Operation Manual
Werken met het Notebook
Statusindicator Beschrijving
Indicator ra dio c omponenten
• De indicator licht op: De radiocomponenten zijn ingeschakeld.
• De indicator is do nker: De radiocomponenten zijn uitgeschakeld.
Werkingsindicator/stan dby
Standby-indicatorWerkingsindicator
• De indicator licht op: Het notebook is ingeschakeld.
• De indicator k nip pert: Het
notebook bevindt zich in de standby-modus.
• De indicator is donker: Het notebook is uitgeschakeld.
Accu-laadindicator / voedingsaansluiting
De laadtoestand van de accu wordt met de accu-indicator aangegeven.
Zonder aangesloten netadap ter:
• De indicator is donker: Het systeem staat in de accuwerking.
• De indicator knippert oranje: De acculading is minder dan 12%.
Bij aangesloten netadapter:
• De indicator licht oranje op: De accu wordt opgeladen.
• De indicato r licht blauw op: De accu is volledig opgeladen.
• De indicator knippert paars: Er is een storing opgetreden. De accu
kan niet worden geladen.
• De indicator is donker: De accu is niet gemonteerd.
Batterij-indic
ator
Batterijsymboo
l
Accu-indicator
Stationsindicator
StationIndicator
De indicator licht op: Er wordt toegang genomen tot een station (bijv. harde
schijf, CD/DVD).
Indicator Num Lock
IndicatorNumLock
De indicator licht op: De toets
Num
werd ingedrukt. Het virtuele
numerieke toetsenblok is ingeschakeld. U kunt de tekens gebruiken die
rechtsboven op de toetsen staan.
Indicator Caps Lock
IndicatorCapsLock
De indicato r licht op: De hoofdlettert oets werd ingedrukt. Alle letters
worden als hoofdletters weergegeven. Bij een toets met verschillende
functies wordt het teken links bovenaan gebruikt.
Fujitsu 19