Systeem Gebruikershandleiding CELSIUS H910
Proficiat! U hebt gekozen voor een innovatief product van Fujitsu. Actuele informatie over onze producten, tips, updates etc. vindt u op het internet: "http://ts.fujitsu.com" Automatische driver-updates vindt u onder: "http://support.ts.fujitsu.com/com/support/index.html" Als u technische vragen heeft, neem dan a.u.b. contact op met: • onze hotline/servicedesk (zie servicedesk-lijst of op het internet op "http://ts.fujitsu.com/support/servicedesk.
Copyright Fujitsu Technology Solutions 2011 05/2011 Uitgegeven door Fujitsu Technology Solutions GmbH Mies-van-der-Rohe-Straße 8 80807 München, Duitsland Contact http://ts.fujitsu.com/support Alle rechten, inclusief de intellectuele eigendomsrechten, zijn voorbehouden. Wijzigingen aan technische gegevens zijn voorbehouden; de levering is afhankelijk van de beschikbaarheid.
CELSIUS H910 Gebruikershandleiding Dankzij innoverende technologie 7 Aansluitingen en bedieningselementen 9 Belangrijke instructies 12 Eerste ingebruikname van uw toestel 15 Werken met het Notebook 18 Veiligheidsfuncties 51 Aansluiten van externe toestellen 60 Componenten demonteren en monteren in geval van service 66 Instellingen in de BIOS-Setup-Utility 77 Probleemanalyse en tips 80 Technische gegevens 87 Instructies van de fabrikant 90 Index 97
Microsoft, MS, Windows XP en Windows 7 zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Adobe Reader is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. MultiMediaCard is een geregistreerd handelsmerk van Infineon Technologies AG. Sony and Memory Stick zijn handelsmerk van Sony Electronics, Inc. Alle andere handelsmerken zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de betrokken eigenaars en worden als beschermd erkend.
Inhoud Inhoud Dankzij innoverende technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verdere informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verklaring van symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud ShockSensorUtility verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tweede harde schijf in de RAID-groep (afhankelijk van het toestel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . RAID 0 (Striping) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geheugenkaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Microfoonaansluiting/Line In . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aansluiting voor hoofdtelefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 65 Componenten demonteren en monteren in geval van service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Instructies voor de in- en uitbouw van modules en elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Netadapter 210 W . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Poortreplicator (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 89 Instructies van de fabrikant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Energy Star . . . . . . . . . . . .
Dankzij innoverende technologie Dankzij innoverende technologie ... en een ergonomisch ontwerp is uw toestel een gebruiksvriendelijk en betrouwbaar Notebook. Het toestel start zeer snel op, is direct startklaar en heeft vanwege de hoge accucapaciteit een zeer lange gebruiksduur. Met de gebruiksvriendelijke "BIOS-Setup-Utility" kunt u de hardware van uw Notebook sturen en uw systeem beter beschermen tegen onbevoegde toegang, door gebruik te maken van de krachtige wachtwoordbeveiliging.
Dankzij innoverende technologie Verklaring van symbolen Besteed in het bijzonder aandacht aan teksten met dit symbool. Als u deze waarschuwing niet in acht neemt, brengt u uw leven in gevaar, beschadigt u het systeem, of kan er gegevensverlies optreden. De garantie vervalt als het toestel defect raakt doordat u deze instructies niet heeft opgevolgd. duidt op belangrijke informatie voor de correcte behandeling van het toestel. ► duidt op een handeling die u moet uitvoeren. duidt op een resultaat.
Aansluitingen en bedieningselementen Aansluitingen en bedieningselementen In dit hoofdstuk worden de verschillende hardwarecomponenten van uw toestel voorgesteld. U krijgt een overzicht van de indicatoren en aansluitingen van het toestel. Voor u met het toestel begint te werken, dient u zich vertrouwd te maken met deze elementen.
Aansluitingen en bedieningselementen Linkerzijde 1 2 3 4 5 4 = Memory Card-steekplaats 5 = SmartCard-lezer 1 = Kensington Lock-inrichting 2 = Gelijkspanningsbus (DC IN) 3 = USB-aansluiting (USB 3.
Aansluitingen en bedieningselementen Onderzijde 1 2 1 5 3 1 = Servicevak harde schijf 2 = Accu 3 = Afdekking ventilatiesleuf Fujitsu Technology Solutions 4 3 4 = Aansluiting voor poortreplicator 5 = Servicevak geheugen 11
Belangrijke instructies Belangrijke instructies Instructies Belangrijkeinstructies In dit hoofdstuk vindt u informatie over de veiligheidsinstructies voor uw notebook die u in acht moet nemen. De andere instructies geven interessante informatie bij uw notebook. Veiligheidsinstructies Instructies Veiligheidsinstructies Houd absoluut rekening met de veiligheidsinstructies in het handboek "Veiligheid/Regelgeving" en de volgende veiligheidsinstructies.
Belangrijke instructies Energie besparen Stroom besparen Energie Instructies Schakel uw Notebook uit als u het niet meer nodig heeft. Schakel externe aangesloten toestellen uit als u deze niet gebruikt. Als u de energiespaarfuncties gebruikt, verbruikt het Notebook minder energie. Op die manier kunt u langer met het Notebook werken voor u de accu weer moet opladen. De energie-efficiëntie wordt verhoogd en het milieu wordt minder belast. U bespaart kosten en draagt bij aan een schoner milieu.
Belangrijke instructies Notebook transporteren Bescherm het notebook tegen sterke trillingen en extreme temperaturen (b.v. zonnestralen in de wagen). ► Als uw toestel over een optisch station beschikt, neemt u alle gegevensdragers (bijv. CD, DVD) uit de stations. ► Schakel het notebook uit. ► Trek de netstekker van de netadapter en van alle externe toestellen uit de stopcontacten. ► Maak de netadapterkabel en de datakabels van alle externe toestellen los. ► Sluit het LCD-beeldscherm.
Eerste ingebruikname van uw toestel Eerste ingebruikname van uw toestel Ingebruikname Eersteingebruikname Houd rekening met het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 12. Wanneer uw toestel met een Windows besturingssysteem is uitgerust, dan zijn de benodigde hardware-drivers en de meegeleverde software reeds voorgeïnstalleerd. Sluit het toestel alvorens dit voor het eerst in te schakelen via de netadapter op de netspanning aan (zie "Netadapter aansluiten", pagina 16).
Eerste ingebruikname van uw toestel Opstelplaats selecteren Netadapter Toestel Opstelplaatsselecteren Voor u uw toestel opstelt, dient u een geschikte plaats voor het toestel te kiezen. Houd daarbij rekening met het volgende. • Plaats het toestel en de netadapter nooit op een warmtegevoelige ondergrond. Gebeurt dit wel, dan kan de ondergrond beschadigd raken. Plaats het toestel nooit op een zachte ondergrond (b.v. tapijt, kussen of bedje).
Eerste ingebruikname van uw toestel Toestel voor het eerst inschakelen Voor heteerstinschakelen Bij toestellen met aan-/ujitschakelaar voor radiocomponenten: Schuif de aan-/uitschakelaar voor radiocomponenten in de stand "ON" voordat het toestel wordt ingeschakeld. Wanneer u het toestel voor de eerste maal inschakelt, wordt de bijgeleverde software geïnstalleerd en geconfigureerd.
Werken met het Notebook Werken met het Notebook Notebook Bediening,Notebook In dit hoofdstuk worden de basisprincipes voor de bediening van uw Notebook beschreven. Hoe u externe toestellen (bijv. muis, printer) aansluit op het Notebook, is beschreven in het hoofdstuk "Aansluiten van externe toestellen", pagina 60. Houd u aan de instructies in het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 12.
Werken met het Notebook Indicator Beschrijving Accu-laadindicator • De indicator licht groen op: De netadapter is aangesloten en de ingebouwde accu of accu’s zijn reeds volledig opgeladen of er is geen accu ingebouwd. • De indicator licht oranje op: De netadapter is aangesloten en de ingebouwde accu of accu’s worden opgeladen. • De indicator knippert oranje: De netadapter is aangesloten en de ingebouwde accu of accu’s kunnen niet worden opgeladen (de accu is te warm voor het opladen).
Werken met het Notebook Indicator Beschrijving Indicator Caps Lock CapsLock Indicator De indicator licht op: De hoofdlettertoets werd ingedrukt. Alle letters worden als hoofdletters weergegeven. Bij een toets met verschillende functies wordt het teken links bovenaan gebruikt. Indicator scrollen (Scroll Lock) ScrollLock Indicator ScrollLock Indicator De indicator licht op: De toetsencombinatie Fn + Rol werd ingedrukt. De betekenis is afhankelijk van het toepassingsprogramma.
Werken met het Notebook Toetsenbord Toetsen Cijferblok Numeriektoetsenblok Toetsenbord Het toetsenbord van uw Notebook ondergaat ook bij een normaal gebruik voortdurende slijtage. Vooral de opschriften van de toetsen worden zwaar belast. In de loop van de normale gebruiksperiode van het Notebook kan de belettering van de toetsen afslijten. Het toetsenbord is zo opgevat, dat alle functies van een uitgebreid toetsenbord ter beschikking staan.
Werken met het Notebook Toets Beschrijving Correctietoets (Backspace) Met de correctietoets wordt het teken links van de cursor gewist. Backspace Correctietoets Tabulatortoets De tabulatortoets verplaatst de cursor naar de volgende tabulatorstop. Tabulatortoets Invoertoets (Return, Enter, regelsprong, wagenterugloop) De invoertoets sluit een commandoregel af. Als u op de invoertoets drukt, wordt het ingegeven commando uitgevoerd.
Werken met het Notebook Virtueel numeriek toetsenblok Num Lock Virtueelnumeriektoetsenblok Numeriektoetsenblok Om voor bepaalde toepassingen toch de toetsen van een numeriek toetsenblok te kunnen gebruiken, is het virtuele numerieke toetsenblok voorzien. Op het toetsenbord herkent u deze toetsen van het virtuele numerieke toetsenblok aan de cijfers en symbolen rechts bovenaan op de overeenkomstige toetsen.
Werken met het Notebook Combinatie Beschrijving Luidsprekers in- en uitschakelen Met deze toetscombinatie kunt u de luidsprekers van het notebook uit- en inschakelen. Luidspreker Fn+F3 Touchpad aan-/uitschakelen Deze toetsencombinatie schakelt het touchpad uit of in. Touchpad Fn+F4 Beeldschermhelderheid verlagen Met deze toetsencombinatie verlaagt u de helderheid van het beeldscherm.
Werken met het Notebook Toetsencombinaties met de Windows-toetsen vindt u in de handleiding bij uw besturingssysteem. Land- en toetsenbordinstellingen Als u de land- en toetsenbordinstellingen wenst te wijzigen, gaat u als volgt te werk: ► Voer de instellingen in onder Startsymbool – (Instellingen) – Configuratiescherm – Klok, taal en regio . Toepassingstoetsen Toepassingstoetsen Uw notebook is met vijf toepassingstoetsen uitgerust.
Werken met het Notebook Toets Beschrijving Toets Lock Workstation Met deze toets kunt u uw werkplek blokkeren. Toets Mobility Center Met deze toets kunt het Mobility Center starten. Toets E (E-toets) Met de toets E kunt u de energiespaarfuncties eenvoudig activeren en deactiveren (bijv. de helderheid van het beeldscherm verminderen); zie "Energiespaarfuncties gebruiken", pagina 37. Toets I Met de toets I kunt u meer informatie over uw notebook opvragen.
Werken met het Notebook Touchpad en touchpad-toetsen Let op dat het touchpad niet in aanraking komt met vuil, vloeistof of vet. Touchpad Raak het touchpad nooit aan met vuile vingers. Plaats geen zware voorwerpen (b.v. boeken) op het touchpad of op de touchpad-toetsen. 1 = TouchStick 2 = Touchpad 3 = TouchStick-toetsen 4 = Touchpad-toetsen 5 = Vingerafdruksensor Met het touchpad kunt u de aanwijzer op het beeldscherm verplaatsen. Met touchpad toetsen kunt u commando’s selecteren en uitvoeren.
Werken met het Notebook Commando uitvoeren ► Ga met de aanwijzer naar het gewenste veld. ► Tik twee keer op het touchpad of druk twee keer op de linkerzijde van de TouchStick-/touchpad-toets. De opdracht wordt uitgevoerd. Touchpad Object vertrekken ► ► ► ► Verplaats de aanwijzer naar het gewenste object. Selecteer het gewenste object en hou de linkerzijde van de TouchStick-/touchpad-toets ingedrukt. Verplaats het object naar de gewenste plaats. Hef uw vinger op van het touchpad.
Werken met het Notebook LCD-beeldscherm Instructies LCD-beeldscherm In Notebooks van Fujitsu Technology Solutions GmbH worden hoogwaardige TFT-beeldschermen gebruikt. Om technische redenen zijn TFT-beeldschermen gemaakt voor een bepaalde resolutie. Een optimale en scherpe weergave is dus enkel gewaarborgd in de voor het specifieke TFT-beeldscherm geldende resolutie. Een beeldschermresolutie die afwijkt van de specificaties, kan een onscherpe weergave veroorzaken.
Werken met het Notebook WebCam WebCam Afhankelijk van de toestelvariant is in uw toestel een WebCam geïntegreerd. Met de WebCam kunt u afhankelijk van de gebruikte software beelden of videoclips opnemen of deelnemen aan WebChat. • • • • De beeldkwaliteit is afhankelijk van de lichtverhouding en de gebruikte software. U kunt slechts via één toepassing met de WebCam werken (bijv. via een internettelefonieprogramma of een videoconferentieprogramma, dat een WebCam ondersteunt).
Werken met het Notebook Accu Batterij Accumulator Levensduur,accu Accu Bij mobiel gebruik zorgt de geïntegreerde accu voor de nodige energievoorziening. U kunt de levensduur van de accu verhogen door de accu degelijk te verzorgen. De gemiddelde levensduur van een accu bedraagt ca. 500 laad-/ontlaadcycli. Als u de beschikbare energiespaarfuncties gebruikt, kunt u de autonomie van de accu verhogen.
Werken met het Notebook Accu demonteren ► Bereid het demonteren voor (zie hoofdstuk "Demonteren van componenten voorbereiden", pagina 67). 2 1 1 ► Druk op de twee ontgrendelingen (1). ► Neem de accu uit het accuvak (2).
Werken met het Notebook Accu monteren 1 ► Plaats de accu op zijn kant tegen het Notebook. ► Duw de accu in het accuvak tot hij merkbaar vergrendelt (1). ► Sluit het demonteren af (zie hoofdstuk "Demonteren van componenten voltooien", pagina 76). Optisch station Optischstation Dit product bevat een lichtdiode (LED), classificatie volgens IEC 825 1:1993: LASER KLASSE 1, en mag niet worden geopend.
Werken met het Notebook Indicator CD/DVD Indicator CD/DVD De CD/DVD-indicator knippert wanneer een gegevensdrager wordt geplaatst. De indicator gaat uit als het station klaar is om te lezen. De indicator brandt als toegang wordt genomen tot het station. Zolang de indicator brandt, mag de gegevensdrager in geen enkel geval uit de lezer genomen worden. Als de CD/DVD-indicator na het plaatsen van een gegevensdrager niet uitgaat, maar blijft knipperen, dan heeft het station geen toegang tot de gegevensdrager.
Werken met het Notebook Manueel uitnemen (nooduitname) Nooduitnamegegevensdrager Manueeluitneembaregegevensdrager CD/DVD Bij een stroomonderbreking of bij beschadiging van de eenheid kunt u de gegevensdrager manueel uitnemen. ► Schakel uw Notebook uit. ► Druk met een pen of een draad (b.v. papierklem) goed in de opening (1). De stationslade springt naar buiten. U kunt de stationslade (2) nu uit het station trekken.
Werken met het Notebook ► Houd de vergrendeling van de ventilatiesleufafdekking ingedrukt (1) en verwijder de afdekking uit de montageplaats (2). ► Reinig de stofkamer. 2 1 ► Plaats de ventilatiesleufafdekking zoals afgebeeld schuin in de montageplaats (1) en let er hierbij op dat deze merkbaar vergrendelt. ► Sluit het demonteren af (zie hoofdstuk "Demonteren van componenten voltooien", pagina 76).
Werken met het Notebook Energiespaarfuncties gebruiken Accu Energie Als u de beschikbare energiespaarfuncties gebruikt, verbruikt het Notebook minder energie. Op die manier kunt u langer met accuvoeding werken voor u de accu weer moet opladen. De energie-efficiëntie wordt verhoogd en het milieu wordt minder belast. Als u optimaal gebruik maakt van de energie-opties, kunt u aanzienlijke besparingen bereiken en draagt u tegelijkertijd bij aan een schoner milieu.
Werken met het Notebook ShockSensorUtility ShockSensorUtility deactiveren ► ► ► ► ► Open de Mobile Software Suite. Start het programma ShockSensorUtility. Selecteer in de werkbalk het item Configuratie. Zet de schuifregelaar met de muis op Uit. Selecteer Toepassen en sluit het programma. ShockSensorUtility verwijderen ► Verwijder ShockSensorUtility via het Configuratiescherm van Windows.
Werken met het Notebook Tweede harde schijf in de RAID-groep (afhankelijk van het toestel) Wanneer u van RAID gebruik maakt, moet u het programma ShockSensorUtility deactiveren of verewijderen (zie "ShockSensorUtility", pagina 38). RAID (Redundant Array of Independent Disks, ook wel: disk-array) is een methode voor het combineren van twee harde schijven tot een logische eenheid.
Werken met het Notebook Geheugenkaarten Steekplaats Uw Notebook is met een geïntegreerde geheugenkaartlezer uitgerust. Houd rekening met de instructies van de fabrikant als u met geheugenkaarten omgaat. Geheugenkaart Ondersteunde formaten Uw Notebook ondersteunt de volgende formaten: • • • Secure Digital (SDTM Card) Memory Stick (MS) Memory Stick Pro Geheugenkaart aanbrengen ► Schuif de geheugenkaart voorzichtig in de steekplaats. Het labelgebied moet naar boven gericht zijn.
Werken met het Notebook Geheugenkaart verwijderen Geheugenkaart Verwijder de kaart altijd op correcte wijze, zoals navolgend beschreven, om verlies van uw gegevens te voorkomen. Met het betreffende symbool op de taakbalk kunt u de geheugenkaart stoppen: ► Klik met de linker muisknop op het symbool. ► Kies de geheugenkaart die u wenst te stoppen en te verwijderen. ► Druk op de invoertoets. Een dialoogvenster geeft aan dat u de geheugenkaart nu probleemloos kunt verwijderen.
Werken met het Notebook Kaart aanbrengen Bewaar de plaatsbewaarder voor de steekplaats op een veilige plaats. Als u de kaart er weer uithaalt, dient u de plaatsbewaarder voor weer aan te brengen. Zo kunnen er geen vreemde voorwerpen in de steekplaats terechtkomen. ► Druk op de rand van de plaatsbewaarder voor de kaart (1) zodat deze gedeeltelijk uit het notebook springt. ► Trek de plaatsbewaarder voor de kaart uit de steekplaats (2).
Werken met het Notebook Kaart verwijderen Verwijder de kaart altijd op correcte wijze, zoals navolgend beschreven, om verlies van uw gegevens te voorkomen. Met het betreffende symbool op de taakbalk kunt u de ExpressCard stoppen: ► Klik met de linker muisknop op het symbool om hardware veilig te verwijderen. ► Kies de ExpressCard die u wenst te stoppen en te verwijderen. ► Druk op de invoertoets. Een dialoogvenster geeft aan dat u de ExpressCard nu probleemloos kunt verwijderen.
Werken met het Notebook SIM-kaart Een SIM-kaart (Subscriber Identity Module) is een chipkaart die in een mobiele telefoon of een notebook wordt geplaatst en samen met de ingebouwde UMTS-module toegang tot een mobiel netwerk mogelijk maakt. Volg de instructies van de provider van de SIM-kaart. De steekplaats voor de SIM-kaart bevindt zich in het accuvak en is alleen toegankelijk als de accu verwijderd is.
Werken met het Notebook Wireless LAN/Bluetooth (toestelafhankelijk)/UMTS (toestelafhankelijk) Als radiocomponenten worden ingebouwd die niet door Fujitsu Technology Solutions werd goedgekeurd, worden de voor dit toestel verleende toelatingen ongeldig. Radiocomponenten in- en uitschakelen Bij de eerste keer inschakelen van uw toestel moet de aan-/uitschakelaar voor radiocomponenten in de stand "AAN" staan. ► Schuif de aan-/uitschakelaar in de stand "ON" om de radiocomponenten in te schakelen.
Werken met het Notebook WLAN-toegang instellen • Voorwaarde: Een WLAN is beschikbaar en u beschikt over de betreffende toegangsgegevens. Informatie voor het instellen van de WLAN-toegang vindt u in de documentatie van uw besturingssysteem. Toegang via UMTS Wanneer u bij uw systeem een geïntegreerde UMTS-module heeft besteld, dan kunt u genieten van de beste ontvangst en de hoogste energie-efficiëntie zonder storende kabels en antennes. De optionele UMTS-module is direct klaar voor gebruik.
Werken met het Notebook Uw poortreplicator (optioneel) Uw poortreplicator is een toestel waarmee u uw notebook snel kunt aansluiten op uw randapparaten, zoals beeldscherm, printer, etc. De poortreplicator beschikt daartoe onder andere over standaardaansluitingen voor beeldscherm, audio, muis en toetsenbord. U dient enkel het notebook aan te dokken om met uw randapparaten te kunnen werken.
Werken met het Notebook Notebook aansluiten op de poortreplicator Als u het Notebook tijdens de werking aansluit op de poortreplicator, kunnen er problemen optreden. Het is aan te bevelen het Notebook eerst uit te schakelen. Als het Notebook aangesloten is op de poortreplicator, dient u de netadapter aan te sluiten op de poortreplicator. Als het Notebook aangesloten is op de poortreplicator, is het aan te bevelen het Notebook niet met gesloten LCD-beeldscherm te gebruiken.
Werken met het Notebook Netadapter op de poortreplicator aansluiten ► Sluit de netadapterkabel op de gelijkspanningsbus (DC IN) van de poortreplicator aan (1). ► Sluit de netkabel op de netadapter aan (2). ► Sluit de netkabel op het stopcontact aan (3). 1 3 2 Als het notebook wordt aangesloten op een poortreplicator, maakt het besturingssysteem een hardwareprofiel aan voor de modus "aangekoppeld". In dit profiel wordt bijv. bijgehouden op welk beeldscherm de informatie voor het laatst werd weergegeven.
Werken met het Notebook Notebook van de poortreplicator loskoppelen Als het notebook van de poortreplicator wordt losgekoppeld wanneer het systeem in werking is, kunnen er problemen optreden. We adviseren het notebook eerst uit te schakelen of het notebook via de betreffende functie in het besturingssysteem los te koppelen. ► Schakel het notebook uit. 1 ► Pak het notebook met de vingers aan de onderzijde vast. ► Druk met de duimen op de poortreplicator en til het notebook op (1).
Veiligheidsfuncties Veiligheidsfuncties Veiligheidsfuncties Uw notebook beschikt over verschillende beveiligingsfuncties, waarmee u uw systeem en uw persoonlijke gegevens kunt beveiligen tegen onbevoegde toegang. In deze hoofdstuk wordt beschreven hoe u deze functies gebruikt en wat de voordelen ervan zijn. Opgelet: Als u bijv. uw wachtwoord niet meer kent, is het mogelijk dat u zelf ook geen toegang meer heeft tot uw systeem en uw gegevens.
Veiligheidsfuncties Security Lock gebruiken Uw toestel beschikt over een Security Lock-inrichting voor de Kensington Lock Cable. Met de Kensington Lock Cable, een robuuste staalkabel, kunt u uw notebook beveiligen tegen diefstal. De Kensington Lock Cable is als accessoire verkrijgbaar. ► Breng de Kensington Lock Cable aan op de inrichting van uw notebook.
Veiligheidsfuncties Beveiliging van de BIOS-Setup-Utility (supervisoren user-wachtwoord) Als u deze gebruikshandleiding op het beeldscherm heeft geopend, is het aan te bevelen volgende instructies af te drukken. Terwijl u het wachtwoord configureert, kunt u de instructies namelijk niet oproepen op het beeldscherm. BIOS-Setup-Utility Zowel met het supervisor-wachtwoord als met het user-wachtwoord voorkomt u onbevoegd gebruik van de BIOS-Setup-Utility.
Veiligheidsfuncties Wachtwoorden opheffen Om een wachtwoord op te heffen zonder een nieuw wachtwoord in te stellen, gaat u als volgt te werk: User-wachtwoord Supervisor-wachtwoord Wachtwoord ► Roep de BIOS-Setup-Utility op en kies het menu Security. ► Selecteer het veld Set Supervisor Password of Set User Password en druk op de Enter-toets. Met Enter Current Password vraagt het systeem u het actuele wachtwoord in te geven. Met Enter New Password vraagt het systeem u een nieuw wachtwoord in te geven.
Veiligheidsfuncties Wachtwoordbeveiliging voor de harde schijf Wachtwoordbeveiliging Het harde-schijf-wachtwoord voorkomt onbevoegde toegang tot de harde-schijfstations en wordt intern bij elke systeemstart gecontroleerd. Voorwaarde is wel dat u minstens het supervisor-wachtwoord heeft toegekend. Harde-schijfbeveiliging activeren ► Roep de BIOS-Setup op en kies het menu Security.
Veiligheidsfuncties Boot from Removable Media M.b.v. deze BIOS-functie kunt u het ongeautoriseerd opstarten van een besturingssysteem vanaf externe media (bijv. USB-stick, USB-/CD-ROM-station, etc.) beheren/sturen. Hierbij raden we aan de harde schijf als eerste opstartmedium in te stellen, zodat toegang tot uw systeem vanaf opstart-CD’s en andere opstartmedia voorkomen wordt. Voorwaarde voor deze BIOS-functie is wel dat u minstens het supervisor-wachtwoord heeft toegekend.
Veiligheidsfuncties Virus Warning (toestelafhankelijk) Controleert de boot-sectoren van het harde-schijfstation op wijzigingen ten opzichte van de laatste systeemstart. Als de boot-sector sinds de laatste systeemstart gewijzigd is (b.v. nieuw besturingssysteem of virusaanval), verschijnt een waarschuwing op het beeldscherm. De waarschuwing wordt aangegeven tot de wijzigingen met Confirm worden bevestigd of tot de functie Virus Warning op Disabled wordt ingesteld.
Veiligheidsfuncties SmartCard-lezer Veiligheidsfuncties SmartCards worden standaard niet meegeleverd. U kunt alle SmartCards gebruiken die voldoen aan de ISO-norm 7816-1, -2 of -3. Deze SmartCards zijn verkrijgbaar bij verschillende fabrikanten. Met behulp van de betreffende software kunt u de SmartCard als alternatief voor wachtwoordbescherming, maar ook als digitale handtekening voor de codering van uw e-mails en thuisbankieren gebruiken. Wij raden aan altijd gebruik te maken van twee SmartCards.
Veiligheidsfuncties Trusted Platform Module - TPM (afhankelijk van toestel) Trusted Platform Module TPM Om de TPM te kunnen gebruiken, moet u per se voor de software-installatie de TPM in de BIOS-Setup inschakelen. Voorwaarde is wel dat u minstens het supervisor-wachtwoord heeft toegekend (zie "Veiligheidsfuncties", pagina 51). TPM activeren • ► ► ► Voorwaarde: U hebt een supervisor-wachtwoord toegekend; zie "Veiligheidsfuncties", pagina 51. Roep de BIOS-setup op en kies het menu Security.
Aansluiten van externe toestellen Aansluiten van externe toestellen Hou in elk geval rekening met de veiligheidsaanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 12 voor u toestellen op het Notebook aansluit of van het Notebook loskoppelt. Lees altijd de documentatie bij het externe toestel dat u wenst aan te sluiten. Tijdens een onweer mag u nooit kabels aansluiten of loskoppelen. Trek nooit aan de kabel als u hem losmaakt! Neem altijd de stekker vast.
Aansluiten van externe toestellen Extern beeldscherm aansluiten Een analoog beeldscherm wordt op een analoge VGA-beeldschermaansluiting aangesloten en een digitaal beeldscherm op de DisplayPort. De beeldschermuitvoer is op maximaal twee beeldschermen tegelijk begrensd (zie "Toetsencombinaties", pagina 23, paragraaf "Beeldschermuitvoer omschakelen").
Aansluiten van externe toestellen Externe apparaten op de seriële poort aansluiten Seriële poort Parallellepoort Toestellen Externetoestellen Wanneer u apparaten via een seriële poort wilt gebruiken, maak dan gebruik van de voor uw notebook optioneel verkrijgbare poortreplicator. Op de seriële poort kunt u externe toestellen aansluiten (bijv. een printer of modem). ► Sluit de datakabel op het externe toestel aan. ► Sluit de datakabel van het betreffende toestel aan op de gewenste seriële poort.
Aansluiten van externe toestellen USB-toestellen aansluiten USB-aansluitingen Op de USB-aansluitingen kunt u externe toestellen aansluiten die ook over een USB-poort beschikken (bijv. een DVD-station, een printer, een scanner of een modem). USB-toestellen zijn hot-plug-compatibel. U kunt de kabels van USB-toestellen dus bij ingeschakeld systeem aansluiten en loskoppelen. Bij USB 1.x bedraagt de maximale overdrachtsnelheid 12 Mbit/s. Bij USB 2.0 bedraagt de maximale overdrachtsnelheid 480 Mbit/s.
Aansluiten van externe toestellen Externe SATA-harde schijf (eSATA) aansluiten U kunt op de eSATA-aansluiting een externe SATA-harde schijf aansluiten. Op deze manier kunt u de interne capaciteit van de harde schijf naar wens vergroten. De maximale lengte van de eSATA-kabel is twee meter. Laat u in de vakhandel informeren over welke eSATA-datakabel voor uw externe eSATA-harde schijf geschikt is. Let erop dat de harde schijf over een eigen externe voeding beschikt. De overdrachtssnelheid is maximaal 2.
Aansluiten van externe toestellen Externe audiotoestellen aansluiten Microfoonaansluiting/Line In Audiotoestellen aansluiten Microfoonaansluiten Audio-aansluitingen Via de microfoonaansluiting/Line in kunt u een externe microfoon, een MiniDisc-speler, een MP3-speler, een CD-speler of een cassettedeck op uw Notebook aansluiten. ► Sluit de audiokabel aan op het externe toestel. ► Sluit de audiokabel aan op de microfoonaansluiting/Line In van het Notebook.
Componenten demonteren en monteren in geval van service Componenten demonteren en monteren in geval van service Reparaties aan het Notebook mogen alleen door bevoegde vakmensen worden uitgevoerd. Als het Notebook onbevoegd wordt geopend of als onvakkundige herstellingen worden uitgevoerd, vervalt de garantie en kan er groot gevaar ontstaan voor de gebruiker (elektrocutie, brandgevaar).
Componenten demonteren en monteren in geval van service Demonteren van componenten voorbereiden Wanneer u systeemcomponenten wilt demonteren of vervangen, bereidt het demonteren dan als volgt voor: Houd u aan de veiligheidsinstructies in het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 12. Trek de stekker uit het stopcontact! ► Schakel het toestel uit. Het toestel mag zich niet in de energiespaarmodus bevinden! ► Sluit het LCD-beeldscherm. ► Maak alle kabels los van het toestel.
Componenten demonteren en monteren in geval van service Geheugenuitbreiding demonteren en monteren Geheugen demonteren Hoofdgeheugen Geheugenmodule Systeemuitbreiding Als de hotline/servicedesk u vraagt de geheugenuitbreiding zelf te demonteren en te monteren, gaat u als volgt te werk: Houd u aan de veiligheidsinstructies in het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 12.
Componenten demonteren en monteren in geval van service Afdekking verwijderen 1 2 ► Draai de schroef (1) uit. Bewaar de schroeven op een veilige plaats. Wanneer u meerdere componenten tegelijkertijd demonteert, bewaar de schroeven voor de afzonderlijke componenten dan apart van elkaar. Wanneer u de onjuiste schroeven aanbrengt, kunnen componenten beschadigd raken. ► Til de afdekking van het Notebook op (2). Geheugenmodule: demonteren ► Druk de twee bevestigingsklemmen voorzichtig naar buiten (1).
Componenten demonteren en monteren in geval van service Geheugenmodule: monteren 1 ► Plaats de geheugenmodule met de aansluitcontacten en de uitsparing (a) vooraan in de montageplaats (1). ► Klap de geheugenmodule voorzichtig omlaag, tot ze duidelijk vergrendelt (2). 2 Geheugenmodule Geheugenuitbreiding a Afdekking bevestigen 2 1 ► Plaats de afdekking op de montageplaats (1).
Componenten demonteren en monteren in geval van service Eerste harde schijf demonteren en monteren Afdekking verwijderen ► Neem de accu uit (zie hoofdstuk "Accu demonteren", pagina 32). 1 2 1 ► Draai de schroeven uit (1). Bewaar de schroeven op een veilige plaats. Wanneer u meerdere componenten tegelijkertijd demonteert, bewaar de schroeven voor de afzonderlijke componenten dan apart van elkaar. Wanneer u de onjuiste schroeven aanbrengt, kunnen componenten beschadigd raken.
Componenten demonteren en monteren in geval van service Harde schijf demonteren 1 2 1 ► Draai de schroeven uit (1). ► Haal de harde schijf uit het vak (2). Harde schijf monteren 2 1 2 ► Plaats de harde schijf in het vak (1). ► Draai de schroeven vast (2).
Componenten demonteren en monteren in geval van service Afdekking bevestigen 2 1 2 ► Plaats de afdekking op de montageplaats (1). Wanneer u meerdere componenten tegelijkertijd demonteert, bewaar de schroeven voor de afzonderlijke componenten dan apart van elkaar en let erop dat de juiste schroeven worden gebruikt. Wanneer u de onjuiste schroeven aanbrengt, kunnen componenten beschadigd raken. ► Draai de schroeven vast (2). ► Breng de accu aan (zie hoofdstuk "Accu monteren", pagina 33).
Componenten demonteren en monteren in geval van service Tweede harde schijf demonteren en monteren Afdekking verwijderen ► Neem de accu uit (zie hoofdstuk "Accu demonteren", pagina 32). 2 1 1 ► Draai de schroeven uit (1). Bewaar de schroeven op een veilige plaats. Wanneer u meerdere componenten tegelijkertijd demonteert, bewaar de schroeven voor de afzonderlijke componenten dan apart van elkaar. Wanneer u de onjuiste schroeven aanbrengt, kunnen componenten beschadigd raken.
Componenten demonteren en monteren in geval van service Harde schijf demonteren 1 2 1 ► Draai de schroeven uit (1). ► Haal de harde schijf uit het vak (2). Harde schijf monteren 2 1 2 ► Plaats de harde schijf in het vak (1). ► Draai de schroeven vast (2).
Componenten demonteren en monteren in geval van service Afdekking bevestigen 2 1 2 ► Plaats de afdekking op de montageplaats (1). Wanneer u meerdere componenten tegelijkertijd demonteert, bewaar de schroeven voor de afzonderlijke componenten dan apart van elkaar en let erop dat de juiste schroeven worden gebruikt. Wanneer u de onjuiste schroeven aanbrengt, kunnen componenten beschadigd raken. ► Draai de schroeven vast (2). ► Breng de accu aan (zie hoofdstuk "Accu monteren", pagina 33).
Instellingen in de BIOS-Setup-Utility Instellingen in de BIOS-Setup-Utility Systeem configureren Setup Configuratie,BIOS-Setup-Utility Systeeminstellingen,BIOS-Setup-Utility BIOS-Setup-Utility Hardwareconfigureren Met de BIOS-Setup-Utility kunt u systeemfuncties en de hardware-configuratie voor uw Notebook instellen. Bij levering van het Notebook zijn de standaardinstellingen actief. Deze instellingen kunt u in de menu’s van de BIOS-Setup-Utility wijzigen.
Instellingen in de BIOS-Setup-Utility BIOS-Setup-Utility bedienen BIOS-Setup-Utility Druk op de toets F1 om hulpinformatie bij de bediening van de BIOS-Setup-Utility te krijgen. De beschrijving van de verschillende instellingen vindt u in het rechter venster van de BIOS-Setup-Utility. Met de toets F9 kunt u de standaardinstellingen van de BIOS-Setup-Utility laden. ► Markeer met de cursortoetsen ← of → het menu waarin u instellingen wenst uit te voeren. Het menu verschijnt.
Instellingen in de BIOS-Setup-Utility Discard Changes – Wijzigingen negeren zonder de BIOS-Setup-Utility te verlaten ► Om de wijzigingen te negeren, kiest u Discard Changes en Yes. De instellingen die bij het oproepen van de BIOS-Setup-Utility geldig waren, blijven actief. U kunt nu verdere instellingen in de BIOS-Setup-Utility uitvoeren. ► Als u de BIOS-Setup-Utility met deze instellingen wilt beëindigen, kiest u Exit Saving Changes en Yes.
Probleemanalyse en tips Probleemanalyse en tips Storingverhelpen Fouten Tips Probleemanalyse Houd rekening met de veiligheidsinstructies in het handboek "Veiligheid/Regelgeving" als u kabels loskoppelt of aansluit. Als er zich een storing voordoet, kunt u proberen deze aan de hand van volgende maatregelen te verhelpen. Als u de storing niet kunt opheffen, gaat u als volgt te werk: ► Noteer de uitgevoerde stappen en de toestand die actief was op het moment dat de fout opgetreden is.
Probleemanalyse en tips Inhoud van de harde schrijf onder Windows herstellen Besturingssysteemherstellen Hardeschijf Met de "Windows XP Recovery-CD" (als optie leverbaar) en de CD/DVD "Drivers & Utilities" kunt u het besturingssysteem opnieuw installeren. De instructies hiervoor vindt u ook op de hoes van de Recovery-CD. Tijdens de nieuwe installatie worden alle persoonlijke gegevens en alle geïnstalleerde programma’s verwijderd.
Probleemanalyse en tips Het LCD-beeldscherm van het notebook blijft donker DonkerLCD-beeldscherm LCD-beeldscherm Oorzaak Beeldscherm is uitgeschakeld. Extern beeldscherm of TV-toestel aangesloten. Storingen verhelpen ► Druk op een toets of raak het touchpad aan. ► Druk op de toetsencombinatie voor het omschakelen van de beeldschermuitvoer (zie "Toetsencombinaties", pagina 23).
Probleemanalyse en tips De informatie op het externe beeldscherm verschijnt niet of verloopt Beeldscherm Oorzaak Voor het externe beeldscherm werd een verkeerd beeldscherm gekozen of voor het toepassingsprogramma is een verkeerde beeldschermresolutie ingesteld. Storing verhelpen ► Sluit het toepassingsprogramma onder Windows af met Alt + F4 .
Probleemanalyse en tips Het Notebook werkt niet verder Energiespaarmodus Notebook Oorzaak Het Notebook staat in de energiespaarmodus. Toepassingsprogramma heeft de fout veroorzaakt. Accu is leeg. Problemen verhelpen ► Beëindig de energiespaarmodus. ► Beëindig het toepassingsprogramma of start het notebook opnieuw (opnieuw opstarten besturingssysteem of uit-/inschakelen). ► Laad de accu op. of ► Plaats een opgeladen accu. of ► Sluit de netadapter aan op het Notebook.
Probleemanalyse en tips Akoestische foutmelding Akoestische foutmeldingen Fout Oorzaak U hoort een signaal met enkele seconden interval. Storingen verhelpen ► Laad de accu op. De accu is zeer ver leeg. Foutmeldingen op het beeldscherm Fout Foutmeldingenophetbeeldscherm Hierna zijn de foutmeldingen beschreven die door de BIOS-Setup worden geproduceerd. Foutmeldingen afkomstig van het besturingssysteem of van programma’s, vindt u in de documentatie bij die programma’s.
Probleemanalyse en tips Foutmelding/oorzaak Operating system not found Press to resume, to SETUP Deze foutmelding verschijnt als er vóór het starten van het besturingssysteem een fout is opgetreden tijdens de zelftest. Previous boot incomplete - Default configuration used Wegens een fout tijdens de vorige systeemstart werden voor bepaalde instellingen standaardwaarden gebruikt. Controleer de instellingen in de BIOS-Setup.
Technische gegevens Technische gegevens Notebook Technischegegevens Processor Hoofdgeheugen Elektrische gegevens Toegepaste veiligheidsnormen Veiligheidsklasse Maximale vermogensopname (wanneer het notebook is ingeschakeld en de accu wordt opgeladen) LCD-beeldscherm Beeldschermdiagonaal Grafische kaart Chip Videogeheugen (VRAM) Audio Soundchip Afmetingen Breedte x diepte x hoogte (voorzijde/achterzijde) Gewicht met lege inzet (Weight Saver) Invoerelementen Toetsenbord Touchpad TouchStick Steekplaatsen I
Technische gegevens Microfoonaansluiting/Line in Hoofdtelefoonaansluiting/ Line out USB-aansluiting eSATA-aansluiting Docking-aansluiting Omgevingsvoorwaarden Omgevingsklasse 3K2 Mechanische klasse 7M2 Temperatuur Werking Transport 3,5 mm mono mini-jack 3,5 mm stereo mini-jack 3 x USB 2.0, 1 x USB 3.0 1x 1x DIN IEC 721 DIN IEC 721 5 °C ... 35 °C -15 °C ... 60 °C Accu Informatie over de bij uw toestel gebruikte accu’s vindt u op het internet onder "http://ts.fujitsu.com/support".
Technische gegevens Poortreplicator (optioneel) Elektrische gegevens Toegepaste veiligheidsnormen Veiligheidsklasse Afmetingen/Gewicht Breedte x diepte x hoogte (voorzijde/achterzijde) Gewicht Aansluitingen LAN-aansluiting VGA-aansluiting DisplayPort Seriële poort Microfoonaansluiting Aansluiting voor hoofdtelefoon USB-aansluiting eSATA-aansluiting Docking-aansluiting Omgevingsvoorwaarden Omgevingsklasse DIN IEC 721 Mechanische klasse DIN IEC 721 Temperatuur: Werking Transport CE, CB II 468 mm x 123/90 mm
Instructies van de fabrikant Instructies van de fabrikant Energy Star Bij producten die volgens het milieulogo Energy Star gecertificeerd en aangeduid zijn, is bij de levering volledig aan de vereisten voldaan. Houd er rekening mee dat achteraf geïnstalleerde hardware en software en wijzigingen in de BIOS of energieopties invloed kunnen hebben op het energieverbruik. De door Energy Star beloofde eigenschappen kunnen dan niet meer worden gewaarborgd.
Instructies van de fabrikant CE-certificaat CE-certificaat CE-certificaat voor toestellen met radiocomponent In de toestand bij levering voldoet dit toestel aan de vereisten van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Europese Raad van 9 maart 1999 met betrekking tot radio-installaties en telecommunicatie-eindinrichtingen en de wederzijdse erkenning van de conformiteit.
Instructies van de fabrikant • Reorient or relocate the receiving antenna. • Increase the separation between the equipment and receiver. • Connect the equipment into an outlet that is on a different circuit than the receiver. • Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help. Notice to Users of the US Telephone Network Your notebook may be supplied with an internal modem which complies with Part 68 of the FCC rules.
Instructies van de fabrikant • • • Stores where telephones are used by patrons to order merchandise. Public transportation terminals where telephones are used to call taxis or to reserve lodging or rental cars. In hotel and motel rooms as at least ten percent of the rooms must contain hearing aid-compatible telephones or jacks for plug-in hearing aid compatible telephones which will be provided to hearing impaired customers on request.
Instructies van de fabrikant Avant de connecter cet équipement à une ligne téléphonique, l’utilisateur doit vérifier s’il est permis de connecter cet équipement aux installations de télécommunications locales. L’utilisateur est averti que même la conformité aux normes de certification ne peut dans certains cas empêcher la dégradation du service. Les réparations de l’équipement de télécommunications doivent être eVectuées par un service de maintenance agréé au Canada.
Instructies van de fabrikant FCC regelgevingsinformatie voor notebooks met radiotoestel Regulatoryinformation Federal Communications Commission statement This device complies with Part 15 of FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) this device may not cause interference, and (2) this device must accept any interference, including interference that may cause undesired operation of this device.
Instructies van de fabrikant Regulatory Information/Disclaimers Installation and use of this radio device must be in strict accordance with the instructions included in the user documentation provided with the product. Any changes or modifications made to this device that are not expressly approved by the manufacturer may void the user’s authority to operate the equipment.
Index Index A Accu 31 bewaren 31 laadtoestand 31, 37 levensduur 31 opladen 31 verzorgen en onderhouden 31 Acculadingsmeter 31 Accumulator zie Accu 31 Akku zelfontlading 31 Akoestische foutmeldingen 85 Alt+Tab 24 Audio-aansluitingen 65 Audiotoestellen aansluiten 65 B Backspace 22 Bassluidspreker (Subwoofer) 43 Batterij zie Accu 31 Bediening, Notebook 18 Bedrijfsklaar maken 16 Beeldscherm aansluiten 61 blijft donker 82 geen beeld 83 wandelend beeld 83 Beeldschermaansluiting zie VGA-aansluitbus 61 Beeldscherm
Index F Fn + F10 24 Fn + F3 24 Fn + F4 24 Fn + F6 24 Fn + F7 24 Fn + F8 24 Fn + F9 24 Fn-toets 22 Fout akoestische meldingen 85 beeldschermmelding 85 Fouten verhelpen 80 Foutmeldingen op het beeldscherm G Gegevensdrager plaatsen 34 uitnemen 34 Gegevensdragers werken met 33 Geheugen demonteren zie Geheugenuitbreiding 68 Geheugenkaart aanbrengen 40 verwijderen 41 werken met 40 Geheugenmodule belangrijke instructies 68 demonteren 69 monteren 70 Geheugenuitbreiding demonteren 69 monteren 70 H Harde schijf inho
Index Notebook bedienen 18 inschakelen 20 reinigen 14 start niet 83 transporteren 13–14 uitschakelen 20 voor u vertrekt 13 werkt niet 84 Num Lock indicator 19, 23 Numeriek toetsenblok 21 zie virtueel numeriek toetsenblok O Omschakeltoets 22 Opmerkingen module 66 Opstelplaats selecteren Optisch station 33 P Parallelle poort 62 toestellen aansluiten Parallelle poorten instelling 62 Poortreplicator Notebook aansluiten Printer werkt niet 84 Probleemanalyse 80 23 16 62 48 R Radiocomponenten veiligheidsaanw
Index U USB-aansluitingen 63 User-wachtwoord ingeven 53 opheffen 54 wijzigen 53 Uur klopt niet 81 V Veiligheidsfuncties 51 SmartCard 58 SystemLock 58 Veiligheidsinstructies 12 Verkeerde Datum/tijd 81 Verklaring van overeenstemming 90 Verpakking 15 VGA-aansluitbus 61 Vingerafdruksensor 51 instellen 51 Virtueel numeriek toetsenblok 23 Volume verhogen 24 verminderen 24 100 Volumeregeling 43 Voor het eerst inschakelen 17 W Wachtwoord ingeven 53 opheffen 54 wijzigen 53 Wachtwoordbeveiliging 52 harde schijf