Operation Manual

13
Schakel voor het reinigen het toestel uit en trek de voedingskabel uit.
Let erop dat het aanzuigrooster veilig geïnstalleerd is.
Let erop dat u bij het uithalen en vervangen van de luchtfilters de warmtewisselaar niet aanraakt,
dit kan ernstige verwondingen veroorzaken.
REINIGING EN ONDERHOUD
OPGELET!
Luchtfilter reinigen
Wanneer het filterlampje brandt, moet de
filter er uit gehaald en gereinigd worden.
1. Trek aan de beide zijkanten en het midden
van het aanzuigrooster.
2. Trek de filters omhoog.
Druk de hendeltjes van de filter weg van het aanzuigrooster in
de richting 1 , trek dan de filters er uit.
3. Reinig de filters.
Verwijder het stof van de filters met een stofzuiger of
was ze. Laat de filters na het wassen grondig drogen in
de schaduw.
4. Filters weer vastmaken aan het aanzuigrooster.
1 De luchtfilters passen in het aanzuigrooster.
(Figuur 1)
2 De onderkant van de luchtfilters moet in de filter-
steunen passen. (Figuur 1)
3 De luchtfilters moeten naar beneden geduwd worden
zodat de bovenkant past onder de uitstekende rand
bovenaan het aanzuigrooster. (Figuur 2)
5. Druk het aanzuigrooster terug op zijn
plaats.
Stof kan van de luchtfilter verwijderd worden met een
stofzuiger of door wassen met met een mild schoon-
maakmiddel en warm water. Wanneer u de filter wast,
laat deze dan eerst grondig drogen op een plaats uit
de zon vooraleer terug te plaatsen.
Als stof zich opgehoopt heeft op de luchtfilter zal de
uitblaas verminderen waardoor de werking minder efficiënt
wordt en het geluidsniveau verhoogt.
Nadat u de unit weer aangezet heeft, drukt u op de filtertoets
van de afstandsbediening om het filterlampje uit te zetten.
Ong. 30 mm
Zijpaneel
Aanzuigrooster
Uitsparing
Arm
Haakje
Hendeltje
Aanzuigrooster
Basis
Arm
1
Luchtfilter
Steun
(Figuur 1)
Filtersteun
Luchtilter
(Figuur 2)
Vuil en stof kan zich in de unit accumuleren wanneer deze een lange periode gebruikt wordt, de werking van de unit kan hierdoor
afnemen. Het is aan te raden om naast uw eigen reiniging en onderhoud geregeld een nazicht te laten doen, voor meer
informatie kan u terecht bij een vakbekwaam servicetechnicus.
Gebruik geen water van meer dan 40°C, ruwe voorwerpen of agressieve schoonmaakmiddelen bij de reiniging van
het toestel.
Spuit geen insecticiden of haarspray in de richting van het toestel.
Wanneer u het toestel langer dan een maand niet gaat gebruiken, laat dan de ventilator minstens een halve dag draaien,
zo kan de binnenkant grondig drogen.