Gebruikershandleiding ESPRIMO P5635 / P5645 / P5730 ESPRIMO P5731 / P7935 ESPRIMO P7936 / P9900 System
Wij zijn blij dat u voor een innovatief product van Fujitsu heeft gekozen. Actuele informatie over onze producten, tips, updates, etc. vindt u op het internet: "http://ts.fujitsu.com" Automatische driver-updates vindt u onder: "http://support.ts.fujitsu.com/com/support/index.html" Als u technische vragen heeft, neem dan a.u.b. contact op met: • onze hotline/servicedesk (zie servicedesk-lijst of op het internet op "http://ts.fujitsu.com/support/servicedesk.
Copyright Fujitsu Technology Solutions 2010 2010/02 Uitgegeven door Fujitsu Technology Solutions GmbH Mies-van-der-Rohe-Straße 8 80807 München, Duitsland Contact http://ts.fujisu.com/support Alle rechten voorbehouden, inclusief intellectuele eigendomsrechten. Technische wijzigingen voorbehouden; levering onder voorwaarde van beschikbaarheid. Enige aansprakelijkheid m.b.t. het volledig, actueel of correct zijn van gegevens en afbeeldingen is uitgesloten.
ESPRIMO P5635 / P5645 / P5730 ESPRIMO P5731 / P7935 ESPRIMO P7936 / P9900 Gebruikershandleiding Uw ESPRIMO 5 Aansluitingen en bedieningselementen 7 Belangrijke instructies 9 Ingebruikname 12 Bediening 22 Probleemanalyse en tips 30 Systeemuitbreidingen 36 Technische gegevens 63 Index 64
ESPRIMO is een geregistreerd handelsmerk van Fujitsu Technology Solutions GmbH. Windows 7, Windows Vista en Windows XP zijn geregistreerde handelsmerken van de Microsoft Corporation. PS/2 is een geregistreerd handelsmerk van International Business Machines, Inc. Pentium is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation, USA. Kensington en MicroSaver zijn geregistreerde handelsmerken van ACCO World Corporation.
Inhoud Inhoud Uw ESPRIMO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verklaring van symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 6 Aansluitingen en bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorzijde . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Toegangsbeveiliging met SystemLock . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Probleemanalyse en tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hulp bij probleemgevallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Probleemanalyse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Uw ESPRIMO Uw ESPRIMO Overzicht ... is verkrijgbaar in verscheidene uitvoeringen die door de hard- en softwareconfiguratie van elkaar verschillen. U kunt extern bedienbare stations (bijv. DVD-station) en ook nog andere modules inbouwen. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe u het toestel in gebruik neemt en bedient. Het handboek heeft betrekking op alle uitbouwniveaus. Afhankelijk van het gekozen uitbouwniveau is het mogelijk dat uw toestel niet over alle beschreven hardwarecomponenten beschikt.
Uw ESPRIMO Verklaring van symbolen Besteed in het bijzonder aandacht aan teksten met dit symbool. Als u deze waarschuwing niet in acht neemt, brengt u uw leven in gevaar, beschadigt u het systeem, of kan er gegevensverlies optreden. De garantie vervalt als het toestel defect raakt doordat u deze instructies niet heeft opgevolgd. duidt op belangrijke informatie voor de correcte behandeling van het toestel. ► duidt op een handeling die u moet uitvoeren. duidt op een resultaat.
Aansluitingen en bedieningselementen Aansluitingen en bedieningselementen Aansluitingen In dit hoofdstuk worden de verschillende hardwarecomponenten van uw toestel voorgesteld. U krijgt een overzicht van de indicatoren en van de aansluitingen en bedieningselementen van het toestel. Voor u met het toestel begint te werken, dient u zich vertrouwd te maken met deze elementen.
Aansluitingen en bedieningselementen Achterzijde 1 2 3 1 = Stroomaansluiting voor computer 2 = Stroomaansluiting voor beeldscherm (afhankelijk van toestel) 8 3 = Aansluitingen voor externe toestellen Fujitsu Technology Solutions
Belangrijke instructies Belangrijke instructies Instructies Belangrijkeinstructies In dit hoofdstuk vindt u onder andere veiligheidsinstructies waarop u absoluut moet letten bij de omgang met uw toestel. Veiligheidsinstructies Instructie Veiligheidsinstructies Houd absoluut rekening met de veiligheidsinstructies in het handboek "Veiligheid" en volgende veiligheidsinstructies.
Belangrijke instructies Toestel reinigen Systeemeenheid,zieToestel Hertransport Transport Toestel Schakel het toestel en alle hierop aangesloten toestellen uit en trek de stekker uit het stopcontact. De binnenkant van het toestel mag enkel door bevoegd vakpersoneel worden gereinigd. Gebruik geen schuurpoeder of kunststofoplossende reinigingsmiddelen (alcohol, verdunningsmiddel of aceton) voor het reinigen.
Belangrijke instructies CE-certificaat Laagspanningsrichtlijn Elektromagnetischekompatibiliteit Instructies CE-symbool CE-certificaat In de geleverde uitvoering beantwoordt dit toestel aan de eisen van de EG-richtlijnen 2004/108/EG inzake "Elektromagnetische compatibiliteit" en 2006/95/EG "Laagspanningsrichtlijn".
Ingebruikname Ingebruikname Ingebruikname Houd u aan de veiligheidsinstructies in het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 9. Leveringsinhoud uitpakken en controleren Houd de originele verpakking van de toestellen bij om ze later eventueel in die verpakking te transporteren. Leveringsinhoud Verpakking ► ► ► ► Pak alle delen uit. Controleer de inhoud van de verpakking op zichtbare transportschade. Controleer of de levering overeenstemt met de gegevens op de leveringsbon.
Ingebruikname Toestel opstellen Toestel Ergonomisch Werkpostbeeldscherm Hou u bij het opstellen van het toestel aan de aanbevelingen en veiligheidsinstructies in het handboek "Veiligheid". We raden u aan het toestel op een slipvaste ondergrond te plaatsen. Gezien de diversiteit van de bekledingen en lakken die voor meubels gebruikt worden, is het niet uit te sluiten dat de kunststof voeten schade veroorzaken aan het vlak waarop ze staan.
Ingebruikname Voor het eerst inschakelen: de software wordt geïnstalleerd Software Installatie Als de installatie begonnen is, mag het toestel niet worden uitgeschakeld zolang de installatie niet voltooid is! Tijdens de installatie mag het toestel enkel opnieuw worden opgestart als hierom wordt gevraagd! Anders wordt de installatie niet correct uitgevoerd en moet de inhoud van de harde schijf volledig worden hersteld.
Ingebruikname Toestel inschakelen (met hoofdschakelaar) I 1 0 0 = Toestel is uitgeschakeld I = Toestel is ingeschakeld ► Schakel het toestel in met de hoofdschakelaar (1) aan de achterzijde van het toestel. ► Druk op de aan-/uitschakelaar (2) op de voorkant van het toestel. De werkingsindicator licht groen op, het toestel start op.
Ingebruikname Toestel uitschakelen (zonder hoofdschakelaar) ► Druk op de aan-/uitschakelaar op de voorkant van het toestel. De werkingsindicator licht groen op, het toestel start op. Installatie van de software ► Volg tijdens de installatie de instructies op het beeldscherm. ► Mochten er onduidelijkheden zijn over de gevraagde invoergegevens, lees het dan na in de Help van uw besturingssysteem.
Ingebruikname Externe toestellen aansluiten Lees de documentatie bij het externe toestel voordat u dit aansluit. Behalve voor USB-toestellen moet de netstekker uitgetrokken zijn als u externe toestellen aansluit! Tijdens een onweer mag u kabels niet aansluiten of loskoppelen. Neem bij het losmaken van de bedrading steeds de stekker vast. Trek niet aan de draad! Respecteer bij het aansluiten of losmaken van de bedrading de hierna beschreven volgorde.
Ingebruikname Aansluitingen op het toestel Toestel Externetoestellen Interfaces De aansluitingen vindt u aan de voor- en achterzijde van het toestel. Niet alle aansluitingen zijn aanwezig op uw toestel. De standaardaansluitingen zijn aangegeven met volgende of gelijkaardige symbolen. Meer informatie over de positie van de aansluitingen vindt u in het handboek bij de systeemmodule.
Ingebruikname 1 2 1 = Beelschermaansluitingen van de systeemmodule 2 = Externe beeldschermaansluitingen van de grafische kaart ► Maak het beeldscherm klaar zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing bij het beeldscherm (bijv. kabels insteken). ► Sluit de datakabel op de passende beeldschermaansluiting van het toestel (VGA, DVI-I, DisplayPort). De beeldscherm-stopcontact van het toestel mag enkel worden gebruikt als het stroomverbruik van het beeldscherm kleiner is dan 1,5 A bij 230 V of 3 A bij 115 V.
Ingebruikname Als u het beeldscherm aansluit op de beeldscherm-stopcontact van het toestel, schakelt het beeldscherm automatisch uit als u het toestel uitschakelt. Muis aansluiten Afhankelijk van het gekozen uitbouwniveau wordt uw toestel geleverd met een USB-muis of een PS/2-muis. Aansluiten Muis USB-muis aansluiten ► Sluit de USB-muis aan op een USB-aansluiting van het toestel.
Ingebruikname ► Sluit de datakabel afhankelijk van het toestel aan op de parallelle poort of op de seriële poort . In de documentatie bij het externe toestel is beschreven hoe het toestel wordt aangesloten op de passende poort. Instellingen van de poorten Parallellepoort Seriële poort en U kunt de instellingen van de poorten (bijv. adres, interrupt) wijzigen in de BIOS-setup. Drivers Drivers De toestellen die u aansluit op de seriële of parallelle poort, hebben drivers nodig.
Bediening Bediening Toestel inschakelen ► Schakel eventueel het beeldscherm in (zie gebruikshandleiding bij het beeldscherm). ► Schakel het toestel in met de hoofdschakelaar aan de achterzijde van het toestel (indien voorhanden). ► Druk op de aan-/uitschakelaar op de voorkant van het toestel. De werkingsindicator licht groen op, het toestel start op.
Bediening Toestel uitschakelen ► Sluit uw besturingssysteem op de voorgeschreven manier af. Bij Windows: in het menu Start via de functie Afsluiten. ► Als het besturingssysteem het toestel niet automatisch in een energiespaarmodus plaatst of uitschakelt, drukt u op de aan-/uitschakelaar. Houd er rekening mee dat dit kan leiden tot gegevensverlies! Als het toestel bedrijfsklaar is, verbruikt het zo weinig mogelijk energie. ► Schakel het toestel met de hoofdschakelaar uit (indien voorhanden).
Bediening Indicators op het toestel De indicators bevinden zich aan de voorzijde van de behuizing. Welke indicators op uw toestel voorhanden zijn, wordt bepaald door het door u gekozen uitbouwniveau. 1 2 3 1 Indicator Stationsindicator 2 Indicator harde schijf 3 Werkingsindicator Beschrijving De indicator licht op als het CD-ROM- of DVD-station van de PC in gebruik genomen wordt. Zolang de indicator oplicht, mag de CD/DVD in geen enkel geval uit de lezer genomen worden.
Bediening Toetsenbord Numeriektoetsenblok Cijferblok Functietoetsen Toetsen Cursortoetsen Alfanumeriektoetsenblok Toetsenbord Het afgebeelde toetsenbord is een voorbeeld en kan afwijken van het model dat u gebruikt.
Bediening Start-toets Toetsen roept het menu Start van Windows op. Toetsen Menutoets roept het menu voor het gemarkeerde object op (Windows). Toetsen Omschakeltoets hiermee kunnen hoofdletters of het bovenste symbool op de toets worden gebruikt. De omschakeltoets wordt ook wel "Shift" genoemd. Toets Alt Gr Toetsen hiermee kan het symbool rechts onderaan op een toets worden gebruikt (bijv.: het teken @ op de toets Q ).
Bediening Diefstalbeveiliging en verzegeling Toestel Ketting KensingtonLock Diefstalbeveiliging Verzegelen Behuizing 2 1 1 = Inrichting voor Kensington Lock 2 = Gaten voor hangslot Diefstalbeveiliging U kunt uw toestel beschermen tegen diefstal • • met behulp van de inrichting voor Kensington Lock (1) en een Kensington MicroSaver. Raadpleeg het handboek bij uw Kensington Lock. met behulp van de gaten (2), een hangslot en een ketting, die u voordien verbonden heeft met een vaststaand voorwerp.
Bediening Behuizing mechanisch vergrendelen (optioneel) Behuizingsslot Slot Behuizing Behuizingmechanischvergrendelen Met het behuizingsslot kunt u de behuizing mechanisch vergrendelen, om te voorkomen dat onbevoegde personen de behuizing openen. De sleutels bevinden zich aan de achterzijde van uw toestel. 2 1 Behuizing vergrendelen ► Draai de sleutel in de richting van de pijl (1). Behuizing ontgrendelen ► Draai de sleutel in de richting van de pijl (2).
Bediening Toegangsbevoegdheid met SmartCard Toegangsbevoegdheid,SmartCard Veiligheidsfuncties Bij systemen die uitgerust zijn met een SmartCard-lezer, kan de toegang worden beperkt tot gebruikers die de juiste SmartCard bezitten. Toegangsbeveiliging met SystemLock Veiligheidsfuncties Met SystemLock beschermt u uw systeem tegen onbevoegd opstarten. Een systeem kan pas worden opgestart als de gebruiker een geldige SmartCard in de SmartCard-lezer steekt en zijn persoonlijke geheime code (PIN) ingeeft.
Probleemanalyse en tips Probleemanalyse en tips Volg steeds de veiligheidsinstructies in het handboek "Veiligheid" en het hoofdstuk "Ingebruikname", pagina 12, wanneer u kabels loskoppelt of aansluit. Als er zich een storing voordoet, probeert u ze te verhelpen zoals beschreven in volgende documenten: • • • • in in in in dit de de de hoofdstuk documentatie bij de aangesloten toestellen help bij de diverse programma’s. documentatie bij het gebruikte besturingssysteem.
Probleemanalyse en tips Het toestel kan niet d.m.v. de aan-/uitschakelaar uitgeschakeld worden Oorzaak Storing verhelpen Het toestel werd niet d.m.v. de aan-/uitschakelaar ► Druk de aan-/uitschakelaar nogmaals in. ingeschakeld. systeemcrash ► Druk de Aan/Uit-schakelaar minstens 4 seconden in tot het apparaat uitschakelt. Let op: dit kan leiden tot verlies van gegevens! Daarbij wordt het besturingssysteem niet naar behoren afgesloten.
Probleemanalyse en tips Oorzaak Netkabel niet aangesloten Beeldschermkabel niet aangesloten Storing verhelpen ► Schakel het beeldscherm en het toestel uit. ► Ga na of de netkabel van het beeldscherm goed aangesloten is op het beeldscherm en op het geaarde stopcontact of op het beeldschermstopcontact van het toestel. ► Ga na of de netkabel van het toestel goed op het toestel en op het geaarde stopcontact is aangesloten. ► Schakel het beeldscherm en het toestel in.
Probleemanalyse en tips Oorzaak Storing verhelpen Verkeerde instelling voor het beeldscherm onder ► Start het toestel weer op. Windows Vista ► Druk op de toets F8 terwijl het systeem nog opstart. Het menu keuzemenu voor het besturingssysteem of het menu Uitgebreide Windows startopties. ► Als het keuzemenu voor het besturingssysteem verschijnt, drukt u op de toets F8 . ► Kies Veilige modus of Veilige modus met netwerkondersteuning.
Probleemanalyse en tips Geen muis-indicator op het beeldscherm Oorzaak Muis is niet juist aangesloten. Muis-controller is niet ingeschakeld. Storing verhelpen ► Sluit uw besturingssysteem op de voorgeschreven manier af. ► Schakel het toestel uit. ► Controleer of de muisbedrading behoorlijk aangesloten is. Als u een adapter of een verlengkabel voor de muisbedrading gebruikt, controleer dan ook de steekverbinding. ► Zorg ervoor dat er slechts één muis aangesloten is. ► Schakel het toestel in.
Probleemanalyse en tips Nieuwe software installeren Bij de installatie van programma’s of drivers kunnen belangrijke gegevens overschreven of gewijzigd worden. Om bij eventuele problemen na de installatie nog toegang te hebben tot uw originele bestanden, dient u vóór de installatie een reservekopie (backup) te maken van de inhoud van uw harde schijf. Inhoud van de harde schijf herstellen De handleiding voor het herstellen van de harde-schijfinhoud onder Windows 7 vindt u in het handboek "Recovery Guide".
Systeemuitbreidingen Systeemuitbreidingen In gevalvanService Componenten Systeemuitbreiding Toestel Uitbreidingen Reparaties aan het toestel mogen alleen door bevoegde vakmensen worden uitgevoerd. Als het Notebook onbevoegd wordt geopend of als onvakkundige herstellingen worden uitgevoerd, vervalt de garantie en kan er groot gevaar ontstaan voor de gebruiker (elektrocutie, brandgevaar). Na overleg met de hotline/servicedesk mag u de in dit handboek beschreven componenten zelf uit- en inbouwen.
Systeemuitbreidingen Instructies i.v.m. modules Ga voorzichtig om met de vergrendelingsmechanismes (vergrendelnokken en centreerpennen), als u modules of componenten op de systeemmodule vervangt. Houd er rekening mee dat verschillende componenten op de systeemmodule erg heet kunnen zijn, wanneer het toestel kort geleden nog geactiveerd is geweest. Deze componenten kunnen door het symbool hiernaast zijn aangeduid.
Systeemuitbreidingen Behuizing openmaken Toestel Behuizing ► Schakel het toestel uit. Het toestel mag zich niet in de energiespaarmodus bevinden! Houd u aan de veiligheidsinstructies in het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 9. Trek de netstekker uit het stopcontact. Steek de netstekker pas weer in als u de behuizing gesloten heeft. ► Verwijder storende en vastzittende kabels. ► Toestellen met behuizingsslot: Sluit de behuizing. ► Leg het toestel op de zijde.
Systeemuitbreidingen Behuizing sluiten ► Plaats het zijgedeelte in de geleiderail van de behuizing. Toestel Behuizing 1 ► Draai het zijgedeelte in de richting van de pijl (1) tot dit vastklikt. ► Toestellen met behuizingsslot: Sluit de behuizing. ► Sluit de voordien losgemaakte kabels weer aan.
Systeemuitbreidingen Vergrendeling met behuizingsslot inbouwen Vergrendeling uitbouwen ► Maak de behuizing open (zie "Behuizing openmaken", pagina 38). ► Plaats het verwijderde zijgedeelte met de binnenzijde omhoog op een effen oppervlak. 2 1 1 ► Duw de vergrendelnok in de richting van de pijl (1). ► Voer de vergrendeling voorzichtig in de richting van de pijl (2) uit het zijgedeelte.
Systeemuitbreidingen Vergrendeling met behuizingsslot inbouwen 1 2 3 2 ► Draai het verwijderde zijgedeelte om (buitenzijde naar boven gericht). ► Voer de vergrendeling met het behuizingsslot in de richting van de pijl (1) in het zijgedeelte. ► Druk de vergrendelnok in de richting van de pijl (2) en druk tegelijk de vergrendeling in het zijgedeelte (3) tot de vergrendelnok vastklikt.
Systeemuitbreidingen Stationskooi openklappen ► Maak de behuizing open (zie "Behuizing openmaken", pagina 38). 1 2 ► Draai de kartelschroeven (1) los. ► Klap de stationskooi open (2). Door de ingebouwde draaimoment-controller blijft de stationskooi in elke positie staan.
Systeemuitbreidingen Stationskooi dichtklappen 2 1 ► Klap de stationskooi naar onderen (1). Zorg dat hierbij geen kabels klem komen te zitten. ► Bevestig de stationskooi met de kartelschroef (2). ► Sluit de behuizing (zie "Behuizing sluiten", pagina 39).
Systeemuitbreidingen Verluchtingskanaal uitbouwen Verluchtingskanaal Let er bij het verwijderen van het verluchtingskanaal op dat de processorkoeler(s) op de systeemmodule niet beschadigd raakt/raken. 1 2 ► ► ► ► ► Maak de behuizing open (zie "Behuizing openmaken", pagina 38). Klap de stationskooi open (zie "Stationskooi openklappen", pagina 42). Verwijder de kabels uit de houder van het verluchtingskanaal. Verwijder storende en vastzittende kabels.
Systeemuitbreidingen Verluchtingskanaal inbouwen Verluchtingskanaal Let er bij het aanbrengen van het verluchtingskanaal op dat de processorkoeler(s) op de systeemmodule niet beschadigd raakt/raken. 1 ► Steek de bevestigingsnok aan de onderzijde van het verluchtingskanaal in de betreffende gleuf in de behuizing. ► Druk het verluchtingskanaal in de richting van de pijl (1) in de behuizing, zodat de vergrendelhaken hoorbaar vastklikken. ► Sluit de voordien losgemaakte kabels weer aan.
Systeemuitbreidingen Module inbouwen / uitbouwen Om de prestaties van uw apparaat te vergroten, kunt u extra modules inbouwen. Het aantal, de plaats en de positie van de module-insteekplaatsen op de systeemmodule vindt u in het handboek bij de systeemmodule. Het is mogelijk dat bij levering reeds modules ingebouwd zijn. Module Module inbouwen ► Maak de behuizing open (zie "Behuizing openmaken", pagina 38). ► Klap de stationskooi open (zie "Stationskooi openklappen", pagina 42).
Systeemuitbreidingen Gooi de steekplaatsafdekking niet weg. Als u de module weer verwijdert, dient u de steekplaatsafdekking opnieuw aan te brengen met het oog op de koeling, de brandveiligheid en de na te leven EMC-voorschriften (voorschriften voor de elektromagnetische compatibiliteit). 2 1 ► ► ► ► ► Schuif de module in de steekplaats (1). Druk op de bevestigingsklem tot deze hoorbaar vastklikt (2). Indien nodig sluit u de kabels op de module aan.
Systeemuitbreidingen Module uitbouwen ► Maak de behuizing open (zie "Behuizing openmaken", pagina 38). ► Klap de stationskooi open (zie "Stationskooi openklappen", pagina 42). ► Koppel de kabels van de module los. Module ► Druk op de boog van de bevestigingsklem (1). ► Trek de module in de richting van de pijl (2) uit de insteekplaats. ► Steek de module in een aangepaste verpakking.
Systeemuitbreidingen Insteekplaatsadapter inbouwen 1 2 ► Steek de insteekplaatsadapter op de insteekplaatsafdekking van de Low-Profile-module (1) en schroef hem vast (2). Nu kan u de Low-Profile-module zoals een normale module in een geschikte insteekplaats inbouwen (zie "Module inbouwen / uitbouwen", pagina 46).
Systeemuitbreidingen Insteekplaatsadapter afnemen 2 1 ► Draai de schroef (1) los en neem de insteekplaatsadapter af (2). Low-Profile-modules Optionele poorten in- en uitbouwen Zie voor meer informatie het hoofdstuk "Instructies i.v.m. modules", pagina 37.
Systeemuitbreidingen Bedienbaar station uitbouwen ► Maak de behuizing open (zie "Behuizing openmaken", pagina 38). 1 2 ► ► ► ► ► Trek de stekker van de datakabel en van de voedingskabel aan de achterkant van het station. Klap de bevestigingsklem open (1). Trek het station in de richting van de pijl (2) uit de behuizing. Voer eventueel de vereiste instellingen uit op de resterende stations.
Systeemuitbreidingen Bedienbaar station inbouwen ► Maak de behuizing open (zie "Behuizing openmaken", pagina 38). ► Als het station in de bovenste schacht wordt gemonteerd en daar reeds een afdekking (optioneel) is gemonteerd, dan moet deze worden uitgebouwd. of ► Als het station in de onderste schacht wordt gemonteerd, moet de voorgestanste metalen plaat op de stationsschacht met behulp van een schroevendraaier worden weggebroken. Gooi de afdekking niet weg.
Systeemuitbreidingen Harde schijf in- en uitbouwen Harde-schijfstation uitbouwen ► Maak de behuizing open (zie "Behuizing openmaken", pagina 38). ► Klap de stationskooi open (zie "Stationskooi openklappen", pagina 42). ► Koppel alle ingestoken kabels (datakabel, stroomkabel) los van het station. 1 1 2 ► Druk de EasyChange-rails, die op het harde-schijfstation bevestigd zijn, iets samen (1) en trek het harde-schijfstation in de richting van de pijl (2) uit de stationskooi.
Systeemuitbreidingen ► Als de EasyChange-rails niet meer nodig zijn, moeten deze weer op de inbouwplaats in de stationskooi worden bevestigd. Indien nodig moet u in de BIOS-setup de waarde voor het station aanpassen. Harde-schijfstation inbouwen ► Maak de behuizing open (zie "Behuizing openmaken", pagina 38). ► Klap de stationskooi open (zie "Stationskooi openklappen", pagina 42). EasyChange-rails voor een bijkomend harde-schijfstation vindt u op de stationskooi.
Systeemuitbreidingen ► Bevestig de EasyChange-rails zijdelings op de harde schijf, door de bovenste pinnen van de EasyChange-rail in de overeenkomstige gaten van de harde schijf te steken. 1 ► Schuif het harde-schijfstation met de EasyChange-rails in de richting van de pijl (1) in de stationskooi. Let er op dat de onderdeelzijde van het harde-schijfstation naar de binnenzijde van de behuizing wijst. ► Steek de kabels in het harde-schijfstation.
Systeemuitbreidingen SmartCard-lezer en/of WLAN-module in- en uitbouwen (optioneel) In de inbouwplaats van het 3½-inch station kunt u in de plaats van het diskettestation ook een SmartCard-lezer en/of WLAN-module voor Wireless LAN (Local Area Network) inbouwen. De SmartCard-lezer en de WLAN-module kunnen samen in de houder worden gemonteerd. U kunt echter ook slechts een van beide modules inbouwen.
Systeemuitbreidingen WLAN-module vastschroeven op houder ► Schuif de WLAN-module in de richting van de pijl (1) met de componentzijde omlaag in de geleiding van de houder (a). ► Bevestig de WLAN-module met de schroeven (2). 2 2 a a 1 SmartCard-lezer vastschroeven op houder ► Schuif de SmartCard-lezer in de richting van de pijl (1) met de componentzijde omlaag in de geleiding van de houder (a). ► Bevestig de SmartCard-lezer met de schroeven (2).
Systeemuitbreidingen SmartCard-lezer en/of WLAN-module inbouwen 2 1 ► Schuif de houder in de richting van de pijl (1) in de behuizing. ► Bevestig de houder met de schroeven (2). ► Bevestig de stekker van de datakabel aan de houder. Let erop dat u de juiste polen met elkaar verbindt. ► Sluit de behuizing (zie "Behuizing sluiten", pagina 39).
Systeemuitbreidingen SmartCard-lezer en/of WLAN-module uitbouwen ► Maak de behuizing open (zie "Behuizing openmaken", pagina 38). ► Trek de stekker van de datakabel van de houder af. 1 2 ► Draai de schroeven uit (1). ► Schuif de houder in de richting van de pijl (2) uit de behuizing. ► Sluit de behuizing (zie "Behuizing sluiten", pagina 39). SmartCard-lezer losmaken van houder 1 1 Fujitsu Technology Solutions ► Draai de schroeven los (1).
Systeemuitbreidingen WLAN-module losmaken van houder 1 ► Draai de schroeven los (1). ► Trek de WLAN-module in de richting van de pijl uit de houder. 1 USB-poorten aan de achterzijde inbouwen Afhankelijk van het uitbouwniveau van uw toestel is er aan de achterkant van de behuizing een inbouwplaats voorzien voor USB-poorten. Op die manier wordt geen moduleinbouwplaats ingenomen. 1 ► Steek een schroevendraaier in de opening en breek de voorgestanste afdekking weg door heen en weer te bewegen.
Systeemuitbreidingen Uitbreidingen op de systeemmodule Hoe u het hoofdgeheugen of de processor van uw toestel kan upgraden, is beschreven in het handboek bij de systeemmodule. Systeemmodule Hoofdgeheugen Processor Lithium-batterij Uitbreidingen Hoofdgeheugen uitbreiden ► ► ► ► ► Maak de behuizing open (zie "Behuizing openmaken", pagina 38). Klap de stationskooi open (zie "Stationskooi openklappen", pagina 42). Breid het hoofdgeheugen uit zoals beschreven in het handboek bij de systeemmodule.
Systeemuitbreidingen Lithiumbatterij vervangen Om de systeeminformatie duurzaam te kunnen opslaan, is een lithium-batterij ingebouwd, die het CMOS-geheugen van stroom voorziet. Als de spanning van de batterij te laag is of als de batterij leeg is, verschijnt een foutmelding in die zin. De lithium-batterij moet dan worden vervangen.
Technische gegevens Technische gegevens Elektrische gegevens Toegepaste veiligheidsnormen: Veiligheidsklasse: Nominaal spanningsbereik Nominale frequentie Maximale nominale stroom IEC 60950-1, EN 60950-1, UL 60950 CSA 22.2 No.
Index Index 3 1/2-inch station 5 1/4-inch station Ctrl+Alt+Del 22 Cursortoetsen 21 46 46 D Databeveiliging 22 Diefstalbeveiliging 23 Drivers parallelle poort 17 seriële poort 17 DVD Drivers & Utilities 6 DVD User Documentation 6 A Aan-/uitschakelaar 21 Aansluiten muis 16 PS/2-muis 16 PS/2-toetsenbord 16 toetsenbord 16 USB-toetsenbord 16 Aansluitingen 3 Afvalbehandeling 6 Alfanumeriek toetsenblok 21 Audio-ingang 14 Audio-uitgang 14 B Batterij 58 Bedrading Aansluiten 13 losmaken 13 Beeldscherm inschakele
Index PS/2-muisaansluiting 14 PS/2-toetsenbord aansluiten K Kabel zie Bedrading 13 Kensington Lock 23 Ketting 23 R Recycling L Laagspanningsrichtlijn 7 LAN-aansluiting 14 Leveringsinhoud 8 Line in 14 Line out 14 Lithium-batterij 57 Lithiumbatterij vervangen 58 Low-Profile-module 44 Low-Profile-modules Insteekplaatsadapter afnemen 46 Insteekplaatsadapter inbouwen 45 M Microfoonaansluiting 14 Module inbouwen 42 uitbouwen 42, 44 Muis aansluiten 16 Muisaansluiting 14 N Netadapter aansluiten 9 Numeriek toets
Index Toetsen 21 Alt Gr 22 Control 22 Controltoets 22 Ctrl 22 Ctrl+Alt+Del 22 cursortoetsen 21 Enter 21 Invoertoets 21 Menutoets 22 Num 22 Omschakeltoets 22 Return 21 Shift 22 Start-toets 22 Toetsenbord 21 aansluiten 16 aansluiting 16 alfanumeriek toetsenblok 21 cijferblok 21 cursortoetsen 21 functietoetsen 21 numeriek toetsenblok 21 Toetsenbordaansluiting 14 Transport 5–6 U Uitbreidingen Systeemmodule 57 toestel 32 Universal Serial Bus 14 66 USB-aansluiting 16 Muis aansluiten 16 Toestellen aansluiten 17