Operation Manual

Werken met het Notebook
Statusindicator Beschrijving
Indicator radiocomponenten
De indicator licht op: De radiocomponenten zijn ingeschakeld.
De indicator is donker: De radiocomponenten zijn u itgeschakeld.
Werkingsindicator/standby
Standby-indicatorWerkingsindicator
De indicator licht op: Het notebook is ingeschakeld.
De indicator knippert: Het
notebook b evindt zich in de standby-modus.
De indicator is donker: Het notebook is uitgeschakeld.
Accu-laadindicato r / voedingsaansluiting
De laadtoestand van de accu wordt m et de accu-indicator aangegeven.
Zonder aangesloten netadapter:
De indicator is donker: Het systeem staat in de accuwerking.
Bij aangesloten netadapter:
De indicator licht oranje op: De accu wordt opgeladen.
De indicator licht wit op: De accu is volledig o pgeladen.
De indicator knippert afwisselend oranje en wit: Er is een storing
opgetreden. De accu kan niet geladen worden.
De indicator is donker: De accu is niet gemonteerd.
Batterij-indicatorBatterijsym boolAccu-indic ator
Stationsindicator
StationIndicator
De indicator licht op: Er wordt toegang genomen tot een station (bijv. harde
schijf, optisch station).
Indicator Num Lock
IndicatorNumLock
De indicator licht op: De toets
Num
werd ingedrukt. Het virtuele
numerieke toetsenblok is ingeschakeld. U kunt de tekens geb ruiken die
rechtsboven op de toetsen staan.
Indicator Ca
ps Lock
IndicatorCapsLock
De indicator
licht op: De hoofdlettertoet s werd inged rukt. Alle letters
worden als h
oofdletters weergegeven. Bij een toets m et verschillende
functies wo
rdt het teken links bovenaan gebruikt.
20 Fujitsu