Operation Manual

113
Probleemoplossing
Problemen en oplossingen
Menu’s en schermen
Menu’s en schermen
Probleem
Probleem
Oplossing
Oplossing
Het scherm is niet in het
Het scherm is niet in het
Nederlands.
Nederlands.
Selecteer
Selecteer
NEDERLANDS
NEDERLANDS
voor
voor
Q
Q
a
a
(
(
P
P
83).
83).
Fotograferen
Fotograferen
Probleem
Probleem
Oplossing
Oplossing
Er wordt geen foto gemaakt
Er wordt geen foto gemaakt
wanneer de ontspanknop
wanneer de ontspanknop
wordt ingedrukt.
wordt ingedrukt.
De geheugenkaart is vol
De geheugenkaart is vol
: Plaats een nieuwe geheugenkaart of wis foto’s (
: Plaats een nieuwe geheugenkaart of wis fotos (
P
P
13, 26).
13, 26).
De geheugenkaart is niet geformatteerd
De geheugenkaart is niet geformatteerd
: Formatteer de geheugenkaart (
: Formatteer de geheugenkaart (
P
P
87).
87).
Er zit vuil op de contacten van de geheugenkaart
Er zit vuil op de contacten van de geheugenkaart
: Maak de contacten schoon met een zachte, droge doek.
: Maak de contacten schoon met een zachte, droge doek.
De geheugenkaart is beschadigd
De geheugenkaart is beschadigd
: Plaats een nieuwe geheugenkaart (
: Plaats een nieuwe geheugenkaart (
P
P
13).
13).
De batterij is leeg
De batterij is leeg
: Laad de batterij op (
: Laad de batterij op (
P
P
12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
P
P
13).
13).
De camera werd automatisch uitgeschakeld
De camera werd automatisch uitgeschakeld
: Zet de camera aan (
: Zet de camera aan (
P
P
17).
17).
Spikkels (“ruis”) verschijnen
Spikkels (“ruis”) verschijnen
in het scherm wanneer de
in het scherm wanneer de
ontspanknop half wordt
ontspanknop half wordt
ingedrukt.
ingedrukt.
De versterking wordt verhoogd om de compositie te ondersteunen als het onderwerp slecht belicht is en het diafragma
De versterking wordt verhoogd om de compositie te ondersteunen als het onderwerp slecht belicht is en het diafragma
wordt verkleind, wat kan leiden tot opvallende spikkels bij het bekijken van de fotos op het scherm. Foto’s die gemaakt
wordt verkleind, wat kan leiden tot opvallende spikkels bij het bekijken van de fotos op het scherm. Fotos die gemaakt
worden met de camera blijven onaangetast.
worden met de camera blijven onaangetast.
De camera stelt niet scherp.
De camera stelt niet scherp.
Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera
Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera
: Selecteer macrostand (
: Selecteer macrostand (
P
P
29).
29).
Het onderwerp is te ver van de camera verwijderd
Het onderwerp is te ver van de camera verwijderd
: Annuleer macrostand (
: Annuleer macrostand (
P
P
29).
29).
Het onderwerp is niet geschikt voor automatische scherpstelling
Het onderwerp is niet geschikt voor automatische scherpstelling
: Gebruik scherpstelvergrendeling (
: Gebruik scherpstelvergrendeling (
P
P
53) of handma-
53) of handma-
tige scherpstelling (
tige scherpstelling (
P
P
49, 50).
49, 50).
Macrostand is niet beschik-
Macrostand is niet beschik-
baar.
baar.
Kies een andere opnamestand (
Kies een andere opnamestand (
P
P
33, 128).
33, 128).
Intelligente gezichtsdetectie
Intelligente gezichtsdetectie
is niet beschikbaar.
is niet beschikbaar.
Intelligente gezichtsdetectie is niet beschikbaar in de huidige opnamestand
Intelligente gezichtsdetectie is niet beschikbaar in de huidige opnamestand
: Kies een andere opnamestand (
: Kies een andere opnamestand (
P
P
33, 128).
33, 128).
Er is geen gezicht gede-
Er is geen gezicht gede-
tecteerd.
tecteerd.
Het gezicht van het onderwerp wordt afgedekt door een zonnebril, een hoed, lang haar of andere voorwerpen
Het gezicht van het onderwerp wordt afgedekt door een zonnebril, een hoed, lang haar of andere voorwerpen
: Verwijder
: Verwijder
de belemmeringen.
de belemmeringen.
Het gezicht van het onderwerp beslaat slechts een klein deel van het beeld
Het gezicht van het onderwerp beslaat slechts een klein deel van het beeld
: Wijzig de compositie zodat het gezicht van
: Wijzig de compositie zodat het gezicht van
het onderwerp een groter deel van het beeld beslaat (
het onderwerp een groter deel van het beeld beslaat (
P
P
53).
53).
Het onderwerp houdt het hoofd schuin of horizontaal
Het onderwerp houdt het hoofd schuin of horizontaal
: Vraag het onderwerp het hoofd recht te houden.
: Vraag het onderwerp het hoofd recht te houden.
De camera wordt schuin gehouden
De camera wordt schuin gehouden
: Houd de camera recht (
: Houd de camera recht (
P
P
22).
22).
Het gezicht van het onderwerp is onderbelicht
Het gezicht van het onderwerp is onderbelicht
: Fotografeer bij helder licht.
: Fotografeer bij helder licht.