Operation Manual

Bediening
Nr. Indicator Beschrijving
1 Indicators van de
eenheden
De indicator licht op als het CD-ROM- of DVD-station van de PC
in gebruik genomen wordt. Zolang de indicator oplicht, mag de
CD/DVD in geen enkel geval uit de lezer genomen worden.
2 Indicator voor
optionele componenten
(bijvoorbeeld
SmartCard-lezer)
De indicator gaat aan a ls toegang wordt g enomen tot d e optionele
componenten (bijvoorbeeld de SmartCard-lezer).
3 Werkingsindicator Attentie: In de energiespaarmodus mag het toestel niet met de
hoofdschakelaar (indien voorhanden) worden uitgeschakeld of
van het net worden losgekoppeld, anders kunnen er gegevens
verloren gaan.
De indicator l icht op:
Het toestel is ingeschakeld.
De indicator knippert (afhankelijk van toesteltype):
Het toestel staat in de energiespaarmodus. Na het inschakelen
met de aan-/uitschakelaar schakelt het toestel in of keert
het terug naar de toestand w aarin het zich bevond voor de
energiespaarmodus.
De indicator licht niet op :
Het toestel is uitgeschakeld (hoofdschakelaar op 0 of
losgekoppeld van het net). Als het toestel bedrijfsklaar is, kan
het met de aan-/uitschakelaar worden ingeschakeld.
4
Indicator harde schijf De indicator licht op als het harde-schijfstation van het toestel in
gebruik genomen wordt.
28 Fujitsu