Operation Manual

118
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Op het scherm kunnen de volgende waarschuwingen worden weergegeven.
Waarschuwing
Waarschuwing
Beschrijving
Beschrijving
B
B
(rood)
(rood)
Batterij bijna leeg. Laad de batterij op (
Batterij bijna leeg. Laad de batterij op (
P
P
12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
P
P
13).
13).
A
A
(knippert rood)
(knippert rood)
Batterij is leeg. Laad de batterij op (
Batterij is leeg. Laad de batterij op (
P
P
12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
P
P
13).
13).
k
k
Lange sluitertijd. Fotos kunnen onscherp zijn; gebruik de fl itser of een statief.
Lange sluitertijd. Fotos kunnen onscherp zijn; gebruik de fl itser of een statief.
s
s
(rood weergegeven met rood
(rood weergegeven met rood
scherpstelframe)
scherpstelframe)
De camera is niet in staat scherp te stellen. Probeer het volgende:
De camera is niet in staat scherp te stellen. Probeer het volgende:
Gebruik scherpstelvergrendeling om eerst scherp te stellen op een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand
Gebruik scherpstelvergrendeling om eerst scherp te stellen op een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand
bevindt en bepaal pas daarna de compositie van de foto (
bevindt en bepaal pas daarna de compositie van de foto (
P
P
53).
53).
Gebruik bij het maken van close-ups de macrostand om scherp te stellen (
Gebruik bij het maken van close-ups de macrostand om scherp te stellen (
P
P
29).
29).
Het diafragma of de sluitertijd
Het diafragma of de sluitertijd
wordt rood weergegeven
wordt rood weergegeven
Het onderwerp is te helder of te donker en de foto wordt over- of onderbelicht. Gebruik de fl itser voor extra belichting
Het onderwerp is te helder of te donker en de foto wordt over- of onderbelicht. Gebruik de fl itser voor extra belichting
wanneer u fotos maakt van slecht belichte onderwerpen (
wanneer u fotos maakt van slecht belichte onderwerpen (
P
P
27).
27).
SCHERPSTELFOUT
SCHERPSTELFOUT
Storing van de camera. Schakel de camera uit en weer in. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer wanneer het
Storing van de camera. Schakel de camera uit en weer in. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer wanneer het
bericht zich blijft voordoen.
bericht zich blijft voordoen.
SCHAKEL DE CAMERA UIT EN
SCHAKEL DE CAMERA UIT EN
SCHAKEL DIE WEER IN
SCHAKEL DIE WEER IN
LENSAANSTURING DEFECT
LENSAANSTURING DEFECT
LENSFOUT
LENSFOUT
Schakel de camera uit, verwijder de lens en reinig de bevestigingsoppervlakken en vervang vervolgens de lens en
Schakel de camera uit, verwijder de lens en reinig de bevestigingsoppervlakken en vervang vervolgens de lens en
schakel de camera in. Neem contact op met een FUJIFILM-dealer wanneer het probleem zich blijft voordoen.
schakel de camera in. Neem contact op met een FUJIFILM-dealer wanneer het probleem zich blijft voordoen.
BEZIG MET OPSLAAN
BEZIG MET OPSLAAN
De geheugenkaart is verkeerd geformatteerd. Gebruik de camera om de kaart te formatteren (
De geheugenkaart is verkeerd geformatteerd. Gebruik de camera om de kaart te formatteren (
P
P
87).
87).
KAART NIET
KAART NIET
GEFORMATTEERD!
GEFORMATTEERD!
De geheugenkaart is niet geformatteerd of de geheugenkaart werd in een computer of ander apparaat geformatteerd
De geheugenkaart is niet geformatteerd of de geheugenkaart werd in een computer of ander apparaat geformatteerd
:
:
Formatteer de geheugenkaart met behulp van de optie
Formatteer de geheugenkaart met behulp van de optie
K
K
FORMATTEREN
FORMATTEREN
in het instellingenmenu van de camera
in het instellingenmenu van de camera
(
(
P
P
87).
87).
De contacten van de geheugenkaart moeten worden schoongemaakt
De contacten van de geheugenkaart moeten worden schoongemaakt
: Maak de contacten schoon met een zachte, droge
: Maak de contacten schoon met een zachte, droge
doek. Formatteer de geheugenkaart als de melding opnieuw verschijnt (
doek. Formatteer de geheugenkaart als de melding opnieuw verschijnt (
P
P
87). Wanneer de melding voortdurend
87). Wanneer de melding voortdurend
terugkomt, moet de geheugenkaart worden vervangen.
terugkomt, moet de geheugenkaart worden vervangen.
Storing van de camera
Storing van de camera
: Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
: Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
BEVEILIGDE KAART
BEVEILIGDE KAART
De geheugenkaart is vergrendeld. Hef de vergrendeling van de kaart op (
De geheugenkaart is vergrendeld. Hef de vergrendeling van de kaart op (
P
P
14).
14).