoires..................................................................106 Accessoires van FUJIFILM .........................................................106 De camera op andere apparaten aansluiten ....................109 Onderhoud van de camera .......................................................110 Opslag en gebruik .......................................................................110 Op reis ........................
Voordat u begint Symbolen en conventies Menu’s en andere teksten die in de schermen van de camera verschijnen worden vetgedrukt weergegeven. In de illustraties in deze gebruiksaanwijzing worden schermen van de camera ten behoeve van de duidelijkheid soms enigszins vereenvoudigd afgebeeld. Voordat u begint In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt: Q Deze informatie moet worden gelezen voordat u de camera in gebruik neemt zodat u de camera correct bedient.
Delen van de camera Voor meer informatie, zie de pagina rechts van elk item vermeld. A B C D E F G H I J Ontspanknop ................................................. 22 Hoofdinstelschijf .......................................5, 122 Standknop ..................................................... 33 Accessoireschoen ....................................27, 109 Flitser ............................................................. 27 Bevestigingsoog draagriem ........................... 10 Luidspreker ......
Delen van de camera De indicatorlamp De indicatorlamp geeft de status van de camera als volgt weer: Voordat u begint N (flitser pop-up)-knop.................................. 27 a (afspeel)-knop ......................................... 20 Indicatorlamp (zie hieronder) t(filmopname)-knop ................................... 30 MENU/OK-knop ............................................... 5 X (bedieningsvergrendeling)-knop (houd ingedrukt) .........................................................
Delen van de camera Stille stand In situaties waar camerageluiden of -lichten ongewenst zijn, druk op de knop DISP/BACK totdat het icoontje o wordt weergegeven (ca. een seconde). De luidspreker van de camera, flitser en AF-hulplicht/zelfontspannerlampje schakelen uit en de flitser- en volume-instellingen kunnen niet worden aangepast (let op dat stille stand niet kan worden in-of uitgeschakeld wanneer er een video wordt afgespeeld). Druk nogmaals op de DISP/BACK-knop om normale bediening te hervatten.
Delen van de camera De hoofdinstelschijf De selectieknop Verplaats cursor naar links (g) F (macro)-knop (P 29) MENU/OK-knop (P 70, 77, 82) Verplaats cursor naar rechts (h) WB (witbalans)-knop (P 45) Verplaats cursor omlaag (f) I (serieopname)-knop (P 59, 60) Draai aan de hoofdinstelschijf om de belichting of sluitertijd in te stellen (P 43, 55), selecteer opties in het snelmenuscherm (P 32) of bekijk andere foto’s in de afspeelstand (P 23).
Delen van de camera Cameraschermen De volgende indicatortypes kunnen worden weergegeven tijdens fotograferen en afspelen. In de volgende beschrijving worden alle beschikbare indicators ter illustratie getoond; de indicators die daadwerkelijk worden getoond variëren afhankelijk van de camera-instellingen. ■ Fotograferen 100 2 1 0 -1 -2 M 6 1000 F5.6 ±0 200 F A B C D E F G H I J K L M N O Flitsstand ........................................................ 27 Macrostand (close-up) .................
Delen van de camera ■ Afspelen 100-0001 YouTube 12 / 31 / 2050 1 / 1000 10 : 00 AM F5.6 +1/ 3 200 Foto's waarderen............................................. 23 Intelligente gezichtsdetectie-indicator ........... 74 Indicator rode-ogenverwijdering .................... 79 Gezicht verzachten .......................................... 39 Geavanceerd filter ........................................... 36 Geschenkafbeelding........................................ 23 Framenummer ...........................
Lenzen De camera kan worden gebruikt met lenzen voor het FUJIFILM X-bevestigingspunt en de andere accessoires die staan vermeld vanaf pagina 106. Delen van de lens De doppen verwijderen Verwijder de doppen zoals afgebeeld. De zonnekap bevestigen A B C D E F G 8 Zonnekap Bevestigingsmarkeringen Scherpstelring Zoomring Lenssignaalcontacten Voorste lensdop Achterste lensdop Wanneer bevestigd, verminderen zonnekappen schittering en beschermen ze het voorste lenselement.
Lenzen Lenzen met diafragmaringen Diafragmastandenschakelaar Als de lens over een diafragmastandenschakelaar beschikt, kan diafragma handmatig worden aangepast door de schakelaar naar Z te schuiven en aan de diafragmaring te draaien. Handmatige scherpstellenzen Diafragmaring A 16 11 8 5.6 4 A 16 11 8 5. Diafragmaring Diafragmastandenschakelaar Q Wanneer de diafragmaring op A is ingesteld, gebruikt u de secundaire instelschijf om diafragma aan te passen.
Eerste stappen De draagriem bevestigen Bevestig de draagriem aan de twee bevestigingsoogjes zoals hieronder aangeduid. Q Zorg dat de draagriem goed vastzit om vallen van de camera te voorkomen.
Een lens bevestigen Bevestig lenzen zoals hieronder beschreven. Q Zorg is vereist om te voorkomen dat stof de camera binnendringt tijdens het bevestigen en verwijderen van lenzen. 1 Verwijder de bodydop en achterste dop. Verwijder de bodydop van de camera en de achterste dop van de lens. Ontspanknop lens Q Om te voorkomen dat stof zich ophoopt op de lens of in de camera, plaats de lensdop en bodydop van de camera terug wanneer de lens niet is bevestigd. Q Raak de interne delen van de camera niet aan.
De batterij opladen De batterij is bij verscheping uit de fabriek niet opgeladen. Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde batterijlader. 1 Plaats de batterij in de lader. Plaats de batterij in de meegeleverde batterijlader, zoals aangeduid. Oplaadlampje Batterijlader 2 Sluit de lader aan op een stopcontact. Steek de stekker van de lader in een stopcontact binnenshuis. De laadindicator licht op.
De batterij en een geheugenkaart plaatsen De camera heeft geen intern geheugen; in plaats daarvan worden foto's op optionele SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten opgeslagen (apart verkrijgbaar). Plaats, na het opladen van de batterij, de batterij en geheugenkaarten zoals hieronder beschreven. 1 Open het afdekkapje van het batterijencom- 2 Plaats de batterij.
De batterij en een geheugenkaart plaatsen 3 Plaats de geheugenkaart. Houd de geheugenkaart in de richting zoals rechts aangeduid en schuif deze in het apparaat totdat deze aan de achterkant van de sleuf vastklikt. Klik Q Zorg ervoor dat de kaart in de juiste richting is geplaatst; steek de kaart er niet onder een hoek in en oefen geen kracht uit.
De batterij en een geheugenkaart plaatsen De batterij en de geheugenkaart verwijderen Voordat u de batterij of de geheugenkaart verwijdert, moet de camera worden uitgeschakeld, waarna het afdekkapje van het batterijencompartiment kan worden geopend. Batterijvergrendeling De geheugenkaart kan worden verwijderd door de kaart omlaag te drukken en langzaam omhoog te laten komen. De geheugenkaart kan nu met de hand worden verwijderd.
De batterij en een geheugenkaart plaatsen ■ Compatibele geheugenkaarten FUJIFILM en SanDisk SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zijn goedgekeurd voor gebruik in deze camera. Een volledige lijst met goedgekeurde geheugenkaarten is beschikbaar op http://www.fujifilm.com/ support/digital_cameras/compatibility/. Met andere geheugenkaarten kan de werking niet worden gegarandeerd. De camera kan niet worden gebruikt met xD-Picture Cards of MultiMediaCard (MMC)-apparaten.
De camera in- en uitschakelen Draai de ON/OFF-schakelaar naar ON om de camera in te schakelen. Selecteer OFF om de camera uit te schakelen. Q Vingerafdrukken en andere vlekken op de lens kunnen van invloed zijn op de kwaliteit van de foto’s en het beeld door de lens in het camerascherm. Houd de lens schoon. Eerste stappen R Druk op de a-knop om het afspelen te starten. Druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de opnamestand.
Basisinstellingen Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt er een taalkeuzevenster. Stel de camera in volgens onderstaande aanwijzingen (u kunt op elk gewenst moment de klok opnieuw instellen of een andere taal kiezen met de opties F DATUM/TIJD of Q a van het instellingenmenu; zie pagina 83 voor informatie over het oproepen van het instellingenmenu). 1 Kies een taal. Markeer een taal en druk op MENU/OK. START MENU ENGLISH R Druk op DISP/BACK om de huidige stap over te slaan.
De DISP/BACK DISP/BACK-knop -knop Druk op DISP/BACK om als volgt door de weergavestanden te bladeren: R INFORMATIE 2 is alleen beschikbaar als een andere optie dan x VOLGEN is geselecteerd voor F SCHERPSTELMODUS in standen P, S, A en M. ■ Fotograferen 100 2 2 1 1 0 0 -1 -1 -2 -2 M 1000 F5.6 M 200 INFORMATIE 1 100 1000 F5.
De DISP/BACK-knop ■ Afspelen Weergegeven indicators Verborgen indicators Favorieten 100-0001 3:2 F 12 / 31 / 2050 1 / 1000 3 10 : 00 AM F5.6 +1/ 3 Foto-informatie 100-0001 100-0001 12 / 31 / 2050 200 Histogrammen Histogrammen tonen de verdeling van de tinten in het beeld. Helderheid wordt door de horizontale as getoond, het aantal pixels door de verticale as. Schaduwen Hoge lichten 10 : 00 AM 3:2 F ISO 200 1/1000 F4.
Algemene fotografie en afspelen Foto’s maken Deze paragraaf geeft uitleg over basisfotografie. 1 Selecteer S-stand. Scène-pictogram De camera selecteert automatisch de juiste scène. Draai de standknop naar S (GEAVANCRD SR AUTO). De volgende informatie wordt weergegeven in het LCD-scherm. R De Q-knop kan worden gebruikt om camera-instellingen te bekijken en aan te passen (P 32).
Foto’s maken 2 Houd de camera gereed. 4 Stel scherp. Houd met beide handen de camera stevig vast en laat uw ellebogen tegen uw zij rusten. Trillende of onvaste handen kunnen uw foto’s onscherp maken. Kadreer de foto met uw onderwerp in het midden van de scherm en druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. Houd uw vingers en andere voorwerpen uit de buurt van de lens, flitser, en AF-hulpverlichting om onscherpe of te donkere (onderbelichte) foto’s te voorkomen.
Foto’s bekijken Foto's in volledig scherm bekijken Foto’s kunnen in het LCD-scherm worden bekeken. Het verdient aanbeveling om bij belangrijke foto's eerst enkele proefopnamen te maken die u op het LCD-scherm controleert. Druk op a om de foto’s in volledig scherm te bekijken. 100-0001 F4. F4.5 4.5 2 3 Extra foto's kunnen worden bekeken door op de selectieknop links of rechts te drukken of aan de hoofdinstelschijf te draaien.
Foto’s bekijken Afspeelzoom Draai aan de secundaire instelschijf voor in-of uitzoomen op foto’s in volledige schermweergave. 100-0001 Zoomindicator 24 R Om meerdere beelden weer te geven, draait u de secundaire instelschijf naar links wanneer een foto in volledig scherm wordt weergegeven. Nadat op de foto is ingezoomd, kan de selectieknop worden gebruikt om delen van de afbeelding te bekijken die momenteel niet zichtbaar zijn in het scherm.
Foto’s bekijken Multiframeweergave Om meerdere beelden te bekijken, draait u de secundaire instelschijf naar links wanneer een foto in volledig scherm wordt weergegeven. Gebruik de secundaire instelschijf om het aantal weergegeven beelden te kiezen. Draai de secundaire instelschijf naar links om meer beelden te bekijken. 100-0001 Gebruik de selectieknop om beelden te markeren en druk op MENU/OK om het gemarkeerde beeld in volledig scherm weer te geven.
Foto’s wissen Druk op de selectieknop omhoog (b) en kies uit de onderstaande opties om afzonderlijke foto's, meerdere geselecteerde foto's of alle foto's te verwijderen. Let op dat gewiste foto's niet kunnen worden hersteld. Kopieer eerst alle belangrijke foto's naar een computer of ander opslagapparaat.
De flitser gebruiken Gebruik de ingebouwde flitser voor extra verlichting wanneer u ‘s nachts of binnenshuis bij slecht licht fotografeert. 1 Druk op de N-knop om de flitser omhoog te zetten. Q De flitser kan contact maken met accessoires die op de accessoireschoen zijn geplaatst. Verwijder, indien nodig, accessoires voordat u de flitser omhoog zet. 2 Selecteer p FLITSERFUNCTIE in het opnamemenu.
De flitser gebruiken Q Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp, kunnen sommige lenzen schaduwen werpen wanneer er met flitslicht foto’s worden gemaakt. R Zet de flitser omlaag op plaatsen waar flitslicht verboden is, of als u het natuurlijke licht wilt vastleggen bij zwak licht. We raden u ook aan de flitser omlaag te zetten wanneer de camera uitstaat. R Als p op het LCD-scherm verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, zal de camera flitsen bij het maken van de foto.
Macrostand (close-ups) Druk op de selectieknop links (F) om op korte afstand scherp te stellen. Selecteer OFF om de macrostand af te sluiten. R De afstanden waarop de camera scherpstelt in de macrostand verschillen per lens. Zie de lenshandleiding voor meer informatie.
Algemene films opnemen en afspelen High-Definition (HD)-films opnemen De camera kan worden gebruikt voor het opnemen van korte video’s in hoge resolutie. Tijdens de opname worden y en de resterende tijd in het LCD-scherm weergegeven en wordt het geluid via de ingebouwde microfoon opgenomen (let op dat de microfoon niet is afgedekt tijdens het opnemen). 1 Druk op t om de opname te starten. 12m34s Resterende tijd 2 Druk nogmaals op de t-knop om de opname te beëindigen.
Films bekijken Tijdens het afspelen worden films overeenkomstig nevenstaande afbeelding weergegeven. Tijdens het afspelen van een film zijn de volgende handelingen mogelijk: Filmpictogram 100-0006 Bediening Beschrijving Druk op de selectieknop omlaag om het afspelen te starten. Druk nogmaals om te pauzeAfspelen starten/ ren. Terwijl het afspelen wordt gepauzeerd, kunt u op de selectieknop links of rechts pauzeren drukken om één beeld tegelijkertijd vooruit- of achteruit te spoelen.
De Q (snelmenu)-knop Druk op Q voor snelle toegang tot de volgende items. Voor meer informatie over de beschikbare opties, zie de pagina’s die hieronder worden vermeld. DYNAMISCH BEREIK 400 3:2 INSTELLEN F A A OPNAMESTAND ...................................... 33 B F SCHERPSTELMODUS .............................. 74 C N ISO ........................................................... 47 D U DYNAMISCH BEREIK .............................. 71 E h RUISONDERDRUKKING .........................
Meer over fotografie en afspelen P: Diafragma en sluitertijd kunnen worden aangepast met behulp van programmaverschuiving (P 40). S(GEAVANCRD SR AUTO): De camera optimaliseert automatisch de instellingen voor de scène (P 34). S, A, M: Selecteer voor volledige controle over de camera-instellingen, inclusief diafragma (M en A) en/of sluitertijd (M en S) (P 41, 42, 43). Meer over fotografie en afspelen Opnamestand Kies een opnamestand overeenkomstig de scène of het type onderwerp.
Opnamestand S GEAVANCRD SR AUTO B AUTO Wanneer de standknop naar S wordt gedraaid, optimaliseert de camera automatisch de instellingen zodat ze passen bij het onderwerp. Kies voor frisse, heldere foto’s. Deze stand wordt aanbevolen voor de meeste situaties. Het onderwerp wordt aangeduid door een pictogram in het scherm. a AUTO c LANDSCHAP d NACHT h NACHT (STAT.
Opnamestand Adv. GEAVANCEERD R A Adv. MODUS ondersteunt belichtingscompensatie (P 55) en programmaverschuiving (P 40). 1 Druk op MENU/OK terwijl de modusbeschrijving wordt weergegeven. R Als het beeld door de lens in het LCD-scherm wordt weergegeven, druk op MENU/OK en selecteer A Adv. MODUS in het opnamemenu. GEAVANC. FILTER Speciale beelden met effecten van diverse filters. ANDERE Geav. MODUS 2 Markeer Y GEAVANC. FILTER (P 36) of j MULTI-BELICHTING (P 37) en druk G GEAVANC. FILTER op MENU/OK.
Opnamestand ■ Y GEAVANC. FILTER Maak foto’s met filtereffecten. Kies uit de volgende filters. Filter G SPEELGOEDCAMERA H MINIATUUR I POP-KLEUR J HIGH-KEY Z LAAG-TOON K DYNAMISCHE KLEURTOON X ZACHTE FOCUS u GEDEELTE KLEUR (ROOD) v GEDEELTE KLEUR (ORANJE) w GEDEELTE KLEUR (GEEL) x GEDEELTE KLEUR (GROEN) y GEDEELTE KLEUR (BLAUW) z GEDEELTE KLEUR (PAARS) Beschrijving Kies voor een retro speelgoedcamera-effect. De boven- en onderzijden van foto’s worden onscherp gemaakt voor een diorama-effect.
Opnamestand ■ j MULTI-BELICHTING + 1 Maak de eerste foto. 2 Druk op MENU/OK. De eerste foto wordt over het beeld gelegd dat door de lens te zien is, als hulp bij het maken van de tweede foto. R Druk op de selectieknop links om terug te keren naar stap 1 en de eerste foto opnieuw te maken. Druk op DISP/BACK om de eerste foto op te slaan zonder een meervoudige belichting te maken. Meer over fotografie en afspelen Maak een foto die twee belichtingen combineert. 3 Maak de tweede foto.
Opnamestand SP ONDERWERPPROGRAMMA /N /N/M/h De camera biedt verschillende “scènes” die elk kunnen worden aangepast aan de opnameomstandigheden of een specifiek type onderwerp. De volgende scènes kunnen rechtstreeks worden geselecteerd met behulp van de standknop: Scène N SPORT M LANDSCHAP h PORTRET Beschrijving Kies deze scène bij het fotograferen van bewegende onderwerpen. Kies deze scène voor daglichtfoto’s of gebouwen en landschappen. Kies deze scène voor portretten.
Opnamestand R SNEEUW s STRAND U FEESTEN V BLOEMEN W DOCUMENTEN Beschrijving Kies voor een zacht huideffect bij het maken van portretten. Kies deze stand voor slecht schemerlicht of nachtscènes. Kies deze stand voor lange sluitertijden bij nachtopnames. Lange sluitertijden worden gebruikt om de lichteffecten van vuurwerk vast te leggen. Kies deze stand om de levendige kleuren in zonsopkomsten en zonsondergangen vast te leggen.
Opnamestand Programma AE (P) In deze stand past de camera sluitertijd en diafragma aan voor een optimale belichting. Q Als het onderwerp zich buiten het bereik van de belichtingsmeter van de camera bevindt, dan worden de sluitertijden en diafragmaopeningen weergegeven als “– – –”. ±0 P Programmaverschuiving Draai aan de secundaire instelschijf om de gewenste combinatie van sluitertijd en diafragma (programmaverschuiving) te kiezen.
Opnamestand Sluiter AE (S) Q Indien het met de gekozen sluitertijd niet mogelijk is om tot een goede belichting te komen, dan wordt het diafragma rood weergegeven wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Pas de sluitertijd aan totdat een goede belichting mogelijk is. Q Als het onderwerp zich buiten het bereik van de belichtingsmeter van de camera bevindt, wordt het diafragma weergegeven als “– – –”. S 1000 ±0 200 Lange tijdopnamen Sluitertijden van 1 sec.
Opnamestand Diafragma AE (A) In deze stand kiest u het diafragma door aan de secundaire instelschijf te draaien terwijl de camera de sluitertijd aanpast voor optimale belichting. Q Indien het met het gekozen diafragma niet mogelijk is om tot een goede belichting te komen, dan wordt de sluitertijd rood weergegeven wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Pas het diafragma aan totdat een goede belichting is verkregen.
Opnamestand Handmatige belichting (M) R De handmatige belichtingsweergave omvat een belichtingsindicator die aangeeft in hoeverre de afbeelding onder- of overbelicht zou zijn met de huidige instellingen. 2 1 0 -1 -2 M 1000 F5.6 200 Bulbfotografie Voor bulbfotogafie draait u aan de hoofdinstelschijf om een sluitertijd van BULB te selecteren. Meer over fotografie en afspelen In deze stand regelt u zowel sluitertijd als diafragma.
Opnamestand Aangepaste modus (C) In P-, S-, A- en M-standen kan de optie K AANGEP. INSTELLEN in het opnamemenu worden gebruikt om de huidige camera- en menu-instellingen op te slaan. Deze instellingen worden opgeroepen zodra de standknop naar C (aangepaste modus) wordt gedraaid.
Witbalans Optie AUTO h i j Beschrijving Witbalans wordt automatisch aangepast. Meet een waarde voor witbalans (P 46). Voor onderwerpen in direct zonlicht. Voor onderwerpen in de schaduw. Optie k l m n Beschrijving Gebruik onder “daglicht” tl-buizen. Gebruik onder “warmwitte” tl-buizen. Gebruik onder “koelwitte” tl-buizen. Gebruik onder gloeilampverlichting. WITBALANS AUTO INSTELLEN VERSCHUIVING WB VERSCHUIVING INSTELLEN R Witbalans wordt alleen aangepast voor flitsverlichting in AUTO-stand.
Witbalans h: Aangepaste witbalans Kies h om de witbalans aan ongebruikelijke lichtomstandigheden aan te passen. De opties voor witbalansmeting worden weergegeven; kadreer een wit object zodat het scherm wordt gevuld en druk de ontspanknop helemaal in om de witbalans te meten (om de meest recente waarde te selecteren en af te sluiten zonder de witbalans te meten, druk op DISP/BACK of druk op MENU/OK om de meest recente waarde te selecteren en het venster voor fijnafstelling weer te geven).
Gevoeligheid 1 Druk op MENU/OK in de opnamestand om het opnamemenu weer te P OPNAMESTANDEN 1 PROGRAMMA AE ISO BEELDGROOTTE BEELDKWALITEIT DYNAMISCH BEREIK FILMSIMULATIE FILMSIMULATIE BKT geven. Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om N ISO te markeren en druk op MENU/OK. AUTO 3:2 F VERLATEN 2 Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om de gewenste optie te A P OPNAMESTANDEN 1 500 プログラム 400 320 3:2 250 F 200 L (100) AUTO markeren en druk op MENU/OK om te selecteren.
Gevoeligheid ■ AUTOMATISCH De volgende opties zijn beschikbaar wanneer AUTO is geselecteerd: Optie BASISINSTEL. GEVOELIGHEID MAX. GEVOELIGHEID MIN. SLUITERSNELH Standaard 200 800 1/60 De camera kiest automatisch een gevoeligheid tussen de standaard- en maximumwaarden. Gevoeligheid is alleen hoger dan de standaardwaarde als de vereiste sluitertijd voor optimale belichting langer is dan de waarde geselecteerd voor MIN. SLUITERSNELH. R Als de waarde geselecteerd voor BASISINSTEL.
Scherpstelstand 1 Druk op MENU/OK in de opnamestand om het opnamemenu weer te geven. Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om F SCHERPSTELMODUS te markeren en druk op MENU/OK. Optie p HANDMATIG s AF(MULTI) t AF-VELD KEUZE u CONTINU AF 2 Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om de gewenste optie te markeren en druk op MENU/OK om te selecteren.
Scherpstelstand ■ p HANDMATIG Wanneer p HANDMATIG is geselecteerd voor F SCHERPSTELMODUS, kunt u handmatig scherpstellen met behulp van de scherpstelring. Draai de ring naar links om de scherpstelafstand te verkleinen, naar rechts om deze te vergroten.
Scherpstelstand 2 2 1 1 0 0 -1 -1 -2 -2 M 1000 F5.6 200 M 1000 F5.6 200 Meer over fotografie en afspelen Handmatige scherpstelling: Scherpstelling controleren In de handmatige scherpstelstand kunt u op het midden van de secundaire instelschijf drukken om het beeld in het LCD-scherm te vergroten. Om andere delen van de foto te bekijken, drukt u op de selectieknop omhoog (AF) en gebruikt u vervolgens de selectieknop om door de weergave te bladeren.
Scherpstelstand Scherpstelframe selecteren Wanneer t AF-VELD KEUZE is geselecteerd voor F SCHERPSTELMODUS, biedt de camera meerdere scherpstelpunten zodat foto’s kunnen worden samengesteld waarbij het belangrijkste onderwerp bijna overal in de foto kan staan. Druk op de selectieknop omhoog (AF) en gebruik vervolgens de selectieknop om het scherpstelframe te positioneren (het scherpstelframe kan naar het midden worden teruggeplaatst door op DISP/BACK te drukken).
Belichting-/scherpstelvergrendeling Voor fotocomposities waarbij het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt: en druk de ontspanknop half in om de scherpstelling en de belichting te vergrendelen. De scherpstelling en de belichting worden vergrendeld zolang de ontspanknop half ingedrukt blijft (AF/AE-vergrendeling). P ±0 200 R Als AE/AF-VERGRENDEL.
Belichting-/scherpstelvergrendeling Autofocus Hoewel de camera is uitgerust met uiterst nauwkeurige automatische scherpstelling, is het mogelijk dat er niet kan worden scherpgesteld op onderstaande onderwerpen. • Zeer glimmende onderwerpen, zoals spiegels of auto’s. • Zeer snel bewegende onderwerpen. • • • • Onderwerpen die zich achter een raam of andere reflecterende voorwerpen bevinden. Donkere onderwerpen en onderwerpen die licht absorberen in plaats van reflecteren, zoals haar of bont.
Belichtingscompensatie Belichtingscompensatie-indicator 2 1 0 -1 -2 P Draai de instelschijf naar rechts om hogere waarden te kiezen en de belichting te verhogen Draai de instelschijf naar links om lagere waarden te kiezen en de belichting te verlagen +1/ 3 200 Belichtingswaarde (EV) De belichtingswaarde wordt bepaald door de gevoeligheid van de beeldsensor en de hoeveelheid licht waaraan de sensor wordt blootgesteld.
Lichtmeting Kies hoe de camera de belichting meet. 1 Druk op MENU/OK in de opnamestand om het opnamemenu weer te geven. Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om C LICHTMEETSYSTEEM te markeren en druk op MENU/OK. 2 Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om de gewenste optie te markeren en druk op MENU/OK om te selecteren. Stand Beschrijving De camera bepaalt de belichting direct op basis van een analyse van de como positie, kleur en de verdeling van de helderheid.
De zelfontspanner gebruiken 1 Druk op MENU/OK in de opnamestand om het opnamemenu weer te geven. Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om B ZELFONTSPANNER te markeren en druk op MENU/OK. 2 Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om één van de volgende opties te markeren en druk op MENU/OK om te selecteren. Optie R 2 SEC S 10 SEC UIT Beschrijving De sluiter wordt twee seconden na het indrukken van de ontspanknop ontspannen.
De zelfontspanner gebruiken 4 Druk de ontspanknop volledig in om de timer starten. De aanduiding op het scherm laat het aantal seconden tot het openen van de sluiter zien. Om de zelfontspanner onderbreken voordat de foto is genomen, druk op DISP/BACK. Vlak voordat de foto wordt genomen, begint het zelfontspannerlampje op de voorkant van de camera te knipperen. Als de vertraging van twee seconden is geselecteerd, dan knippert het zelfontspannerlampje gedurende deze tijd.
Continu fotograferen (seriestand) Leg beweging vast in een serie foto’s. wanneer de camera zich in de opnamestand bevindt. STILSTAAND BEELD 2 Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om CONTINU te kiezen en druk op links of rechts om uit beeldsnelheden van circa 5.6 b/s en 3.0 b/s te kiezen. Druk op MENU/OK om verder te gaan wanneer de instellingen zijn voltooid. 5.6b/s foto's te maken.
Bracketing Om een serie foto's met verschillende instellingen te maken. 1 Druk op de selectieknop omlaag (I) wanneer de camera zich in de opnamestand bevindt en druk vervolgens op de selectieknop omlaag of omhoog om een van de volgende mogelijkheden te markeren: Optie Beschrijving Druk op de selectieknop links of rechts om een bracketinghoeveelheid te markeren.
Filmsimulatie Bootst de effecten van verschillende filmsoorten na, waaronder zwart-wit. geven. Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om P FILMSIMULATIE te markeren en druk op MENU/OK. 2 Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om één van de volgende opties te markeren en druk op MENU/OK om te selecteren. Optie c (PROVIA/STANDAARD) > (Velvia/LEVENDIG) e (ASTIA/LAAG) b (MONOCHROOM) f (SEPIA) Beschrijving Standaard kleurreproductie.
Foto's opnemen in RAW-formaat Om ruwe, onbewerkte gegevens van de beeldsensor van de camera op te nemen, selecteer de optie RAW voor beeldkwaliteit in het opnamemenu, zoals hieronder beschreven. U kunt JPEG-kopieën van RAWafbeeldingen maken met de optie j RAW-CONVERSIE in het afspeelmenu, of u kunt RAW-afbeeldingen bekijken op een computer met het programma RAW FILE CONVERTER dat is geïnstalleerd met de software op de meegeleverde CD (P 95, 97).
Foto's maken in RAW-formaat JPEG-kopieën van RAW-foto’s maken 1 Druk op MENU/OK tijdens weergave om het afspeelmenu weer te geven, druk vervolgens de selectieknop omhoog of omlaag om j RAW-CONVERSIE te markeren en druk op MENU/OK om de instellingen in de rechts aangeduide lijst weer te geven. R Deze opties kunnen tevens worden weergegeven door op de Q-knop te drukken tijdens het afspelen. 2 Druk op de selectieknop RAW-CONVERSIE REFLECT OPN. COND.
De Fn-knop De functie van de Fn-knop kan worden geselecteerd met de optie F FUNCTIE-INS. (Fn) in het opnamemenu.
Een vattingadapter gebruiken R Door een vattingadapter te bevestigen, wordt m OPNAME ZONDER LENS (P 73) ingeschakeld en wordt de afstandsindicator in de standaardweergave verborgen. R Om de scherpstelling te controleren, selecteer p HANDMATIG voor F SCHERPSTELMODUS in het opnamemenu (P 49). ■ Vervormingscorrectie Instellingen voor vattingadapter Druk op de functieknop op de vattingadapter om de opties voor l ADAPT. INSTEL. te tonen. ADAPT. INSTEL.
Een vattingadapter gebruiken ■ Kleurcorrectie ■ Randbelichtingscorrectie Variaties in kleur (schakering) tussen het midden en de randen van het beeld kunnen voor elke hoek afzonderlijk worden ingesteld. Kies uit waarden tussen –5 en +5. Positieve waarden verho0 gen de randbelichting, terwijl negatieve waarden de randbelichting verlagen.
Foto zoeken Voer de onderstaande stappen uit om naar foto's te zoeken. omhoog of omlaag om b EEN FOTO ZOEKEN en druk op MENU/OK. 2 Markeer een optie en druk op MENU/OK. Optie OP DATUM OP GEZICHT OP I FAVORIETEN OP GEGEVENSTYPE PER UPLOADMARK. Beschrijving Zoek op datum. Zoek foto’s met gezichten. Zoek op waardering (P 23). Zoek alle foto’s, alle films of alle RAW-afbeeldingen. Zoek alle afbeeldingen die zijn geselecteerd voor uploaden naar een specifieke bestemming. 3 Selecteer een zoekcriterium.
Fotoboekhulp Maak boeken van uw favoriete foto’s. Een fotoboek maken 1 Selecteer NIEUW BOEK voor m FOTOBOEK HULP in het afspeelmenu (P 80) en kies uit de volgende opties: • SELECTIE ALLES: Kies uit alle beschikbare foto’s. • SEL. OP AFB. ZOEKEN: Kies uit foto’s die overeenkomen met de geselecteerde zoekcriteria (P 67). R Foto’s die kleiner zijn dan a en films kunnen niet voor fotoboeken worden geselecteerd.
Fotoboekhulp Fotoboeken bewerken of verwijderen Markeer een boek in het menu Fotoboekhulp en druk op MENU/OK om het boek weer te geven en druk vervolgens op de selectieknop links of rechts om door de foto’s te bladeren. Geef het fotoboek weer en druk op MENU/OK. De volgende opties worden weergegeven; selecteer de gewenste optie en volg de aanwijzingen op het scherm. • BEWERKEN: Bewerk het fotoboek zoals beschreven in “Een fotoboek maken” (P 68). • WISSEN: Wis het fotoboek.
Menu’s De menu's gebruiken: Opnamestand Het opnamemenu wordt gebruikt om de instellingen aan te passen aan diverse omstandigheden. Druk op MENU/OK in de opnamestand om het opnamemenu weer te geven. Markeer de opties en druk op de selectieknop rechts om de opties te bekijken, markeer daarna een optie en druk op MENU/OK. Druk op DISP/BACK om af te sluiten wanneer de instellingen zijn voltooid.
De menu's gebruiken: Opnamestand T BEELDKWALITEIT Kies een bestandsformaat en een compressieverhouding. Selecteer FINE of NORMAL om JPEG-foto's, RAW om RAW-foto's, of FINE+RAW of NORMAL+RAW om zowel JPEG- als RAW-foto's te maken. FINE en FINE+RAW gebruiken minder JPEG-compressie voor JPEG-afbeeldingen van hoge kwaliteit, terwijl NORMAL en NORMAL+RAW meer JPEG-compressie gebruiken zodat er meer afbeeldingen kunnen worden opgeslagen. U DYNAMISCH BEREIK Regel het contrast.
De menu's gebruiken: Opnamestand s SCHADUWTINT Pas het uiterlijk van schaduwen aan. h RUISONDERDRUKKING Verminder ruis in foto's die bij hoge gevoeligheden zijn genomen. K L BEL. RO Selecteer AAN om spikkels in lange tijdopnamen te verminderen (P 41, 43). K AANGEP. INSTELLEN Sla instellingen op voor P-, S-, A- en M-stand (P 44). F FUNCTIE-INS. (Fn) Kies de functie die wordt vervuld door de Fn-knop (P 64). v DISP. INST. OP MAAT Kies de items die worden weergegeven in het LCD-scherm (P 19).
De menu's gebruiken: Opnamestand c COMP.RICHTL. Kies het type raster dat in de opnamestand beschikbaar is. F RAST 9 G RASTER 24 H HD-KADEREN Voor compositie met de “derdenregel”. Een raster van zes bij vier. Kadreer HD-foto’s in de uitsnede aangeduid door de lijnen aan de boven- en onderzijde van het scherm. P P P l ADAPT. INSTEL. Pas instellingen aan voor M-vattinglenzen aangesloten met een optionele FUJIFILM M MOUNT ADAPTER (P 65).
De menu's gebruiken: Opnamestand C LICHTMEETSYSTEEM Kies hoe de camera de belichting meet wanneer Intelligente gezichtsdetectie uit staat (P 56). b GEZICHTSDETECTIE Intelligente gezichtsdetectie stelt in de gehele foto de scherpstelling en belichting in voor gezichten van mensen, waarbij wordt voorkomen dat de camera niet de achtergrond scherpstelt in groepsportretten. Kies voor foto’s die portretonderwerpen benadrukken.
De menu's gebruiken: Opnamestand C AF-HULPLICHT Als deze instelling AAN staat, gaat de AF-hulpverlichting branden om het automatische scherpstellen te ondersteunen. R De AF-hulpverlichting wordt automatisch uitgezet in de stille stand. Q Het kan voorkomen dat de camera niet in staat is om scherp te stellen terwijl het AF-hulplicht wordt gebruikt. Als de camera niet in staat is om scherp te stellen in de macrostand, vergroot dan de afstand tot het onderwerp en probeer het opnieuw.
De menu's gebruiken: Opnamestand p FLITSERFUNCTIE Selecteer een flitsstand (P 27). I FLITSCOMPENSATIE Pas de helderheid van de flitser aan. Kies uit waarden tussen +2 EV en –2 EV. Let op dat, afhankelijk van de opnameomstandigheden en de afstand tot het onderwerp, het gewenste resultaat mogelijk niet kan worden verkregen. B VERWIJDER R. OGEN Selecteer AAN om het door het flitslicht veroorzaakte rode-ogeneffect tegen te gaan.
De menu's gebruiken: Afspeelstand Druk in de afspeelstand op MENU/OK om het afspeelmenu weer te geven. Markeer de opties en druk op de selectieknop rechts om de opties te bekijken, markeer daarna een optie en druk op MENU/OK. Druk op DISP/BACK om af te sluiten wanneer de instellingen zijn voltooid. AFSPEELMENU 1 WISSEN BEELDUITSNEDE NIEUW FORMAAT BEVEILIGEN FOTO DRAAIEN VERWIJDER R. OGEN DIAVOORSTELLING VERLATEN Opties in het afspeelmenu A WISSEN Wis alle of geselecteerde foto’s.
De menu's gebruiken: Afspeelstand e NIEUW FORMAAT Maak een bijgesneden kopie van de huidige foto. 1 Geef de gewenste foto weer. 2 Selecteer e NIEUW FORMAAT in het afspeelmenu. 3 Markeer een formaat en druk op MENU/OK om een bevestigingsvenster weer te geven. 4 Druk opnieuw op MENU/OK om de beelduitsnede in een afzonderlijk bestand op te slaan. R De beschikbare formaten zijn afhankelijk van het formaat van het origineel. D BEVEILIGEN Beveilig foto's tegen per ongeluk wissen.
De menu's gebruiken: Afspeelstand B VERWIJDER R. OGEN Verwijder rode ogen uit portretten. De foto wordt door de camera geanalyseerd, als er rode ogen worden waargenomen, ondergaat de foto een speciaal proces en wordt er een kopie aangemaakt waarop rode-ogenverwijdering is toegepast. 1 Geef de gewenste foto weer. 2 Selecteer B VERWIJDER R. OGEN in het afspeelmenu. 3 Druk op MENU/OK.
De menu's gebruiken: Afspeelstand m FOTOBOEK HULP Maak boeken van uw favoriete foto’s (P 68). j MARK. VOOR OPL. Selecteer foto's voor uploaden naar YouTube, Facebook of MyFinePix.com met MyFinePix Studio (alleen Windows). 1 Selecteer YouTube om films te kiezen voor uploaden naar YouTube, FACEBOOK om foto’s en films te kiezen voor uploaden naar Facebook of MyFinePix.com om foto’s te kiezen voor uploaden naar MyFinePix.com.
De menu's gebruiken: Afspeelstand K OPDRACHT (DPOF) Selecteer foto's voor het afdrukken op DPOF- en PictBridge-compatibele apparaten (P 102). J BEELDVERHOUDING Kies hoe High Definition (HD)-apparaten foto’s weergeven met een beeldverhouding van 3 : 2 (deze optie is alleen beschikbaar wanneer er een HDMI-kabel is aangesloten).
Het instellingenmenu Het instellingenmenu gebruiken 1 Geef het instellingenmenu weer. 1.1 Druk op MENU/OK om het menu voor de huidige stand weer te geven. 1.2 Druk op de selectieknop links om het tabblad voor het huidige menu te markeren. 1.3 Druk op de selectieknop omlaag om het tabblad met de gewenste optie te markeren. INSTELLINGEN DATUM/TIJD TIJDVERSCHIL NEDERLANDS 1 1 RESET STILLE STAND GELUID SET-UP SCHERM SET-UP UIT VERLATEN Tabblad 1.
Het instellingenmenu Opties van het instellingenmenu F DATUM/TIJD Stel de cameraklok in (P 18). N TIJDVERSCHIL Gebruik deze functie tijdens het reizen om de klok van de camera op een eenvoudige manier in te stellen op de plaatselijke tijd van uw bestemming zonder de tijd van thuis te verliezen. Om het verschil tussen plaatselijke tijd en uw eigen tijdzone te specificeren: 1 Markeer g LOKAAL en druk op MENU/OK.
Het instellingenmenu b GELUID SET-UP Pas geluidsinstellingen aan. Optie BEDIENING VOL. AFSPEEL VOLUME Beschrijving Pas het volume aan van de geluiden die worden geproduceerd wanneer de camerabesturingen worden bediend. Kies e UIT (gedempt) om de bedieningsgeluiden uit te schakelen. Pas het volume voor het afspelen van een film aan. b SCHERM SET-UP Pas de scherminstellingen aan. Optie Beschrijving Kies hoe lang foto's moeten worden weergegeven nadat ze zijn gemaakt.
Het instellingenmenu I SCHERPSTELRING Kies de richting waarin de scherpstelring moet worden gedraaid om de scherpstelafstand te veranderen. Z STROOMBEHEER Pas de instellingen voor stroombeheer aan. Optie UITSCHAKELEN SNELST Beschrijving Kies de tijdsduur alvorens de camera automatisch uitschakelt wanneer er geen bewerkingen worden uitgevoerd. Kortere tijden verhogen de gebruiksduur van de batterij; als UIT is geselecteerd, moet de camera handmatig worden uitgeschakeld.
Het instellingenmenu U DATUMSTEMPEL Merk de opnametijd en/of opnamedatum op foto's op het moment dat ze worden gemaakt. • R+S: Merk nieuwe foto's met de opnamedatum en -tijd. • R: Merk nieuwe foto's met de opnamedatum. • UIT: Merk geen opnametijd en -datum op nieuwe foto's. Q Tijd- en datumstempels kunnen niet worden gewist. Schakel DATUMSTEMPEL uit om te voorkomen dat tijd- en datumstempels op nieuwe foto's te zien zijn.
Het instellingenmenu U GEOTAGGING SET-UP Ga naar de volgende opties voor locatiegegevens (P 92). Optie r PLAATSINFO.ZOEK GEOTAGGING LOCATIE-INFO Beschrijving Download locatiegegevens van een smartphone. Kies of locatiegegevens wel of niet met foto’s worden opgeslagen. Geef locatiegegevens weer. r DRAADLOOS INSTEL. Pas de instellingen aan voor verbinding met een draadloos netwerk. Optie ALGEMENE INSTELLINGN PC AUTO.
Fabrieksinstellingen De standaard fabrieksinstellingen voor de opties in het opname- en instellingenmenu worden hieronder vermeld. Met uitzondering van F DATUM/TIJD, N TIJDVERSCHIL en A SCHERM SET-UP > SCHERMKLEUR, kunnen deze instellingen worden hersteld met behulp van de optie R RESET in het instellingenmenu. ■ Opnamemenu Menu A ONDERWERPPROGRAMMA A Adv.
Fabrieksinstellingen ■ Instellingenmenu Standaard — — — — UIT c 7 UIT 0 UIT AAN — X NAAR RECHTS Menu U GEOTAGGING SET-UP r PLAATSINFO.ZOEK GEOTAGGING LOCATIE-INFO r DRAADLOOS INSTEL. ALGEMENE INSTELLINGN VERKLEIN(SP) H PC AUTO.OPSLAAN INST s PC AUTO. OPSLAAN K FORMATTEREN Standaard — UIT AAN — AAN — — — Menu’s Menu F DATUM/TIJD N TIJDVERSCHIL Qa R RESET o STILLE STAND b GELUID SET-UP BEDIENING VOL. AFSPEEL VOLUME A SCHERM SET-UP WEERGAVE LCD HELDERHEID MONITOR ZONLICHTFUNCTIE AUTO ROT. WEERG.
Aansluitingen Foto’s uploaden Verbind via een draadloos netwerk om foto’s naar smartphones of tablets te uploaden of om op afstand door de foto’s op de camera te bladeren en afbeeldingen te selecteren die u wilt downloaden. Download voordat u verdergaat eerst de gratis FUJIFILM Camera Application app en installeer het op uw smartphone of tablet. Om de app te downloaden of informatie over het gebruik van de FUJIFILM Camera Application te bekijken, ga naar http://app.fujifilm-dsc.com/app.
Foto’s uploaden R Persoonlijke informatie kan worden onthuld door de titels, datums, locatiegegevens en andere informatie ingesloten bij de foto’s. Controleer de bestemming alvorens met uploaden te beginnen. R De benodigde uploadtijd varieert afhankelijk van de bestandsgrootte en de afstand tot de bestemming. Bij standaardinstellingen (aanbevolen) is AAN geselecteerd voor r DRAADLOOS INSTEL. > VERKLEIN(SP) H (P 87) en worden afbeeldingen verkleind naar H voor het uploaden.
Locatiegegevens De optie U GEOTAGGING SET-UP > r PLAATSINFO.ZOEK in het instellingenmenu kan worden gebruikt om locatiegegevens van smartphones te downloaden die de gratis FUJIFILM Camera Application app gebruiken. De locatiegegevens kunnen vervolgens aan foto’s worden toegevoegd op het moment dat ze worden gemaakt. Om de app te downloaden of informatie over het gebruik van de FUJIFILM Camera Application te bekijken, ga naar http://app.fujifilm-dsc.com/app.
Locatiegegevens Locatiegegevens met foto’s opnemen Om locatiegegevens met nieuwe foto’s op te slaan: 1 Download gegevens over uw huidige locatie vanaf een smartphone (P 92). 2 Selecteer AAN voor U GEOTAGGING SET-UP > GEOTAGGING. 3 Maak foto’s. De locatiegegevens verkregen in stap 2 zullen toegevoegd worden aan de nieuwe foto’s. De camera zal de lengte- en breedtegraad van de meest recent verkregen locatie weergeven.
Foto’s op een computer opslaan Volg de onderstaande stappen om foto's op een computer op te slaan via een draadloos netwerk. Voordat u verder gaat, installeer de gratis toepassing FUJIFILM PC AutoSave op de doelcomputer en pas de instellingen naar wens aan. Zorg dat de batterij volledig is opgeladen. R Bezoek de volgende website voor informatie over het downloaden van FUJIFILM PC AutoSave en het aanpassen van de instellingen: http://app.fujifilm-dsc.com/pc/.
Foto’s op een computer bekijken De meegeleverde software kan worden gebruikt om uw foto’s naar een computer te kopiëren, zodat u de foto’s kunt bewaren, bekijken, organiseren en afdrukken. Installeer de software volgens de onderstaande aanwijzingen voordat u verdergaat. Sluit de camera NIET aan op de computer voordat de installatie is voltooid.
Foto’s op een computer bekijken 3 Sluit alle actieve toepassingen af en plaats de installatie-cd in een cd-romstation. Windows 8/Windows 7/Windows Vista Klik op SETUP.EXE als het dialoogvenster automatisch afspelen wordt weergegeven. Vervolgens wordt het dialoogvenster „Gebruikersaccountbeheer” weergegeven; klik op Ja (Windows 8/Windows 7) of op Toestaan (Windows Vista).
Foto’s op een computer bekijken Macintosh: RAW FILE CONVERTER installeren RAW FILE CONVERTER wordt gebruikt om RAW-afbeeldingen op uw computer te bekijken. 1 Controleer of de computer aan de volgende systeemvereisten voldoet: Processor Intel (Core 2 Duo of hoger) Vooraf geïnstalleerde kopieën van Mac OS X versie 10.6–10.8 (bezoek voor meer informatie http://www.fujifilm. Besturingssysteem com/support/digital_cameras/compatibility/).
Foto’s op een computer bekijken De camera aansluiten 1 Zoek een geheugenkaart met foto's die u naar de computer wilt kopiëren en plaats de kaart in de camera (P 13). R Wanneer de software de eerste keer wordt gestart, hebben Windows-gebruikers mogelijk de Windows-cd nodig. Q Spanningsverlies tijdens het kopiëren kan gegevensverlies of beschadiging van de geheugenkaart tot gevolg hebben. Plaats een nieuwe of volledig opgeladen batterij in de camera voordat u deze aansluit.
Foto’s op een computer bekijken Q Als er een geheugenkaart wordt geplaatst waarop een groot aantal foto’s staat, kan het enkele momenten duren voordat de software start en bent u mogelijk niet in staat de foto’s te importeren of op te slaan. Gebruik in dergelijke gevallen een geheugenkaartlezer om de foto’s te kopiëren.
Foto’s afdrukken via USB Als de printer PictBridge ondersteunt, kan de camera rechtstreeks op de printer worden aangesloten en kunnen foto's worden afgedrukt zonder dat deze eerst naar een computer moeten worden gekopieerd. Let op dat afhankelijk van de printer mogelijk niet alle hieronder beschreven functies worden ondersteund. De camera aansluiten Geselecteerde foto's afdrukken 1 Sluit een USB-kabel (apart verkrijgbaar bij uw winkelier) aan, zoals aangeduid, en schakel de printer in.
Foto’s afdrukken via USB De opnamedatum afdrukken Druk op DISP/BACK in het PictBridge-scherm en selecteer MET DATUM s om de opnamedatum van foto's af te drukken (om foto's zonder opnamedatum af te drukken, selecteer PRINT ZONDER DATUM). Om er zeker van te zijn dat de datum correct is, stelt u eerst de cameraklok in alvorens u foto’s maakt. Het afdrukken van de opnamedatum wordt niet door alle printers ondersteund. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer voor meer informatie.
Foto’s afdrukken via USB Tijdens het afdrukken BEZIG MET PRINTEN Tijdens het afdrukken wordt het rechts weergegeven bericht getoond. Druk op DISP/BACK om het afdrukken te annuleren voordat ANNULEREN alle foto's zijn afgedrukt (afhankelijk van de printer kan het afdrukken al stoppen voordat de huidige foto is afgedrukt). Schakel de camera uit en weer in als het afdrukken wordt onderbroken. De camera afkoppelen Controleer of het bovenstaande bericht niet wordt weergegeven en schakel de camera uit.
Foto’s afdrukken via USB ■ MET DATUM s/ ZONDER DATUM Om de DPOF-printopdracht aan te passen, selecteer K OPDRACHT (DPOF) in het afspeelmenu en druk op de selectieknop omhoog of omlaag om MET DATUM s of ZONDER DATUM te markeren. AFSPEELMENU P 2 FOTOBOEK HULP MARK. VOOR OPL. MET DATUM s EEN FOTO ZOEKEN ZONDER DATUM OPDRACHT (DPOF) ALLES RESETTEN BEELDVERHOUDING DRAADLS VERSTUREN PC AUTO. OPSLAAN MET DATUM s: Druk opnamedatum af op foto’s. ZONDER DATUM: Druk foto's af zonder opnamedatum.
Foto’s afdrukken via USB ■ ALLES RESETTEN Om de huidige printopdracht te annuleren, selecteer ALLES RESETTEN voor K OPDRACHT (DPOF). Het bevestigingsvenster rechts verschijnt; druk op MENU/OK om alle foto's uit de printopdracht te verwijderen. 104 RESETTEN ALLE DPOF OK? OK AFBREKEN R Printopdrachten kunnen maximaal 999 foto’s bevatten.
Foto’s op een tv bekijken Sluit de camera op een tv aan met een HDMI-kabel om foto's aan een groep te tonen (HDMI-kabel apart verkrijgbaar bij de winkelier; let op dat de tv alleen kan worden gebruikt om foto's af te spelen, niet om ze te maken). 1 Schakel de camera uit. 2 Sluit de kabel aan zoals hieronder wordt weergegeven. Plaat in HDMI-aansluiting Q Gebruik een HDMI-kabel die niet langer is dan 1,5 m. R Let op dat u de stekkers volledig in de aansluitingen steekt.
Technische informatie Optionele accessoires De camera ondersteunt een grote verscheidenheid aan accessoires van FUJIFILM en andere merken. Accessoires van FUJIFILM De volgende optionele accessoires zijn verkrijgbaar bij FUJIFILM. Informeer bij uw lokale FUJIFILM-vertegenwoordiger naar de meest recente informatie over accessoires die in uw regio leverbaar zijn of ga naar http://www.fujifilm.com/products/digital_cameras/index.html.
Optionele accessoires FUJINON-lenzen Lenzen uit XF-serie: Verwisselbare lenzen uitsluitend voor gebruik met het FUJILFILM X-bevestigingspunt. Lenzen uit XC-serie: Verwisselbare lenzen uitsluitend voor gebruik met het FUJILFILM X-bevestigingspunt. EF-X20: Deze clip-on flitser heeft een richtgetal van 20 (ISO 100, m). Technische informatie Flitsers met schoenbevestiging EF-20: Deze clip-on flitser (gevoed door twee AA-batterijen) bezit een richtgetal van 20 (ISO 100, m) en ondersteunt TTL-flitsersturing.
Optionele accessoires Vattingadapters FUJIFILM M MOUNT ADAPTER: Biedt de mogelijkheid om de camera met een divers aanbod aan M-vattinglenzen te gebruiken. Beschermfilters PRF-39/PRF-49S/PRF-52/PRF-58/PRF-62: Gebruik om de lens te beschermen. Handgrepen HG-XM1: Betreft een verbeterde handgreep. Lederen tassen BLC-XM1: Deze speciaal voor de X-M1 ontwikkelde leren tas weet praktische bruikbaarheid te combineren met de luxe van leer en wordt geleverd met een draagriem gemaakt van hetzelfde materiaal.
Optionele accessoires De camera op andere apparaten aansluiten ■ Ontspanknop op afstand ■ Fotograferen met flitser RR-90-afstandsontspanner * ■ Afdrukken X-M1 EF-20-flitser met EF-42-flitser met EF-X20-flitser met schoenbevestiging * schoenbevestiging * schoenbevestiging * USB-kabel † SD/SDHC/SDXCgeheugenkaart † Lenzen uit XF-serie * Printer Lenzen uit XC-serie * † ■ M-vattingadapter ■ Computer-gerelateerd FUJIFILM M MOUNT ADAPTER * USB-kabel † Computer † * Apart verkrijgbaar bij FUJIFILM.
Onderhoud van de camera Om langdurig van uw camera te kunnen genieten, moeten onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen. Opslag en gebruik ■ Water en zand Neem de batterij en de geheugenkaart uit de camera wanneer de camera gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt.
De beeldsensor reinigen Meerdere foto's ontsierd door vlekken en plekken op identieke locaties kan duiden op de aanwezigheid van stof op de beeldsensor van de camera. Reinig de sensor met behulp van de optie V SENSORREINIGING in het instellingenmenu (P 86); als het probleem zich blijft voordoen, kunt u de sensor handmatig reinigen, zoals hieronder beschreven. Let op dat er kosten in rekening worden gebracht bij het repareren of vervangen van de beeldsensor als deze wordt beschadigd tijdens het reinigen.
Probleemoplossing Problemen en oplossingen ■ Voeding en batterij Probleem Oplossing • De batterij is leeg: leeg: Laad de batterij op ((P P 12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (P (P 13). De camera kan niet worden • De batterij is niet goed geplaatst: geplaatst: Plaats de batterij nogmaals en in de juiste richting in het compartiment ((P P 13). ingeschakeld.
Problemen en oplossingen ■ Menu’s en schermen Probleem Het scherm is niet in het Nederlands. Oplossing Selecteer NEDERLANDS voor Q a ((P P 83). ■ Fotograferen Probleem Probleemoplossing Oplossing • De geheugenkaart is vol: vol: Plaats een nieuwe geheugenkaart of wis foto’s ((P P 13, 26). • De geheugenkaart is niet geformatteerd: geformatteerd: Formatteer de geheugenkaart (P (P 87).
Problemen en oplossingen Probleem Oplossing Er is een verkeerd onderwerp Het geselecteerde onderwerp is dichter bij het midden van het beeld dan het hoofdonderwerp. Pas de compositie van geselecteerd. de foto aan of schakel gezichtsdetectie uit en kadreer de foto met behulp van scherpstelvergrendeling (P (P 53). • De flitser kan niet worden gebruikt bij de huidige instellingen instellingen:: Zie de lijst met instellingen die met de flitser kunnen worden gebruikt (P (P 131).
Problemen en oplossingen ■ Afspelen Probleem De foto’s zijn korrelig. Afspeelzoom is niet beschikbaar. Oplossing De foto’s zijn met een camera van een ander merk of model gemaakt. De foto’s zijn met de functie O NIEUW FORMAAT of met een camera van een ander merk of model gemaakt. • Het afspeelvolume is te laag laag:: Pas het afspeelvolume aan (P (P 84). Geen geluid bij het afspelen • De microfoon was afgedekt afgedekt:: Houd de camera tijdens het opnemen op de juiste wijze vast ((P P 2, 30). van films.
Problemen en oplossingen ■ Aansluitingen/Diversen Probleem Oplossing Problemen bij het verbinden • De smartphone is te ver weg: weg: Plaats de apparaten dichterbij. met of het uploaden van • Naburige apparaten veroorzaken radio-interferentie: radio-interferentie: Plaats de camera en smartphone uit de buurt van magnetrons of foto's naar een smartphone. draadloze telefoons.
Problemen en oplossingen Probleem Er wordt maar één afdruk gemaakt/de datum wordt niet afgedrukt. Oplossing De printer is niet compatibel met PictBridge. • Tijdelijke storing van de camera: camera: Verwijder de batterij en plaats deze opnieuw ((P P 13, 15). • De batterij is leeg: leeg: Laad de batterij op ((P P 12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (P (P 13). De camera functioneert niet Verwijder de batterij en plaats deze opnieuw ((P P 13, 15).
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen Op het scherm kunnen de volgende waarschuwingen worden weergegeven. Waarschuwing B (rood) A (knippert rood) k Beschrijving Batterij bijna leeg. Laad de batterij op (P (P 12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (P (P 13). Batterij is leeg. Laad de batterij op (P (P 12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (P (P 13). Lange sluitertijd. Foto’s kunnen onscherp zijn; gebruik de flitser of een statief. De camera is niet in staat scherp te stellen.
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen Waarschuwing KAARTFOUT b GEHEUGEN VOL Beschrijving • Voor ingebruikname in de camera werd de geheugenkaart niet geformatteerd: geformatteerd: Formatteer de kaart (P (P 87). • De contacten van de geheugenkaart moeten worden schoongemaakt of de geheugenkaart is beschadigd beschadigd:: Maak de contacten schoon met een zachte, droge doek. Formatteer de geheugenkaart als de melding opnieuw verschijnt (P (P 87).
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen Waarschuwing Beschrijving U hebt geprobeerd een beveiligde foto te wissen of te draaien. Verwijder de beveiliging en probeer het opnieuw DEZE FOTO IS BEVEILIGD (P 78). UITSNEDE NIET MOGELIJK Het bestand is beschadigd of niet met deze camera aangemaakt. Op de foto's die met andere camera's zijn gemaakt, kan geen rode-ogenverwijdering worden toegepast. m NIET MOGELIJK Op de films kan geen rode-ogenverwijdering worden toegepast.
Appendix Capaciteit geheugenkaart De volgende tabel toont de opnametijd of het aantal foto’s beschikbaar met verschillende beeldformaten. Alle genoemde aantallen zijn bij benadering; de bestandsgroottes zijn afhankelijk van de opgenomen scène, waardoor er grote verschillen kunnen zijn in het aantal bestanden dat kan worden opgeslagen. Het kan ook voorkomen dat het resterende aantal opnamen en de resterende opnametijd niet gelijkmatig afnemen.
De instelschijven De functies vervuld door de instelschijven variëren zoals hieronder aangeduid. Stand Lens P (programma AE; S (sluiter AE; A (diafragma AE; DiaDiafragmaring fragma P 40) P 41) P 42) A Ja Overige 1 Belichtingscompensatie Nee — M (handmatig; P 44) Afspelen (P 23) Sluitertijd Foto vooruit Hoofdinstelschijf Ja A Overige 1 Programmaverschuiving Nee — Secundaire instelschijf 1 Als de lens met een standenschakelaar is uitgerust, selecteer Z.
Technische gegevens Systeem Model FUJIFILM X-M1 digitale camera Effectieve pixels 16,3 miljoen Beeldsensor 23,6 mm × 15,6 mm (APS-C-formaat), X-Trans CMOS (complementaire metaaloxide semiconductor) beeldsensor met vierkante pixels en primair kleurfilter Opslagmedia Door FUJIFILM aanbevolen SD-/SDHC-/SDXC-geheugenkaarten Bestandssysteem Voldoet aan Design Rule for Camera File System (DCF) (DCF),, Exif 2.3 en Digital Print Order Format (DPOF) Bestandsindeling • Foto's: Foto's: Exif 2.
Technische gegevens Systeem Continu Beeldsnelheid (fps) 5.6 3.
Technische gegevens In-/uitgangsaansluitingen HDMI-uitgang HDMI-mini-aansluiting Digitale in-/uitgang USB 2.0 High-Speed Voeding/overige Voeding NP-W126 oplaadbare batterij Levensduur van de batterij Batterijtype Geschat aantal opnamen (ongeveer het aantal opnamen NP-W126 (inbegrepen bij camera) 350 dat met een volledig opgeladen CIPA-norm, gemeten met behulp van de bij de camera geleverde batterij en SD-geheugenkaart. batterij en een XF 35 mm f/1.
Technische gegevens NP-W126 oplaadbare batterij Nominale spanning 7,2 V DC Nominale capaciteit 1.
Technische gegevens ■ Mededelingen • Veranderingen in technische gegevens en ontwerp voorbehouden. Ga naar http://www.fujifilm.com/products/ digital_cameras/index.html voor de meest recente informatie. FUJIFILM is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van fouten in deze gebruiksaanwijzing. • Hoewel het LCD-scherm met geavanceerde precisietechnologie is vervaardigd, kunnen er heldere punten en kleurafwijkingen verschijnen, vooral in de nabijheid van tekst.
Beperkingen met betrekking tot de camera-instellingen De beschikbare opties in elke opnamestand worden hieronder weergegeven. Scherpstelframeselectie WB J I O O W X Y OFF F F 128 Adv.
Beperkingen met betrekking tot de camera-instellingen N O S ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ A ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ M N M ✔ ✔3 ✔3 ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ SP h Z O H p Q R s U V W ✔3 ✔3 ✔3 ✔3 ✔3 ✔3 ✔3 ✔3 ✔3 ✔3 ✔3 ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ Appendix T Adv.
Beperkingen met betrekking tot de camera-instellingen AUTO A B C c d e b f U P B f q r s h K L5 C b 130 L l M m OFF o p q OFF ON Adv.
Beperkingen met betrekking tot de camera-instellingen Adv.
7-3, AKASAKA 9-CHOME, MINATO-KU, TOKYO 107-0052, JAPAN http://www.fujifilm.com/products/digital_cameras/index.