Operation Manual

85
Menu’s
Het instellingenmenu
I
I
SCHERPSTELRING
SCHERPSTELRING
Kies de richting waarin de scherpstelring moet worden gedraaid om de scherpstelafstand te veranderen.
Z
Z
STROOMBEHEER
STROOMBEHEER
Pas de instellingen voor stroombeheer aan.
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
UITSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
Kies de tijdsduur alvorens de camera automatisch uitschakelt wanneer er geen bewerkingen worden uitge-
voerd. Kortere tijden verhogen de gebruiksduur van de batterij; als UIT is geselecteerd, moet de camera hand-
matig worden uitgeschakeld. Let op dat in sommige gevallen de camera automatisch uitschakelt, zelfs wanneer
UIT is geselecteerd.
SNELST
SNELST
Selecteer AAN om de benodigde tijd voor het herstarten van de camera te verminderen nadat deze werd
uitgeschakeld (P 17).
B
B
NUMMERING
NUMMERING
Nieuwe fotos worden opgeslagen in bestanden waarvan de bestandsnamen beginnen met een viercijferig be-
standsnummer dat telkens met één wordt verhoogd. Tijdens het afspelen wordt het bestandsnummer weerge-
geven, zoals de afbeelding rechts laat zien. B NUMMERING regelt of de bestandsnummering wordt teruggezet
op 0001 wanneer een nieuwe geheugenkaart is geplaatst of de huidige geheugenkaart is geformatteerd.
Framenummer
100-0001
Map-
nummer
Bestands-
nummer
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
CONTINU
CONTINU
De nummering gaat verder vanaf het laatst gebruikte bestandsnummer of het eerst beschikbare bestandsnum-
mer, om het even welke het hoogst is. Kies deze optie om het aantal fotos met dubbele bestandsnamen te
verminderen.
RESET
RESET
De nummering wordt teruggezet op 0001 als een nieuwe geheugenkaart is geplaatst of het geheugen is
geformatteerd.
R Wanneer het framenummer de waarde 999-9999 bereikt, wordt de ontspanknop geblokkeerd (P 119).
R R RESET (P 83) stelt B NUMMERING in op CONTINU zonder de bestandsnummering opnieuw in te stellen.
R Framenummers van fotos kunnen verschillen wanneer deze met andere cameras zijn gemaakt.