Operation Manual
51
Meer over fotogra e en afspelen
Belichtingscorrectie
Belichtingscorrectie
Draai aan de instelschijf voor belichtingscompensatie om de belichting aan te passen bij het
fotograferen van zeer heldere, zeer donkere of zeer contrastrijke onderwerpen. Het e ect
hiervan is zichtbaar op het LCD-scherm en in de elektronische zoeker. Bij gebruik van de
optische zoeker kunt u de belichtingsindicator gebruiken om belichting te controleren.
Belichtingscompensatie-indicator
2000 F5.6
P
200
P
2000
F5.6
200
2000
1F5.6
000100
P
200
F
OVF EVF LCD
Kies een positieve waarde (+)
om de belichting te verhogen
Kies een negatieve waarde (–)
om de belichting te verlagen
Belichtingswaarde (EV)
Belichtingswaarde (EV)
De belichtingswaarde wordt bepaald door de
gevoeligheid van de beeldsensor en de hoeveelheid licht
waaraan de sensor wordt blootgesteld. De hoeveelheid
verdubbelen verhoogt EV met een, terwijl de hoeveelheid
halveren EV met een verlaagt. De hoeveelheid licht die
de camera binnendringt, kan worden beïnvloed door de
sluitertijd en het diafragma aan te passen.
Een belichtingscorrectiewaarde kiezen
Een belichtingscorrectiewaarde kiezen
• Onderwerpen met tegenlicht: Kies
waarden van +
/
EV tot +1
/
EV.
• Onderwerpen met een hoge
re ectie of zeer heldere scènes (bijv.
sneeuwlandschappen): +1 EV
• Scènes die voornamelijk bestaan uit lucht: +1 EV
• Verlichtte onderwerpen (voornamelijk bij het fotograferen tegen een
donkere achtergrond): –
/
EV
• Onderwerpen met een lage re ectie (dennenbomen of
donkergekleurd gebladerte): –
/
EV










