Operation Manual

56
Lichtmeting
Lichtmeting
Kies hoe de camera de belichting meet.
1
Druk op MENU/OK in de opnamestand om het opnamemenu weer te
geven. Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om C LICHT-
MEETSYSTEEM te markeren en druk op MENU/OK.
2
Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om de gewenste optie te
markeren en druk op MENU/OK om te selecteren.
Stand
Stand
Beschrijving
Beschrijving
o
o
(MULTI)
(MULTI)
De camera bepaalt de belichting direct op basis van een analyse van de com-
positie, kleur en de verdeling van de helderheid. Aanbevolen voor de meeste
situaties.
p
p
(SPOT)
(SPOT)
De camera meet de lichtomstandigheden in het midden van het beeld, in een
gebied dat overeenkomt met ca. 2% van het totaal. Aangeraden bij onderwer-
pen die vanachter belicht worden en in andere gevallen waar de achtergrond
beduidend helderder of donkerder is dan het belangrijkste onderwerp.
q
q
(INTEGRAAL)
(INTEGRAAL)
De belichting wordt ingesteld op basis van het gemiddelde van het gehele
beeld. Zorgt voor dezelfde belichting bij meerdere foto’s met hetzelfde licht
en is in het bijzonder e ectief voor het fotograferen van landschappen en het
maken van portretten van onderwerpen met witte of zwarte kleding.
4
P
OPNAMESTANDEN
AE-L
AAN
PIEK
PIEK
AAN
UITUIT
AE-L
LICHTMEETSYSTEEM
A
MULTI
SPOT
INTEGRAAL
Q De geselecteerde optie treedt alleen in werking wanneer Intelligente gezichtsdetectie uit staat (P 74).