Operation Manual
Veiligheidsfuncties
► Kies Yes en druk op de invoertoets.
Het Notebook start opnieuw en het nieuwe wachtwoord is actief. Als u voortaan de
BIOS-Setup-Utility
wenst op te roepen, dient u eerst uw supervisor- of user-wachtwoord in te geven. Merk op dat u met
het user-wachtwoord slechts toegang heeft tot een beperkt aantal BIOS-instellingen.
Supervisor- of user-wachtwoord wijzigen
U kunt het supervisor-wachtwoord slechts wijzigen als u zich met het supervisor-wachtwoord heeft
aangemeld bij de
BIOS-Setup-Utility.
► Roep de
BIOS-Setup-Utility op en kies het menu Security.
► Als u een wachtwoord wenst te wijzigen, gaat u op precies dezelfde manier te werk als voor het
definiëren van een wachtwoord.
Wachtwoorden opheffen
Om een wachtwoord op te heffen zonder een nieuw wachtwoord in te stellen, gaat u als volgt te
werk:
► Roep de BIOS-Setup-Utility op en kies het menu Security.
► Selecteer het veld
Set Supervisor Password of Set User Password en druk op de Enter-toets.
Met
Enter current Password vraagt het systeem u het actuele wachtwoord in te geven.
Met
Enter new Password vraagt het systeem u een nieuw wachtwoord in te geven.
► Druk twee keer op de Enter-toets.
► Kies in het menu
Exit het punt Exit Saving Changes.
► Kies
Yes en druk op de invoertoets.
Het Notebook start opnieuw en het wachtwoord is opgeheven.
Met het supervisor-wachtwoord heft u tegelijk de geldigheid van het user-wachtwoord op.
Wachtwoordbeveiliging van het besturingssysteem
i
Met het Supervisor-wachtwoord dat u in de
BIOS-Setup-Utility heeft ingesteld (zie paragraa
f
"
Wachtwoordbeveiliging configureren in de BIOS-Setup-Utility"), kunt u ook voorkomen dat
het besturingssysteem wordt gestart.
Systeembeveiliging activeren
► Om de systeembeveiliging te activeren dient u een wachtwoord toe te kennen.
Met het toekennen van het wachtwoord wordt de systeembeveiliging automatisch geactiveerd. Bij de
volgende keer starten van het Notebook dient u uw wachtwoord (het supervisor-wachtwoord) in te
geven.
10600761470, uitgave 1 39