Operation Manual
Werken met het Notebook
Energiespaarfuncties gebruiken
EnergieEnergieAccu
Als u de beschikbare energiespaarfuncties gebruikt, verbruikt het Notebook minder energie. Op
die manier kunt u langer met accuvoeding werken voor u de accu weer moet opladen.
De energie-efficiëntie wordt verhoogd en het milieu wo rdt minder belast. Als u
optimaal gebruik maakt van de ene rgie-opties, kunt u aanzienlijke besparingen
bereiken en draagt u tegelijkertijd bij aan ee n schoner milieu.
Als u het LCD-bee ldscherm sluit, schakelt het n otebook, afhankelijk van de instelling
in Windows, automatisch naar de energiespaarmodus.
► Stel de energiespaarfuncties in het configuratiescherm in.
► Stel de schermbeveiliging in het configuratiescherm in.
of
► Klik met de rechter knop op de desktop. Schakel de schermbeveiliging in door op
Aanpassing – Schermbeveiliging wijzigen te klikken.
Mocht u op een ge selecteerd punt meer informatie nodig hebbe n, dan kunt u bij de
meeste instellingen met behulp van de toets
F1
Microsoft Help we ergeven.
Als h et Noteb oo k zich in een energiespaarmodus bevindt, dan moet het
volgende beslist in acht genomen worden:
De huidige gegevens worden tijdens de energiespaarmodus opgeslagen in het
hoofdgeheugen of op een s peciale plek op d e harde sch ijf.
Schakel het Notebook nooit uit terwijl het in een energiespaarmodus staat.
Als de ingeb ouwde accu bijna leeg is, dient u de huidige gegevens op te
slaan en de energiespaarmodus niet te activeren.
Als u het Noteb oo k gedurende een langere period e niet n od ig heeft:
► Verlaat indien nodig de energiespaarmodus door de muis te bewegen, een toets in te drukken
of het Notebook in te scha kelen.
► Sluit alle
geopende programma’s af en schakel vervolgens het notebook volledig uit.
40 Fujitsu