Type AUYG12 - 14 - 18LV AUYF24LB BEDIENINGSHANDLEIDING LUCHT/ LUCHT WARMTEPOMP www.fujitsuclimate.
INHOUD VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ................................... 2 OVERZICHT ONDERDELEN ...........................................3 VOORBEREIDING .......................................................... 6 WERKING ........................................................................7 WERKING TIMER ............................................................9 WERKING SLEEP TIMER ............................................. 10 RESET FILTERLAMPJE.................................................
EIGENSCHAPPEN EN FUNCTIES AUTOMATISCHE WERKING DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING ● ENKEL KOELEN Door een simpele druk op de START/STOP toets schakelt het toestel automatisch aan in de koeling- of droogfunctie, afhankelijk van de thermostaatinstelling en de actuele ruimtetemperatuur.
EIGENSCHAPPEN EN FUNCTIES AUTOMATISCHE WERKING ● ENKEL KOELEN Door een simpele druk op de START/STOP toets schakelt het toestel automatisch aan in de koeling- of droogfunctie, afhankelijk van de thermostaatinstelling en de actuele ruimtetemperatuur. ● VERWARMEN EN KOELEN (WARMTEPOMP) Door een simpele druk op de START/STOP toets schakelt het toestel automatisch aan in de verwarmings-, koelingof monitoringfunctie , afhankelijk van de thermostaatinstelling en de actuele ruimtetemperatuur.
OVERZICHT ONDERDELEN Display F G H K I L Display 1 6 3 2 7 8 4 9 5 0 M N J O A C D B E 1 MODE toets 2 ECONOMY toets 3 SET TEMP. toets ( / ) 4 FILTER RESET toets 5 SLEEP toets 6 FAN toets 7 START/STOP toets 8 SET toets (verticale uitblaas) 9 SET toets (horizontale uitblaas) 0 SWING toets A TIMER MODE toets B TIMER SET ( / ) toetsen C CLOCK ADJUST toets D RESET toets E TEST RUN toets ● ● ● Op deze afbeelding worden alle meldingen getoond die op het display kunnen verschijnen.
VOORBEREIDING OPGELET! Batterijen plaatsen (R03/LR03 × 2) 1 2 3 Maak het batterijdeksel aan de achterzijde van de afstandsbediening open. Schuif het deksel open in de richting van de pijl Plaats 2 nieuwe batterijen. Let op de polariteit ( ). Sluit het batterijdeksel weer. Tijd instellen 1 2 3 ● Let er op dat kinderen niet per ongeluk batterijen inslikken.
WERKING Werkingsmodus selecteren Druk de START/STOP toets in. 1 2 Druk de MODE toets in om de gewenste modus te kiezen. Het OPERATION-controlelampje (rood) van de binnenunit gaat branden. De airconditioner begint te werken. Bij elke druk op de knop verandert de werkingsmodus in deze volgorde: AUTO s COOL s DRY HEAT t FAN t Na ca. 3 seconden verschijnt het volledige display opnieuw. s Thermostaat instellen Druk de SET TEMP. toetsen in.
WERKING Werking stoppen Druk de START/STOP toets in. Het OPERATION controlelampje (rood) gaat uit. Over de AUTO CHANGEOVER functie AUTO: ● ● ● Wanneer de functie AUTO CHANGEOVER geselecteerd is, zal de ventilator ongeveer 1 minuut aan een zeer lage snelheid draaien. Gedurende deze tijd zal het toestel de ruimtecondities detecteren en de gepaste functie selecteren.
WERKING TIMER Kijk of de afstandsbediening op de juiste datum en tijd ingesteld staat voordat u de timerfunctie gebruikt (☞ P. 4). Als de binnenunit verbonden is met een draadbediening, kan u de IR bediening niet gebruiken om de timer in te stellen. Gebruik ON timer / OFF timer Druk de START/STOP toets in. (Als de unit al aan staat, ga dan verder met stap 2). 1 de TIMER MODE toets in om de functie ON timer 2 Druk of OFF timer te selecteren.
WERKING SLEEP TIMER In tegenstelling tot de andere timerfuncties kunt u met de SLEEP timer bepalen hoe lang de airconditioner blijft doorwerken alvorens te worden uitgeschakeld. Als de binnenunit verbonden is met een draadbediening, kan u de IR bediening niet gebruiken om de sleeptimer in te stellen. Gebruik van de SLEEP Timer Druk de SLEEP toets in terwijl de airconditioner in werking is of uit staat.
REGELEN VAN DE UITBLAASRICHTING Verwarmingsvoorschriften (*) gelden alleen voor warmtepompunits (koelen en verwarmen). ● Stel de uitblaasrichting op-en-neer en links-rechts in met de SET-toetsen van de afstandsbediening. ● Gebruik deze toetsen pas nadat de binnenunit opgestart is en de luchtkleppen niet meer bewegen. . Regelen van de verticale uitblaas GEVAAR! Druk de SET-toets (verticaal) in.
ZWAAIFUNCTIE Zet eerst de airconditioner aan voor u deze functie selecteert. Zwaaifunctie selecteren Druk de SWING-toets in. Telkens u de SWING-toets indrukt, verandert de zwaairichting als volgt: op-en-neer links-rechts Stop op-neer-links-rechts Zwaaifunctie stoppen Druk de SWING-toets in en selecteer STOP. De uitblaasrichting wordt weer aangepast aan de oorspronkelijke instelling.
REINIGING EN ONDERHOUD ● Schakel voor het reinigen het toestel uit en trek de voedingskabel uit. OPGELET! ● Let erop dat het aanzuigrooster veilig geïnstalleerd is. ● Let erop dat u bij het uithalen en vervangen van de luchtfilters de warmtewisselaar niet aanraakt, dit kan ernstige verwondingen veroorzaken. Luchtfilter reinigen Wanneer het filterlampje brandt, moet de filter er uit gehaald en gereinigd worden. 1. Trek aan de beide zijkanten en het midden van het aanzuigrooster. 4.
REINIGING EN ONDERHOUD ● Schakel voor het reinigen het toestel uit en trek de voedingskabel uit. OPGELET! ● Zet de stroomonderbreker uit. Luchtfilter reinigen Wanneer het filterlampje brandt, haal dan de filter er uit en reinig deze. 1. Trek de filters omhoog om ze er uit te halen. Hef het hendeltje van de filters omhoog terwijl u de filters naar u toe trekt. Luchtfilter 3. Filters weer vastmaken aan het aanzuigrooster. De luchtfilters passen in het aanzuigrooster.
SIGNAALCODE AFSTANDSBEDIENING SELECTEREN Wanneer er 2 of meer airconditioners in 1 ruimte geinstalleerd zijn en de afstandsbediening is ingesteld voor een andere airconditioner dan degene die u wenst tebedienen, wijzig dan de signaalcode van de afstandsbediening om enkel die unit te bedienen die u wenst ((4 keuzes mogelijk). Wanneer er 2 of meer airconditioners in 1 ruimte geinstalleerd zijn, contacteer dan uw servicetechnicus om de signaalcodes in te stellen.
FOUTOPSPORING Verwarmingsvoorschriften (*) gelden alleen voor warmtepompunits (koelen en verwarmen). Symptoom NORMALE WERKING De unit geeft geur af: De unit geeft damp af: . Geen of zwakke uitblaas: Er lekt water uit de buitenunit: Probleem Zie pag. ● De binnenunit kan bepaalde geuren afgeven. Dit komt omdat de airconditioner geuren in de kamer (meubilair, tabak enz.) heeft opgenomen.
WERKINGSTIPS Verwarmingsvoorschriften (*) gelden alleen voor warmtepompunits (koelen en verwarmen). *Verwarmingsvermogen ● Deze air conditioner werkt volgens het warmtepompprincipe, warmte wordt onttrokken aan de buitenlucht en afgegeven binnenshuis. Daardoor vermindert het verwarmingsrendement wanneer de buitentemperatuur daalt. Als u vindt dat het verwarmingsvermogen te laag is, raden wij u aan om deze toestellen te combineren met een ander soort verwarmingstoestel.
WERKINGSTIPS Over de functies Verwarmen: ● Gebruik deze functie om uw ruimte te verwarmen. ● In de bedrijfsmodus HEAT laat de airconditioner de ventilator gedurende 3 tot 5 minuten tegen zeer lage snelheid draaien. Daarna schakelt de unit over op de geselecteerde ventilatorsnelheid. Hierdoor kan de binnenunit opwarmen alvorens de werking volledig te starten. ● Bij een zeer lage kamertemperatuur is ijsvorming op de buitenunit mogelijk. Dit kan het rendement negatief beïnvloeden.
Multisplit Airconditioner Deze binnenunit kan aangesloten worden op een multisplit buitenunit. Met een multisplit kan u verschillende binnenunits laten werken in verschillende ruimtes. De binnenunits kunnen simultaan werken, overeenkomstig hun vermogen. . Gelijktijdig gebruik van multisplitunits Voorschriften die verwijzen naar inverter (❖) gelden alleen voor INVERTERTYPES.