Operation Manual

Bediening
Indicators op het toestel
De indicators be vinden zich aan de voorzijde van de behuizing. Welke indicators op uw toestel
voorhanden zijn, wordt bepaald door het door u gekozen uitbouwniveau.
3
1
2
Indicator Beschrijving
1
Stationsindicator De indicator licht op als het CD -ROM- of DVD-station van de PC
in gebruik genomen wordt. Zolang de indicator oplicht, mag de
CD/DVD in geen enkel geval uit de lezer genomen worden.
2
Indicator harde schijf De indicator licht op als het harde-schijfstation van het toestel in
gebruik g enomen wordt.
3 Werkingsindicator De indicator licht groen op: Het toestel is ingeschakeld.
De indicator licht oranje op of knippert groen (afhankelijk van
toesteltype): Het toestel staa t in de energiespaarmodus. Na
het inschakelen met de aan-/uitschakelaar schakelt het toestel
in of keert het terug naar de toestand waarin het zich bevond
voor de energiespaarmodus.
De indicator licht niet op: Het toestel is uitgeschakeld
(hoofdschakelaar op 0 of losgekoppeld v an het net) of
bedrijfsklaar. Als het toestel bedrijfsklaar is, kan het met de
aan-/uitschakelaar worden ingeschakeld.
In de energiespaarmodus mag het toestel niet met de hoofdschakelaar (indien
voorhanden) worde n uitgeschakeld of van het net worden losgekoppeld,
omdat er anders gegevens verloren kunnen gaan.
24 Fujitsu Technology Solutions