System Gebruikershandleiding LIFEBOOK T900
Wij zijn blij dat u voor een innovatief product van Fujitsu heeft gekozen. Actuele informatie over onze producten, tips, updates, etc. vindt u op het internet: "http://ts.fujitsu.com" Automatische driver-updates vindt u onder: "http://support.de.ts.fujitsu.com/de/support/index.html" Als u technische vragen heeft, neem dan a.u.b. contact op met: • onze hotline/servicedesk (zie servicedesk-lijst of op het internet op "http://ts.fujitsu.com/support/servicedesk.
Copyright Fujitsu Technology Solutions 2009 12/09 Uitgegeven door Fujitsu Technology Solutions Mies-van-der-Rohe-Straße 8 80807 München, Duitsland Contact http://ts.fujisu.com/support Alle rechten voorbehouden, inclusief intellectuele eigendomsrechten. Technische wijzigingen voorbehouden; levering onder voorwaarde van beschikbaarheid. Enige aansprakelijkheid m.b.t. het volledig, actueel of correct zijn van gegevens en afbeeldingen is uitgesloten.
LIFEBOOK T900 Gebruikershandleiding Dankzij innoverende technologie 7 Aansluitingen en bedieningselementen 9 Belangrijke instructies 13 Eerste ingebruikname van uw toestel 17 Werken met het Notebook 20 Veiligheidsfuncties 75 Aansluiten van externe toestellen 99 Componenten demonteren en monteren in geval van service 105 Instellingen in de BIOS-Setup-Utility 110 Probleemanalyse en tips 113 Technische gegevens 123 Instructies van de fabrikant 126 Index 133
Microsoft, MS, Windows XP, Windows Vista en Windows 7 zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Adobe Reader is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. MultiMediaCard is een geregistreerd handelsmerk van Infineon Technologies AG. Sony and Memory Stick zijn handelsmerk van Sony Electronics, Inc. Alle andere handelsmerken zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de betrokken eigenaars en worden als beschermd erkend.
Inhoud Inhoud Dankzij innoverende technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verdere informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verklaring van symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud WebCam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Accu opladen, verzorgen en onderhouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Accu demonteren en monteren . . . . . .
Inhoud Installeren van SystemLock . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Eerste systeem van gebruikergroep of individueel systeem voor SystemLock configureren ..................................................................................... Systeem toevoegen aan een gebruikergroep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Administrator-functies uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Bij het indrukken van bepaalde tekens op het toetsenbord worden alleen cijfers weergegeven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het LCD-beeldscherm van het notebook blijft donker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De informatie op het LCD-beeldscherm van het Notebook is moeilijk leesbaar . . . . . . . . . . . . . . .
Dankzij innoverende technologie Dankzij innoverende technologie ... en een ergonomisch ontwerp is uw toestel een gebruiksvriendelijk en betrouwbaar Notebook. Het toestel start zeer snel op, is direct startklaar en heeft vanwege de hoge accucapaciteit een zeer lange gebruiksduur. Met de gebruiksvriendelijke "BIOS-Setup-Utility" kunt u de hardware van uw Notebook sturen en uw systeem beter beschermen tegen onbevoegde toegang, door gebruik te maken van de krachtige wachtwoordbeveiliging.
Dankzij innoverende technologie Verklaring van symbolen Besteed in het bijzonder aandacht aan teksten met dit symbool. Als u deze waarschuwing niet in acht neemt, brengt u uw leven in gevaar, beschadigt u het systeem, of kan er gegevensverlies optreden. De garantie vervalt als het toestel defect raakt doordat u deze instructies niet heeft opgevolgd. duidt op belangrijke informatie voor de correcte behandeling van het toestel. ► duidt op een handeling die u moet uitvoeren. duidt op een resultaat.
Aansluitingen en bedieningselementen Aansluitingen en bedieningselementen In dit hoofdstuk worden de verschillende hardwarecomponenten van uw toestel voorgesteld. U krijgt een overzicht van de indicatoren en aansluitingen van het toestel. Voor u met het toestel begint te werken, dient u zich vertrouwd te maken met deze elementen.
Aansluitingen en bedieningselementen Linkerzijde 1 1 2 3 4 5 10 = = = = = Gelijkspanningsbus (DC IN) Bevestigingsoog voor pensnoer Microfoonaansluiting Aansluiting voor hoofdtelefoon USB-aansluiting 5 2 3 4 6 7 8 9 10 = = = = = 6 7 8 9 2 10 FireWire-aansluiting ExpressCard steekplaats Geheugenkaartsteekplaats SmartCard-lezer Steekplaats voor pen Fujitsu Technology Solutions
Aansluitingen en bedieningselementen Achterzijde 1 2 3 4 5 6 1 = Kensington Lock-inrichting 2 = SIM-kaartsteekplaats of modemaansluiting (toestelafhankelijk) 3 = USB-aansluiting 4 = VGA-beeldschermaansluiting 5 = LAN-aansluiting 6 = USB-aansluiting De SIM-kaart-steekplaats, de LAN-aansluiting en de VGA-beeldschermaansluiting zijn beschermd door afdekkingen.
Aansluitingen en bedieningselementen Onderzijde 5 1 2 1 = Afdekking ventilatieopening 2 = Servicevak geheugen 3 = Aansluiting voor poortreplicator 12 3 4 4 = Uitwerphendel voor module in moduleschacht 5 = Accu Fujitsu Technology Solutions
Belangrijke instructies Belangrijke instructies Instructies Belangrijkeinstructies In dit hoofdstuk vindt u informatie over de veiligheidsinstructies voor uw notebook die u in acht moet nemen. De andere instructies geven interessante informatie bij uw notebook. Veiligheidsinstructies Instructies Veiligheidsinstructies Houd absoluut rekening met de veiligheidsinstructies in het handboek "Veiligheid" en volgende veiligheidsinstructies.
Belangrijke instructies Aanvullende veiligheidsaanwijzingen voor toestellen met radiocomponenten Wireless LAN Radiocomponenten Bluetooth,veiligheidsaanwijzing Als in uw notebook een radiocomponent (Wireless LAN, Bluetooth, UMTS) geïntegreerd is, dient u bij het gebruik van uw notebook absoluut rekening te houden met volgende veiligheidsaanwijzingen. • • • Schakel de radiocomponenten uit als u zich in een vliegtuig bevindt of als u met de auto rijdt.
Belangrijke instructies Onderweg met het Notebook Notebook Transport Instructies Mobielewerking Hou rekening met volgende instructies als u onderweg bent met uw Notebook. Voor u vertrekt ► Maak een reservekopie van de belangrijke gegevens op uw harde schijf. ► Schakel de radiocomponent om veiligheidsredenen uit. Bij gegevensverkeer via een draadloze verbinding kunnen ook onbevoegden uw gegevens ontvangen.
Belangrijke instructies Notebook reinigen De binnenkant van de behuizing mag enkel worden gereinigd door bevoegde vakmensen. Gebruik enkel speciale reinigingsmiddel voor computers. Normale huishoudelijke reinigingsmiddel en polish kunnen de opschriften van het toetsenbord en van het notebook, de lak of het notebook zelf beschadigen. Zorg ervoor dat er geen vloeistof in het notebook kan binnendringen.
Eerste ingebruikname van uw toestel Eerste ingebruikname van uw toestel Ingebruikname Eersteingebruikname Houd rekening met het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 13. Wanneer uw toestel met een Windows besturingssysteem is uitgerust, dan zijn de benodigde hardware-drivers en de meegeleverde software reeds voorgeïnstalleerd. Sluit het toestel alvorens dit voor het eerst in te schakelen via de netadapter op de netspanning aan (zie "Netadapter aansluiten", pagina 18).
Eerste ingebruikname van uw toestel Opstelplaats selecteren Netadapter Toestel Opstelplaatsselecteren Voor u uw toestel opstelt, dient u een geschikte plaats voor het toestel te kiezen. Houd daarbij rekening met het volgende. • Plaats het toestel en de netadapter nooit op een warmtegevoelige ondergrond. Gebeurt dit wel, dan kan de ondergrond beschadigd raken. Plaats het toestel nooit op een zachte ondergrond (b.v. tapijt, kussen of bedje).
Eerste ingebruikname van uw toestel Toestel voor het eerst inschakelen Voor heteerstinschakelen Bij toestellen met aan-/ujitschakelaar voor radiocomponenten: Schuif de aan-/uitschakelaar voor radiocomponenten in de stand "ON" voordat het toestel wordt ingeschakeld. Wanneer u het toestel voor de eerste maal inschakelt, wordt de bijgeleverde software geïnstalleerd en geconfigureerd.
Werken met het Notebook Werken met het Notebook Notebook Bediening,Notebook In dit hoofdstuk worden de basisprincipes voor de bediening van uw Notebook beschreven. Hoe u externe toestellen (bijv. muis, printer) aansluit op het Notebook, is beschreven in het hoofdstuk "Aansluiten van externe toestellen", pagina 99. Houd u aan de instructies in het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 13.
Werken met het Notebook Statusindicator Beschrijving Werkingsindicator • De indicator licht op: Het Notebook is ingeschakeld. • De indicator knippert: Het Notebook staat in de Sleep-modus (Save-to-RAM). • De indicator licht niet op: Het Notebook is uitgeschakeld of bevindt zich in de Save-to-Disk modus. Stroomindicator De indicator licht op: Het Notebook wordt via de netadapter van energie voorzien.
Werken met het Notebook Notebook openmaken 2 1 ► Druk op de ontgrendeling (1) en klap het LCD-beeldscherm omhoog (2). Notebook inschakelen Suspend/Resume-toets Werkingsindicator Notebook:inschakelen ► Schuif de aan-/uitschakelaar (1) naar rechts om het Notebook in te schakelen. Der aan-/uitschakelaar keert automatisch terug in de beginstand. De werkingsindicator (2) brandt.
Werken met het Notebook Aan-/uitschakelaar programmeren U kunt de aan-/uitschakelaar programmeren: Besturingssysteem Windows XP Windows Vista Windows 7 Menu Start - (Instellingen) - Configuratiescherm Prestaties en onderhoud - Energiebeheer Geavanceerd Start - (Instellingen) - Configuratiescherm - Mobiele PC - Energiebeheer Start - (Instellingen) - Configuratiescherm - Systeem en beveiliging - Energiebeheer Als u een wachtwoord heeft toegekend, dient u dit in te geven als het systeem erom vraagt, zodat
Werken met het Notebook Notebook variabel gebruiken Voor uw dagelijkse werkzaamheden kunt u het Notebook indien gewenst als Tablet PC of als Notebook gebruiken. De "ombouw" verloopt bliksemsnel en moeiteloos. Let op de draairichting bij de volgende beschrijving! De garantie geldt niet voor schade die ontstaat als het beeldscherm in de verkeerde richting wordt gedraaid.
Werken met het Notebook ► Plaats het beeldscherm in een verticale positie. ► Pak het beeldscherm indien mogelijk aan de onderzijde aan beide zijden vast. Draai het beeldscherm in de richting van de pijl naar links of naar rechts. Eerst voelt u een kleine weerstand, daarna verloopt de draaiing eenvoudig en probleemloos.
Werken met het Notebook ► Draai het beeldscherm verder tot het 180° gedraaid is en het scharnier vergrendelt. ► Klap het beeldscherm nu omlaag, zodat de achterzijde van het beeldscherm op het toetsenbord rust en de haak wordt vergrendeld. Het beeldscherm is nu stevig in de tabletpositie bevestigd.
Werken met het Notebook Beeldschermoriëntatie kiezen (staand of liggend) Beeldschermoriëntatie Staand Liggend U kan het beeldscherm liggend of staand gebruiken. Voor het omschakelen van de ene . naar de andere beeldschermoriëntatie drukt u op de tablettoets Tijdens de werking als Tablet PC wordt standaard automatisch overgeschakeld op staand beeldscherm terwijl tijdens de werking als Notebook liggend beeldscherm wordt gebruikt.
Werken met het Notebook Van Tablet PC naar Notebook 2 1 ► Druk op de ontgrendeling (1) en klap het LCD-beeldscherm omhoog (2). ► Duw het beeldscherm omhoog in een verticale positie.
Werken met het Notebook Let op de draairichting bij de volgende beschrijving! De garantie geldt niet voor schade die ontstaat als het beeldscherm in de verkeerde richting wordt gedraaid. ► Houd het beeldscherm zo ver mogelijk aan de onderkant aan beide zijden vast en draai het beeldscherm. Het draaien vindt licht en wrijvingsloos plaats. ► Draai of schuif het beeldscherm verder, tot het 180° gedraaid is en het scharnier vergrendelt.
Werken met het Notebook 1 22 ► Draai om het Notebook te kunnen sluiten de haken van stand (1) naar stand (2). Notebook uitschakelen Notebook ► Sluit alle toepassingen en het besturingssysteem af (zie "handboek bij het besturingssysteem"). ► Schuif de aan-/uitschakelaar naar rechts. Der aan-/uitschakelaar keert automatisch terug in de beginstand.
Werken met het Notebook Notebook sluiten ► Klap het LCD-beeldscherm op het onderste gedeelte van het Notebook, zodat het beeldscherm duidelijk vergrendelt. Taalkeuze (alleen bij Windows XP) Taal Taalbesturingssysteem Taalkeuze Uw Notebook wordt geleverd met het besturingssysteem Windows XP Tablet PC 2005 Edition (indien gewenst) in een ééntalige of meertalige versie.
Werken met het Notebook Taalvariant voor handschriftherkenning en toetsenbord selecteren Taalvariantselecteren:voor handschriftherkenning entoetsenbord ► ► ► ► Klik op Configuratiescherm – Datum, tijd, taal en landinstellingen – Landinstellingen. Selecteer de tabkaart Talen. Klik in het veld Tekstdiensten en -tekstinvoertalen op de knop Details. Selecteer in het volgende dialoogvenster de tabkaart Instellingen en klik in het veld Geïnstalleerde diensten op de knop Toevoegen.
Werken met het Notebook LCD-beeldscherm Instructies LCD-beeldscherm In Notebooks van Fujitsu Technology Solutions GmbH worden hoogwaardige TFT-beeldschermen gebruikt. Om technische redenen zijn TFT-beeldschermen gemaakt voor een bepaalde resolutie. Een optimale en scherpe weergave is dus enkel gewaarborgd in de voor het specifieke TFT-beeldscherm geldende resolutie. Een beeldschermresolutie die afwijkt van de specificaties, kan een onscherpe weergave veroorzaken.
Werken met het Notebook Toestel gebruiken als Tablet PC U kunt als volgt commando’s uitvoeren: • • met behulp van de pen (bij het toestel geleverd) met behulp van uw vinger (alleen bij Dual Digitizer technologie) Vinger gebruiken U kunt op het touchscreen van uw toestel met behulp van uw vinger bepaalde commando’s uitvoeren. U kunt alles wat u met uw vinger selecteert of activeert tevens met behulp van de pen selecteren of activeren.
Werken met het Notebook Bladeren ► Wrijf snel met een vinger over het beeldscherm naar boven, naar onderen, naar links of naar rechts om in het beeldscherm te navigeren of snel door documenten te bladeren. Slepen ► Tik met een vinger op een element op het beeldscherm en beweeg de vinger vervolgens zonder deze van de display te halen om het element naar een andere plaats te slepen. U kunt met behulp van deze beweging tevens langzaam door documenten bladeren.
Werken met het Notebook Weergave verkleinen ► Plaats twee vingers op het touchscreen en beweeg deze tegelijkertijd. Pen gebruiken U kan de pen op uw Notebook als elektronisch schrijftoestel gebruiken om menupunten te selecteren en om door de programma’s te navigeren. Bij programma’s met handschriftherkenning kan u tekst ingeven door met de pen rechtstreeks op het beeldscherm te schrijven. U kan de pen ook als tekenhulp gebruiken. De pen van het Notebook zit stevig in de penschacht verankerd.
Werken met het Notebook De pen van het Notebook is een elektronische instrument dat bij verkeerd gebruik beschadigd kan raken. Ga zorgvuldig met de pen om. Hieronder vindt u aanbevelingen voor correct gebruik van de pen: • • • • Maak geen gebaren met de pen in de hand. Gebruik de pen niet als aanwijsapparaat. Gebruik de pen alleen op het beeldscherm van het Notebook. Probeer de greep van de pen niet te draaien. De greep is bedoeld om de pen in de penschacht te leggen of deze uit de penschacht te nemen.
Werken met het Notebook Pen instellen Besturingssysteem Windows XP Windows Vista Windows 7 Menu Onder Fujitsu Pen Settings of Instellingen voor tablet en pen in het configuratiescherm kunt u verschillende instellingen voor de pen uitvoeren (bijv. drukgevoeligheid). Onder Startsymbool - (Instellingen) - Configuratiescherm - Mobiele PC - Pen en invoerapparaat of Instellingen voor Tablet PC in het configuratiescherm kunt u verschillende instellingen voor de pen uitvoeren.
Werken met het Notebook Punt van de pen vervangen Tijdens het gebruik kan de punt van de pen afslijten of er kan stof of verontreinigingen op de punt terecht komen, waardoor krassen op het beeldscherm kunnen ontstaan. Een beschadigde of versleten punt van de pen kan wellicht niet meer correct over het beeldscherm worden bewogen en kan bij werkzaamheden met de pen leiden tot onvoorziene resultaten. Als deze problemen voorkomen bij uw pen, dan moet u de punt van de pen vervangen.
Werken met het Notebook Toestel gebruiken als Notebook Touchpad en touchpad-toetsen Let op dat het touchpad niet in aanraking komt met vuil, vloeistof of vet. Touchpad Raak het touchpad nooit aan met vuile vingers. Plaats geen zware voorwerpen (b.v. boeken) op het touchpad of op de touchpad-toetsen. 1 = Touchpad 1 2 = Touchpad-toetsen 2 Met het touchpad kunt u de aanwijzer op het beeldscherm verplaatsen. Met touchpad toetsen kunt u commando’s selecteren en uitvoeren.
Werken met het Notebook Object vertrekken ► Kies het gewenste object. ► Houd de linker knop ingedrukt en verschuif het object met de vinger op het Touchpad naar de gewenste plaats. Het object is verplaatst. Touchpad Touchpad in- en uitschakelen U kunt het touchpad via een toetsencombinatie in- en uitschakelen (zie "Toetsencombinaties", pagina 45).
Werken met het Notebook Toetsenbord Toetsen Cijferblok Numeriektoetsenblok Toetsenbord Het toetsenbord van uw Notebook ondergaat ook bij een normaal gebruik voortdurende slijtage. Vooral de opschriften van de toetsen worden zwaar belast. In de loop van de normale gebruiksperiode van het Notebook kan de belettering van de toetsen afslijten. Het toetsenbord is zo opgevat, dat alle functies van een uitgebreid toetsenbord ter beschikking staan.
Werken met het Notebook Toets Beschrijving Invoertoets (Return, Enter, regelsprong, wagenterugloop) De invoertoets sluit een commandoregel af. Als u op de invoertoets drukt, wordt het ingegeven commando uitgevoerd. Regelsprong Enter Return Invoertoets Hoofdlettertoets (Caps Lock) De hoofdlettertoets activeert de hoofdlettermodus (in het Windows infobereik verschijnt het betreffende pictogram). In de hoofdlettermodus worden alle letters als hoofdletters gebruikt.
Werken met het Notebook Virtueel numeriek toetsenblok Num Lock Virtueelnumeriektoetsenblok Numeriektoetsenblok Om voor bepaalde toepassingen toch de toetsen van een numeriek toetsenblok te kunnen gebruiken, is het virtuele numerieke toetsenblok voorzien. Op het toetsenbord herkent u deze toetsen van het virtuele numerieke toetsenblok aan de cijfers en symbolen rechts bovenaan op de overeenkomstige toetsen.
Werken met het Notebook Toetsencombinaties De hierna volgende beschrijving van de toetsencombinaties geldt voor het besturingssysteem Windows. Bij andere besturingssystemen en bij enkele toesteldrivers is het mogelijk dat enkele van de volgende toetsencombinaties niet kunnen worden gebruikt. Toetsencombinaties worden als volgt ingevoerd: ► Houd de eerste toets van de toetsencombinatie ingedrukt. ► Druk tegelijk op de toets of toetsen die vereist is/zijn voor de gewenste functie.
Werken met het Notebook Combinatie Beschrijving Beeldschermuitvoer omschakelen Als u een extern beeldscherm heeft aangesloten, kunt u met deze toets bepalen welk beeldscherm u gebruikt. Fn+ F10 Beeldschermuitvoeromschakelen Beeldschermuitvoer is mogelijk: • • • enkel op het LCD-beeldscherm van het Notebook enkel op het externe beeldscherm tegelijk op het LCD-beeldscherm van het Notebook en op het externe beeldscherm. Druk meerdere malen op de toetsencombinatie om door alle mogelijkheden te navigeren.
Werken met het Notebook Tablettoetsen Uw Notebook is uitgerust met vijf multifunctionele tablettoetsen. Met een eenvoudige druk op een toets kan u in het beeldscherm navigeren of voorgedefinieerde of zelf gekozen toepassingen oproepen. 1 A 2 3 4 EN T B De tablettoetsen hebben in de verschillende modi verschillende taken. U kunt de toetsen tevens afzonderlijk programmeren (zie "Tablettoetsen programmeren", pagina 52).
Werken met het Notebook Toets 3 Basisfunctie Beeldschermoriëntatie wijzigen Als u op de oriëntatietoets drukt, verandert de oriëntatie van de beeldschermweergave van staand (verticaal) naar liggend (horizontaal) of omgekeerd. Als u de Tablet PC bijv. als eBook wenst te gebruiken, dient u het staand formaat te gebruiken. 4 EN T Als u tabellen wenst te raadplegen, kiest u beter het liggend formaat.
Werken met het Notebook Toets 4 EN Beveiligingsfunctie Beveiligingstoets 4 voor invoeren van wachtwoord. Beveiligingstoets voor bevestigen van ingevoerd wachtwoord. T Uitgebreide informatie over het gebruik van de beveiligingsfuncties vindt u in de paragraaf "Beveiligingsfunctie tablettoetsen gebruiken", pagina 96.
Werken met het Notebook Toets 4 EN Functie Komt overeen met de Fn -toets (zie "Toetsencombinaties", pagina 51).
Werken met het Notebook Toetsencombinaties Toetsencombinaties kunnen worden gewijzigd. Informatie over het programmeren van de tablettoetsen vindt u in het hoofdstuk "Tablettoetsen programmeren", pagina 52. Toetsencombinatie Betekenis 4 + 4 + 4 1 A 2 B 3 + Vooraf gedefinieerde applicatie A starten Met behulp van deze toets kunt u de vooraf gedefinieerde applicatie starten. Bij de levering is deze toets voorzien van de applicatie "Launch Center".
Werken met het Notebook Tablettoetsen programmeren U kunt tablettoetsen zo programmeren, dat bij het indrukken van de toetsen een bepaalde applicatie wordt geopend of een bepaalde functie wordt uitgevoerd. Ga hierbij als volgt te werk: ► Selecteer in het configuratiescherm de optie voor de instellingen van de tablettoetsen en de pen. ► Volg de aanwijzingen op het beeldscherm en programmeer de tablettoetsen volgens uw wensen.
Werken met het Notebook Accu Batterij Accumulator Levensduur,accu Accu Bij mobiel gebruik zorgt de geïntegreerde accu voor de nodige energievoorziening. U kunt de levensduur van de accu verhogen door de accu degelijk te verzorgen. De gemiddelde levensduur van een accu bedraagt ca. 500 laad-/ontlaadcycli. Als u de beschikbare energiespaarfuncties gebruikt, kunt u de autonomie van de accu verhogen.
Werken met het Notebook Accu: bewaren Laadcapaciteit,accu Zelfontlading,accu Accu Akku De accu moet worden bewaard bij een temperatuur tussen 0 °C en +30 °C in een droge omgeving. Hoe lager de bewaringstemperatuur is, hoe kleiner de zelfontlading is. Als u accu’s gedurende een lange tijd (meer dan twee maand) bewaart, moet de laadtoestand ongeveer 30 % zijn. Om een volledige ontlading en een permanente beschadiging van de accu te voorkomen, controleert u regelmatig de laadtoestand van de accu’s.
Werken met het Notebook Accu monteren 1 2 ► Plaats de accu op zijn kant tegen het Notebook (1). ► Duw de accu in het accuvak tot deze vergrendelt (2).
Werken met het Notebook Accu’s met een capaciteit van 5.800 mAh Bij deze accu’s kunt u de laadtoestand rechtstreeks op de accu controleren. ► Neem de accu uit (zie "Accu demonteren en monteren", pagina 54). a 1 ► Druk op de controletoets (1). De LED (a) licht op in een van de volgende kleuren: LED-indicator Groen Oranje Rood LED licht niet op 56 Laadtoestand De accu is tussen 50 en 100 % opgeladen. De accu is tussen 13 en 49 % opgeladen. De accu is tussen 1 en 12 % opgeladen. Accu is leeg.
Werken met het Notebook Module Module Moduleschacht Door het ontwerp van uw Notebook kunt u Notebook-accu’s en stations flexibel plaatsen. In de moduleschacht van uw Notebook kunnen de volgende modules worden gebruikt: • • • • Tweede Tweede Optisch Dummy accu harde-schijfstation station inzet (gewichtsbesparing) Gebruik enkel modules die voor uw notebook bedoeld zijn. Gebruik geen geweld om een module te monteren of demonteren. Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen in de moduleschacht terechtkomen.
Werken met het Notebook Module monteren ► Plaats de module met de aansluitcontacten vooraan in de moduleschacht. ► Schuif de module in de moduleschacht tot de module duidelijk vergrendelt. Optisch station Optischstation Dit product bevat een lichtdiode (LED), classificatie volgens IEC 825 1:1993: LASER KLASSE 1, en mag niet worden geopend.
Werken met het Notebook Indicator CD/DVD Indicator CD/DVD De CD/DVD-indicator knippert wanneer een gegevensdrager wordt geplaatst. De indicator gaat uit als het station klaar is om te lezen. De indicator brandt als toegang wordt genomen tot het station. Zolang de indicator brandt, mag de gegevensdrager in geen enkel geval uit de lezer genomen worden. Als de CD/DVD-indicator na het plaatsen van een gegevensdrager niet uitgaat, maar blijft knipperen, dan heeft het station geen toegang tot de gegevensdrager.
Werken met het Notebook Manueel uitnemen (nooduitname) Nooduitnamegegevensdrager Manueeluitneembaregegevensdrager CD/DVD Bij een stroomonderbreking of bij beschadiging van de eenheid kunt u de gegevensdrager manueel uitnemen. ► Schakel uw Notebook uit. ► Druk met een pen of een draad (b.v. papierklem) goed in de opening (1). De stationslade springt naar buiten. U kunt de stationslade (2) nu uit het station trekken.
Werken met het Notebook Behuizingsdeksel voor stofopneming demonteren en monteren (afdekking ventilatieopening) Om optimale koelprestaties van de componenten van uw Notebook te kunnen waarborgen, moet u na een langere gebruiksperiode de ventilatieopeningen van het koellichaam reinigen. Zo wordt een optimaal ventilatorvermogen gegarandeerd. De optimale reinigingswerking verkrijgt u met een kleine handstofzuiger.
Werken met het Notebook Energiespaarfuncties gebruiken Accu Energie Als u de beschikbare energiespaarfuncties gebruikt, verbruikt het Notebook minder energie. Op die manier kunt u langer met accuvoeding werken voor u de accu weer moet opladen. De energie-efficiëntie wordt verhoogd en het milieu wordt minder belast. Als u optimaal gebruik maakt van de energie-opties, kunt u aanzienlijke besparingen bereiken en draagt u tegelijkertijd bij aan een schoner milieu.
Werken met het Notebook Geheugenkaarten Steekplaats Uw Notebook is met een geïntegreerde geheugenkaartlezer uitgerust. Houd rekening met de instructies van de fabrikant als u met geheugenkaarten omgaat. Geheugenkaart Ondersteunde formaten Deze ondersteunt de volgende formaten: • • • Secure Digital (SDTM Card) Memory Stick Memory Stick Pro Geheugenkaart aanbrengen ► Schuif de geheugenkaart voorzichtig in de steekplaats. Het labelgebied moet naar boven gericht zijn.
Werken met het Notebook Geheugenkaart verwijderen Geheugenkaart Verwijder de kaart altijd op correcte wijze, zoals navolgend beschreven, om verlies van uw gegevens te voorkomen. Met het betreffende symbool op de taakbalk kunt u de geheugenkaart stoppen: ► Klik met de linker muisknop op het symbool. ► Kies de geheugenkaart die u wenst te stoppen en te verwijderen. ► Druk op de invoertoets. Een dialoogvenster geeft aan dat u de geheugenkaart nu probleemloos kunt verwijderen.
Werken met het Notebook ExpressCards ExpressCard Steekplaats Dankzij een ExpressCard-steekplaats kunt u een ExpressCard/34 of ExpressCard/54 gebruiken. Lees de documentatie bij uw Expresscard en volg de instructies van de fabrikant. Gebruik geen geweld als u een ExpressCard monteert of demonteert. Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen in de ExpressCard-sleuf terechtkomen. Kaart aanbrengen Bewaar de plaatsbewaarder voor de insteekplaats op een veilige plaats.
Werken met het Notebook Kaart verwijderen Verwijder de kaart altijd op correcte wijze, zoals navolgend beschreven, om verlies van uw gegevens te voorkomen. Met het betreffende symbool op de taakbalk kunt u de kaart stoppen: ► Klik met de linker muisknop op het symbool Hardware veilig verwijderen. ► Kies de kaart die u wenst te stoppen en te verwijderen. ► Druk op de invoertoets. Een dialoogvenster geeft aan dat u de kaart nu probleemloos kunt verwijderen.
Werken met het Notebook SIM-kaart Een SIM-kaart (SIM = Subscriber Identity Module) is een chipkaart die in een mobiele telefoon of een Notebook wordt geplaatst en samen met ingebouwde UMTS-module de toegang tot een mobiel netwerk mogelijk maakt. Volg de instructies van de provider van de SIM-kaart. SIM-kaart plaatsen ► Bereid het monteren van de SIM-kaart voor (zie hoofdstuk "Demonteren van componenten voorbereiden", pagina 106). ► Open de rubberen beschermkap van de SIM-kaart-steekplaats.
Werken met het Notebook SIM-kaart verwijderen ► Bereid het demonteren van de SIM-kaart voor (zie hoofdstuk "Demonteren van componenten voorbereiden", pagina 106). ► Open de rubberen beschermkap van de SIM-kaart-steekplaats. Trek niet aan de vergrendeling van de SIM-kaart! Doet u dit wel, dan kan de vergrendeling afbreken. Schuif de vergrendeling altijd zoals afgebeeld in de richting van de pijl. a 3 1 ► Schuif de vergrendeling (a) van de SIM-kaart in de richting van de pijl (1).
Werken met het Notebook Optionele radiocomponten Wireless LAN/Bluetooth/UMTS Als radiocomponenten worden ingebouwd die niet door Fujitsu Technology Solutions werd goedgekeurd, worden de voor dit toestel verleende toelatingen ongeldig. Afhankelijk van de bestelde toestelconfiguratie is uw toestel uitgerust met Wireless LAN, Bluetooth en/of UMTS. Radiocomponenten in- en uitschakelen Bij de eerste keer inschakelen van uw toestel moet de aan-/uitschakelaar voor radiocomponenten in de stand "AAN" staan.
Werken met het Notebook WLAN-toegang instellen • Voorwaarde: Een WLAN is beschikbaar en u beschikt over de betreffende toegangsgegevens. Informatie voor het instellen van de WLAN-toegang vindt u in de documentatie van uw besturingssysteem. Toegang via UMTS Wanneer u bij uw systeem een geïntegreerde UMTS-module heeft besteld, dan kunt u genieten van de beste ontvangst en de hoogste energie-efficiëntie zonder storende kabels en antennes. De optionele UMTS-module is direct klaar voor gebruik.
Werken met het Notebook Poortreplicator De poortreplicator (leverbaar als toebehoren) is een docking-apparaat, waarmee u het Notebook snel aan uw randapparaten kan aansluiten. Daartoe beschikt de poortreplicator over standaardaansluitingen voor beeldscherm, HDMI, LAN en USB-toestellen. Gebruik de poortreplicator alleen in combinatie met de meegeleverde voeding van 100 W van Fujitsu Technology Solutions.
Werken met het Notebook Notebook aansluiten op de poortreplicator ► Trek de netadapterkabel uit de gelijkspanningsbus (DC IN) van het Notebook. 1 3 2 ► Plaats het Notebook zo op de poortreplicator dat de stekker aan de onderzijde van het Notebook overeenstemt met de stekker van de poortreplicator. ► Druk op de achterhoeken van het Notebook, zodat deze vergrendelt. ► Sluit de netadapterkabel aan op de gelijkspanningsbus (DC IN) van de poortreplicator (1). ► Sluit de netkabel aan op de netadapter (2).
Werken met het Notebook Notebook inschakelen met de poortreplicator ► Druk op de aan-/uitschakelaar van de poortreplicator om het Notebook in te schakelen. Notebook via de poortreplicator uitschakelen ► Sluit alle toepassingen en het besturingssysteem af (zie handboek bij het besturingssysteem). Als het notebook niet op de juiste manier afsluit, houdt u de aan-/uitschakelaar van de poortreplicator ca. vier seconden ingedrukt. Het notebook schakelt zichzelf uit.
Werken met het Notebook Notebook loskoppelen van de poortreplicator Windows XP Als u het Notebook tijdens de werking loskoppelt van de poortreplicator, kunnen er problemen optreden. Het is aan te bevelen het Notebook voordien uit te schakelen of in Windows de functie Start – Computer loskoppelen uit te voeren. Windows Vista / Windows 7 Als u het Notebook tijdens de werking loskoppelt van de poortreplicator, kunnen er problemen optreden.
Veiligheidsfuncties Veiligheidsfuncties Veiligheidsfuncties Uw notebook beschikt over verschillende beveiligingsfuncties, waarmee u uw systeem en uw persoonlijke gegevens kunt beveiligen tegen onbevoegde toegang. In deze hoofdstuk wordt beschreven hoe u deze functies gebruikt en wat de voordelen ervan zijn. Opgelet: Als u bijv. uw wachtwoord niet meer kent, is het mogelijk dat u zelf ook geen toegang meer heeft tot uw systeem en uw gegevens.
Veiligheidsfuncties Kort overzicht van de beveiligingsfuncties Uitgebreide informatie over de beveiligingsuitrusting van uw toestel vindt u in het handboek "Professional Notebook", op de CD/DVD "Drivers & Utilities" of op het internet onder "http://ts.fujitsu.com/support/".
Veiligheidsfuncties Vingerafdruksensor instellen Vingerafdruksensor De vingerafdruksensor kan het beeld van een vingerafdruk opnemen. Met behulp van aanvullende vingerafdruk-software wordt dit beeld geëvalueerd en kan als vervanging voor een wachtwoord worden gebruikt. ► Installeer de vingerafdruksoftware om de vingerafdruksensor (1) te kunnen gebruiken. 1 Kensington Lock gebruiken Uw toestel beschikt over een Kensington Lock-inrichting voor de Kensington MicroSaver.
Veiligheidsfuncties Wachtwoordbeveiliging configureren in de BIOS-Setup-Utility Voor u de verschillende mogelijkheden van de wachtwoordbeveiliging in de BIOS-Setup-Utility voor de beveiliging van uw gegevens gebruikt, dient u rekening te houden met het volgende: Noteer de wachtwoorden en bewaar ze op een veilige plaats. Als u uw supervisor-wachtwoord niet meer kent, heeft u geen toegang meer tot uw notebook. Het wissen van het wachtwoord wordt niet gedekt door de garantie en moet dus worden vergoed.
Veiligheidsfuncties Supervisor- en user-wachtwoord toekennen ► Roep de BIOS-Setup-Utility op en kies het menu Security. ► Markeer het veld Set Supervisor Password en druk op de invoertoets. MetEnter new Password: U wordt verzocht een wachtwoord in te geven. ► Geef het wachtwoord in en druk op de invoertoets. Met Confirm new Password vraagt het systeem u het wachtwoord te bevestigen. ► Geef het wachtwoord nogmaals in en druk op de invoertoets.
Veiligheidsfuncties Wachtwoordbeveiliging voor starten besturingssysteem Met het Supervisor-wachtwoord dat u in de BIOS-Setup-Utility heeft ingesteld (zie paragraaf "Supervisor- en user-wachtwoord toekennen", pagina 79), kunt u ook voorkomen dat het besturingssysteem wordt gestart. Besturingssysteem Systeembeveiliging activeren ► ► ► ► Roep de BIOS-Setup-Utility op en kies het menu Security. Selecteer de optie Password on Boot en druk op de invoertoets.
Veiligheidsfuncties Wachtwoordbeveiliging voor de harde schijf Wachtwoordbeveiliging Het harde-schijf-wachtwoord voorkomt onbevoegde toegang tot de harde-schijfstations en wordt intern bij elke systeemstart gecontroleerd. Voorwaarde is wel dat u minstens het supervisor-wachtwoord heeft toegekend. Harde-schijfbeveiliging activeren ► Roep de BIOS-Setup op en kies het menu Security.
Veiligheidsfuncties SmartCard-lezer Veiligheidsfuncties SmartCards worden standaard niet meegeleverd. U kunt alle SmartCards gebruiken die voldoen aan de ISO-norm 7816-1, -2 of -3. Deze SmartCards zijn verkrijgbaar bij verschillende fabrikanten. Met behulp van de betreffende software kunt u de SmartCard als alternatief voor wachtwoordbescherming, maar ook als digitale handtekening voor de codering van uw e-mails en thuisbankieren gebruiken. Wij raden aan altijd gebruik te maken van twee SmartCards.
Veiligheidsfuncties SmartCard als softwarebescherming (SmartCase™ Logon+) Samen met een CardOS SmartCard kan via software zoals bijvoorbeeld SmartCase™ Logon+ worden ingelogd met de SmartCard en de PIN-code worden ingevoerd. Bij correct invoeren van de PIN-code wordt de SmartCard gecontroleerd en het besturingssysteem gestart. De SmartCard moet tot het einde van de werkzaamheden in de SmartCard-lezer geplaatst blijven.
Veiligheidsfuncties SmartCard SystemLock (optioneel) Met SystemLock kan het toestel enkel met geïnitialiseerde SmartCard (SICRYPT, CardOS of Fujitsu) en persoonlijk geheim nummer (PIN) worden gestart. De SmartCard en de PIN worden reeds tijdens de systeemstart in de BIOS gecontroleerd, dus nog voor het besturingssysteem wordt gestart.
Veiligheidsfuncties Toegangsbevoegdheden van de SmartCards SmartCard Een nieuwe SmartCard bezit enkel de vooringestelde PIN en PUK. Pas als de SmartCard wordt geïnitialiseerd, worden de toegangsbevoegdheden vastgelegd en worden de individuele PIN en PUK toegekend.
Veiligheidsfuncties SmartCard gebruikergroepen SmartCard Met SystemLock kunnen gebruikergroepen worden gevormd. Op die manier kunnen verschillende systemen met één SmartCard worden gestart. Een gebruikergroep bestaat uit minstens twee systemen. Elke gebruiker die de systemen mag starten, krijgt een SmartCard. Met deze SmartCard kan de gebruiker naar keuze één van de systemen starten.
Veiligheidsfuncties Installeren van SystemLock Installeren vanSystemLock Bij de eerste installatie wordt de eerste SmartCard de Admin-SmartCard. Samen met de PUK heeft deze Sicrypt-kaart alle toegangsbevoegdheden, zodat ze op een veilige plaats moet worden bewaard. Ze mag enkel worden gebruikt door een bevoegde gebruiker (administrator), b.v. om gebruikerkaarten te initialiseren. Als u een gebruikergroep wenst te configureren, heeft u een Admin-SmartCard nodig.
Veiligheidsfuncties Nieuwe SmartCards beschikken over een vooraf ingestelde PUK (zie hierboven). Als u een reeds geïnitialiseerde SmartCard opnieuw wilt initialiseren, dient u de PUK te kennen die is toegekend aan deze SmartCard. ► Geef de PUK in. Het volgende verschijnt: • ACCESS DENIED = U heeft een verkeerde PUK ingegeven. Na zes mislukte pogingen wordt de SmartCard geblokkeerd en kan ze niet meer worden gebruikt. ► Geef bij de volgende melding een nieuwe PIN in.
Veiligheidsfuncties Security SmartCard SystemLock Item Specific Help SmartCard SystemLock Uninstall: BIOS Recovery: SmartCard and Pin Installed [Enter] [Allowed] [Always required] SmartCard Initialization Admin SmartCard SuperUser SmartCard: User SmartCard: Service SmartCard: [Enter] [Enter] [Enter] [Enter] SmartCard Configuration Change PIN: Change PUK: Unblock SmartCard: [Enter] [Enter] [Enter] Allows to deactivate The smartcard security.
Veiligheidsfuncties Bewaar de SmartCard en PIN/PUK op een veilige plaats en bescherm de PIN tegen onbevoegd gebruik. Systeem toevoegen aan een gebruikergroep SystemLock2 ► Start het toestel. ► Roep de BIOS-Setup op en kies in het menu Security de pagina SmartCard SystemLock.
Veiligheidsfuncties ► Geef de PUK in. Het volgende verschijnt: • ACCESS DENIED = U heeft een verkeerde PUK ingegeven. Na zes mislukte pogingen wordt de SmartCard geblokkeerd en kan ze niet meer worden gebruikt. Wacht na het invoeren van de PIN en de PUK enkele seconden: SystemLock wordt geïnstalleerd. Bij een succesvolle installatie verschijnt de melding: Setup Notice Changes have been saved [Continue] Druk op de invoertoets.
Veiligheidsfuncties Administrator-functies uitvoeren Als u een interne SmartCard-lezer heeft, kan u het toestel inschakelen door de SmartCard te plaatsen. Als u het toestel met de aan-/uitschakelaar inschakelt, verschijnt de volgende melding: SystemLock Insert a SmartCard. Administrator-functies ► Steek de Admin-SmartCard in. Er verschijnt de volgende melding: Enter your PIN: U kunt nu kiezen: F2=Setup, F3=Change PIN, F4=Administration ► Druk op de functietoets F4 .
Veiligheidsfuncties ► Steek de volgende SmartCard in. Deze kaart wordt volgens uw keuze geïnitialiseerd. Er verschijnt de volgende melding: Remove the SmartCard. Bij alle andere SmartCard dient u steeds de PIN en PUK te wijzigen. U heeft de PUK van een SmartCard nodig om een geblokkeerde SmartCard weer te activeren. ► Haal de User-SmartCard uit het toestel en noteer hierop de nodige informatie, b.v. de naam van de gebruiker.
Veiligheidsfuncties Op afstand activeren – F4 Voorwaarde: Het toestel wordt binnen een organisatie centraal beheerd en is geregistreerd in een SystemLock-Admin databank. De voor de groepsinstallatie gebruikte SmartCard moet eerst worden geïnitialiseerd met behulp van het Windows programma SystemLock Admin.EXE (zie "SmartCard gebruikergroepen", pagina 86).
Veiligheidsfuncties Toestel met SystemLock inschakelen Als u een interne SmartCard-lezer heeft, kan u het toestel inschakelen door de SmartCard te plaatsen. Als u het toestel met de aan-/uitschakelaar inschakelt, verschijnt de volgende melding: Insert a SmartCard. SystemLock ► Plaats de SmartCard. Enter PIN: ► Geef uw PIN in. Het volgende verschijnt: • ACCESS DENIED = U heeft een verkeerde PIN ingegeven.
Veiligheidsfuncties Foutmeldingen Foutmeldingen In dit hoofdstuk vindt u de foutmeldingen die door de systeemmodules en de SmartCard-lezer worden gegeven. Fout Boot access denied Check your SmartCard SmartCard reader FAILURE Non authorized SmartCard SystemLock installation FAILED: The SmartCard is blocked. Enter the PUK: Oorzaak De SmartCard heeft geen toegangsrechten tot het systeem. De SmartCard is niet correct geplaatst of de SystemLock-Smart Card is ongeschikt.
Veiligheidsfuncties Wachtwoorden invoeren via de tablettoetsen De wachtwoorden voor de invoer via de tablettoetsen bestaan normaal gesproken uit een combinatie van toetsen (bijv. toets 2 + toets 3 , gevolgd door toets 1 en toets ENT . ► Voer uw wachtwoord met behulp van toets 1 t/m 4 in. ► Bevestig dit met ENT . Het toestel wordt geblokkeerd.
Veiligheidsfuncties TPM activeren • ► ► ► Voorwaarde: U hebt een supervisor-wachtwoord toegekend; zie "Veiligheidsfuncties", pagina 75. Roep de BIOS-setup op en kies het menu Security. Markeer het veld TPM Security Chip Setting en druk op de invoertoets. Selecteer Enabled om de TPM te activeren. Wanneer u de TPM geactiveerd hebt, verschijnt het menupunt Clear Security Chip. Met Clear Security Chip kunt u de eigenaar in de TPM wissen.
Aansluiten van externe toestellen Aansluiten van externe toestellen Hou in elk geval rekening met de veiligheidsaanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 13 voor u toestellen op het Notebook aansluit of van het Notebook loskoppelt. Lees altijd de documentatie bij het externe toestel dat u wenst aan te sluiten. Tijdens een onweer mag u nooit kabels aansluiten of loskoppelen. Trek nooit aan de kabel als u hem losmaakt! Neem altijd de stekker vast.
Aansluiten van externe toestellen Extern beeldscherm aansluiten Het notebook zelf beschikt niet over een DVI-aansluiting. De voor uw notebook optioneel verkrijgbare poortreplicator biedt u een dergelijke aansluiting. Een analoog beeldscherm wordt op een analoge VGA-beeldschermaansluiting aangesloten en een digitaal beeldscherm op de DVI-beeldschermaansluiting.
Aansluiten van externe toestellen HDMI-aansluiting HDMI-aansluiting Het notebook zelf beschikt niet over een HDMI-aansluiting. De voor uw notebook optioneel verkrijgbare poortreplicator biedt u een dergelijke aansluiting. Via de HDMI-aansluiting van het Notebook kunt u een externe versterker, een LCD-TV of een plasma-TV met HDMI-aansluiting aansluiten. ► Sluit de datakabel aan op het externe toestel. ► Sluit de datakabel aan op de HDMI-aansluiting van het Notebook.
Aansluiten van externe toestellen USB-toestellen aansluiten USB-aansluitingen Op de USB-aansluitingen kunt u externe toestellen aansluiten die ook over een USB-poort beschikken (bijv. een DVD-station, een printer, een scanner of een modem). USB-toestellen zijn hot-plug-compatibel. U kunt de kabels van USB-toestellen dus bij ingeschakeld systeem aansluiten en loskoppelen. Bij USB 1.x bedraagt de maximale overdrachtsnelheid 12 Mbit/s. Bij USB 2.x bedraagt de maximale overdrachtsnelheid 480 Mbit/s.
Aansluiten van externe toestellen FireWire-toestellen aansluiten Audiotoestellen aansluiten FireWire Videotoestellenaansluiten Via de FireWire-aansluiting kunt u externe toestellen, zoals digitale audio-/videotoestellen of andere zeer snelle toestellen aansluiten. De FireWire-aansluiting werkt met maximaal 400 Mbit per seconde. FireWire-toestellen zijn hot-plug-compatibel. U kunt de kabels van FireWire-toestellen dus bij ingeschakeld systeem aansluiten en loskoppelen.
Aansluiten van externe toestellen Aansluiting voor hoofdtelefoon Audiotoestellen aansluiten Hoofdtelefoonaansluiten Audio-aansluitingen Met de hoofdtelefoonaansluiting kunt u een hoofdtelefoon of externe luidsprekers aansluiten op uw Notebook. ► Sluit de audiokabel aan op het externe toestel. ► Sluit de audiokabel aan op de koptelefoonaansluiting van het Notebook. De interne luidsprekers worden uitgeschakeld.
Componenten demonteren en monteren in geval van service Componenten demonteren en monteren in geval van service Reparaties aan het Notebook mogen alleen door bevoegde vakmensen worden uitgevoerd. Als het Notebook onbevoegd wordt geopend of als onvakkundige herstellingen worden uitgevoerd, vervalt de garantie en kan er groot gevaar ontstaan voor de gebruiker (elektrocutie, brandgevaar).
Componenten demonteren en monteren in geval van service Demonteren van componenten voorbereiden Wanneer u systeemcomponenten wilt demonteren of vervangen, bereidt het demonteren dan als volgt voor: Houd u aan de veiligheidsinstructies in het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 13. Trek de stekker uit het stopcontact! ► Schakel het toestel uit. Het toestel mag zich niet in de energiespaarmodus bevinden! ► Sluit het LCD-beeldscherm. ► Maak alle kabels los van het toestel.
Componenten demonteren en monteren in geval van service Geheugenuitbreiding demonteren en monteren Geheugen demonteren Hoofdgeheugen Geheugenmodule Systeemuitbreiding Als de hotline/servicedesk u vraagt de geheugenuitbreiding zelf te demonteren en te monteren, gaat u als volgt te werk: Houd u aan de veiligheidsinstructies in het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 13.
Componenten demonteren en monteren in geval van service Afdekking verwijderen 1 1 2 ► Draai de schroeven uit (1). ► Trek de afdekking in de richting van de pijl van het Notebook af (2). Geheugenmodule: demonteren ► Druk de twee bevestigingsklemmen voorzichtig naar buiten (1). De geheugenmodule klapt omhoog (2). ► Trek de geheugenmodule in de richting van de pijl uit de montageplaats (3).
Componenten demonteren en monteren in geval van service Geheugenmodule: monteren 1 ► Plaats de geheugenmodule met de aansluitcontacten en de uitsparing (a) vooraan in de montageplaats (1). ► Klap de geheugenmodule voorzichtig omlaag, tot ze duidelijk vergrendelt (2). 2 Geheugenmodule Geheugenuitbreiding a Afdekking bevestigen 2 2 1 ► ► ► ► ► Plaats de afdekking in de richting van de pijl (1) op haar inbouwplaats. Bevestig de afdekking met de schroeven (2).
Instellingen in de BIOS-Setup-Utility Instellingen in de BIOS-Setup-Utility Systeem configureren Setup Configuratie,BIOS-Setup-Utility Systeeminstellingen,BIOS-Setup-Utility BIOS-Setup-Utility Hardwareconfigureren Met de BIOS-Setup-Utility kunt u systeemfuncties en de hardware-configuratie voor uw Notebook instellen. Bij levering van het Notebook zijn de standaardinstellingen actief. Deze instellingen kunt u in de menu’s van de BIOS-Setup-Utility wijzigen.
Instellingen in de BIOS-Setup-Utility BIOS-Setup-Utility bedienen BIOS-Setup-Utility Druk op de toets F1 om hulpinformatie bij de bediening van de BIOS-Setup-Utility te krijgen. De beschrijving van de verschillende instellingen vindt u in het rechter venster van de BIOS-Setup-Utility. Met de toets F9 kunt u de standaardinstellingen van de BIOS-Setup-Utility laden. ► Markeer met de cursortoetsen ← of → het menu waarin u instellingen wenst uit te voeren. Het menu verschijnt.
Instellingen in de BIOS-Setup-Utility Save Changes- Wijzigingen opslaan zonder de BIOS-Setup-Utility te verlaten ► Om de wijzigingen op te slaan, kiest u Save Changes en Yes. De wijzigingen worden opgeslagen. U kunt nu verdere instellingen in de BIOS-Setup-Utility uitvoeren. ► Als u de BIOS-Setup-Utility met uw instellingen wilt beëindigen, kiest u Exit Saving Changes en Yes.
Probleemanalyse en tips Probleemanalyse en tips Storingverhelpen Fouten Tips Probleemanalyse Hou rekening met de veiligheidsinstructies in het handboek "Veiligheid" als u kabels loskoppelt of aansluit. Als er zich een storing voordoet, kunt u proberen deze aan de hand van volgende maatregelen te verhelpen. Als u de storing niet kunt opheffen, gaat u als volgt te werk: ► Noteer de uitgevoerde stappen en de toestand die actief was op het moment dat de fout opgetreden is.
Probleemanalyse en tips Hulp bij probleemgevallen Mocht u met uw computer een probleem hebben dat u zelf niet kunt oplossen, dan kunt u dit in veel gevallen snel oplossen met het op uw computer reeds geïnstalleerde programma SystemDiagnostics. Het programma SystemDiagnostics is reeds voorgeïnstalleerd bij toestellen die worden geleverd met een Windows besturingssysteem. ► Om het programma SystemDiagnostics te starten, klikt u op Startsymbol Programme - Fujitsu - SystemDiagnostics.
Probleemanalyse en tips Bij het indrukken van bepaalde tekens op het toetsenbord worden alleen cijfers weergegeven. Signaalhoorbaar metenkelesecondeninterval Oorzaak Het virtuele numerieke toetsenblok van uw toestel is geactiveerd (zie "Virtueel numeriek toetsenblok", pagina 44). Storingen verhelpen ► Druk op de toets Num . Het LCD-beeldscherm van het notebook blijft donker DonkerLCD-beeldscherm LCD-beeldscherm Oorzaak Beeldscherm is uitgeschakeld. Extern beeldscherm of TV-toestel aangesloten.
Probleemanalyse en tips Het externe beeldscherm blijft donker Beeldscherm Oorzaak Beeldscherm is uitgeschakeld. Beeldscherm is donker gestuurd. Helderheid is op donker ingesteld. Beeldschermuitvoer is ingesteld op het LCD-beeldscherm van het Notebook. Netkabel of datakabel van het externe beeldscherm zijn niet juist aangesloten. Problemen verhelpen ► Schakel het externe beeldscherm in. ► Druk op een willekeurige toets. ► Stel de helderheid van het beeldscherm in op "licht".
Probleemanalyse en tips De cursor volgt de penbewegingen niet goed Oorzaak Pen incorrect gekalibreerd. Storingen verhelpen Windows XP ► Kalibreer de pen onder Instellingen voor tablet en pen in het configuratiescherm (zie "Pen instellen", pagina 38 en "Pen kalibreren", pagina 38). Windows Vista ► Kalibreer de pen onder Instellingen voor Tablet PC in het configuratiescherm (zie "Pen instellen", pagina 38 en "Pen kalibreren", pagina 38).
Probleemanalyse en tips Na het inschakelen start het Notebook niet Notebook Oorzaak Accu is niet juist gemonteerd. Accu is leeg. Problemen verhelpen ► Ga na of de accu juist gemonteerd is. ► Schakel het Notebook in. ► Laad de accu op. of ► Plaats een opgeladen accu. of Netadapter is niet juist aangesloten. ► Sluit de netadapter aan op het Notebook. ► Ga na of de netadapter juist aangesloten is op het Notebook. ► Schakel het Notebook in.
Probleemanalyse en tips De radioverbinding met een netwerk werkt niet Deradioverbindingmeteen netwerkwerktniet Oorzaak Het radiocomponent is uitgeschakeld. Problemen verhelpen ► Schakel uw radiocomponent in (zie "Radiocomponenten in- en uitschakelen", pagina 69). Het radiocomponent is ingeschakeld. Toch werkt ► Controleer of de radioverbinding via de de radioverbinding met een netwerk niet. software ingeschakeld is. ► Kijk voor meer informatie over het gebruik van de radiocomponent in de help-bestanden.
Probleemanalyse en tips PIN voor SmartCard vergeten Oorzaak PIN vergeten. Storingen verhelpen ► Als u binnen een netwerk werkt, raadpleeg dan uw systeembeheerder die uw Notebook kan deblokkeren met behulp van een Supervisor-PIN. SmartCard verloren Oorzaak SmartCard verloren. Storingen verhelpen ► Als u binnen een netwerk werkt, raadpleeg dan uw systeembeheerder die uw Notebook kan starten met behulp van de Supervisor-SmartCard.
Probleemanalyse en tips Foutmeldingen op het beeldscherm Fout Foutmeldingenophetbeeldscherm Hierna zijn de foutmeldingen beschreven die door de BIOS-Setup worden geproduceerd. Foutmeldingen afkomstig van het besturingssysteem of van programma’s, vindt u in de documentatie bij die programma’s. Als er ondanks maatregelen om storingen te verhelpen herhaaldelijk een foutmelding voorkomt, dient u contact op te nemen met uw verkooppunt of met onze service-afdeling.
Probleemanalyse en tips Foutmelding/oorzaak Previous boot incomplete - Default configuration used Wegens een fout tijdens de vorige systeemstart werden voor bepaalde instellingen standaardwaarden gebruikt. Controleer de instellingen in de BIOS-Setup.
Technische gegevens Technische gegevens Notebook Algemeen Processor Hoofdgeheugen (SO DIMM) Intel® Core™ met vPro™ technologie Maximaal 8 GB DDR3 2 steekplaatsen voor module van 2 Gb of 4 Gb Elektrische gegevens Toegepaste veiligheidsnormen Veiligheidsklasse Maximale vermogensopname (wanneer het Notebook is ingeschakeld en de accu is opgeladen): LCD-beeldscherm Grootte Resolutie Pixelklasse Helderheidsregeling Technologie Digitizer en glazen ruit WebCam Grafische kaart Chip Maximale resolutie extern bee
Technische gegevens Memory Card-steekplaats SmartCard-steekplaats SIM-kaartsteekplaats of modemaansluiting Aansluitingen Beeldschermaansluiting (analoog) LAN-aansluiting Microfoonaansluiting/Line In Hoofdtelefoonaansluiting/Line Out Docking-aansluiting USB (Universal Serial Bus) Kensington Lock Omgevingsvoorwaarden Omgevingsklasse DIN IEC 721 Mechanische klasse DIN IEC 721 Bedrijfstemperatuur Transporttemperatuur (2K2) 1 x SD- of MS-Card 1x 1x Bus, 15-polig Bus, RJ45 3,5 mm stereo mini-jack 3,5 mm stereo
Technische gegevens Accu Informatie over de bij uw toestel gebruikte accu’s vindt u op het internet onder "http://ts.fujitsu.com/support". Naast de hoofdaccu kunt u de optionele accu voor inbouw in het modulevak bestellen. Alle accu’s zijn 6-cellenaccu’s. Nominale spanning Nominale capaciteit Nominaal vermogen Hoofdaccu 10,8 V 62,6 Wh 5.800 mAh Optionele accu (inbouwen in moduleschacht) 10,8 V 41 Wh 3.
Instructies van de fabrikant Instructies van de fabrikant Energy Star Toestellen die volgens het milieulogo Energy Star zijn gecertificeerd, leveren een geldbesparing op en dragen bij aan een verlaging van het broeikaseffect.
Instructies van de fabrikant CE-certificaat CE-certificaat CE-certificaat voor toestellen met radiocomponent In de toestand bij levering voldoet dit toestel aan de vereisten van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Europese Raad van 9 maart 1999 met betrekking tot radio-installaties en telecommunicatie-eindinrichtingen en de wederzijdse erkenning van de conformiteit.
Instructies van de fabrikant • Reorient or relocate the receiving antenna. • Increase the separation between the equipment and receiver. • Connect the equipment into an outlet that is on a different circuit than the receiver. • Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help. Notice to Users of the US Telephone Network Your notebook may be supplied with an internal modem which complies with Part 68 of the FCC rules.
Instructies van de fabrikant • • • Stores where telephones are used by patrons to order merchandise. Public transportation terminals where telephones are used to call taxis or to reserve lodging or rental cars. In hotel and motel rooms as at least ten percent of the rooms must contain hearing aid-compatible telephones or jacks for plug-in hearing aid compatible telephones which will be provided to hearing impaired customers on request.
Instructies van de fabrikant Avant de connecter cet équipement à une ligne téléphonique, l’utilisateur doit vérifier s’il est permis de connecter cet équipement aux installations de télécommunications locales. L’utilisateur est averti que même la conformité aux normes de certification ne peut dans certains cas empêcher la dégradation du service. Les réparations de l’équipement de télécommunications doivent être eVectuées par un service de maintenance agréé au Canada.
Instructies van de fabrikant FCC regelgevingsinformatie voor notebooks met radiotoestel Regulatoryinformation Federal Communications Commission statement This device complies with Part 15 of FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) this device may not cause interference, and (2) this device must accept any interference, including interference that may cause undesired operation of this device.
Instructies van de fabrikant Regulatory Information/Disclaimers Installation and use of this radio device must be in strict accordance with the instructions included in the user documentation provided with the product. Any changes or modifications made to this device that are not expressly approved by the manufacturer may void the user’s authority to operate the equipment.
Index Index A Accu 47 bewaren 48 De accu ontlaadt te snel 113 laadtoestand 47, 56 levensduur 47 opladen 47 verzorgen en onderhouden 47 Acculadingsmeter 47 Accumulator zie Accu 47 Administrator-functies 86 Akku zelfontlading 48 Akoestische foutmeldingen 114 Audio-aansluitingen 97–98 Audiotoestellen aansluiten 97–98 B Backspace 36 Bassluidspreker (Subwoofer) 60 Batterij zie Accu 47 Bediening, Notebook 14 Bedrijfsklaar maken 12 Beeldscherm aansluiten 94 blijft donker 110 geen beeld 110 wandelend beeld 110 Bee
Index FireWire aansluiting 97 toestellen aansluiten 97 Fn + F10 40 Fn-toets 37 Fout akoestische meldingen 114 beeldschermmelding 115 Fouten verhelpen 107 Foutmeldingen Systeemmodule 90 Foutmeldingen op het beeldscherm LCD-beeldscherm 27 reiniging 10 transport 9 veiligheidsinstructies 7 Invoertoets 37 Inzetvak demonteren 51 K Kensington Lock gebruiken 71 Kensington MicroSaver 71 115 G Gebruikergroep installeren 81 Gegevensdrager plaatsen 53 uitnemen 53 Gegevensdragers werken met 52 Geheugen demonteren zie
Index Num Lock indicator 38 Numeriek toetsenblok 36 zie virtueel numeriek toetsenblok O Omschakeltoets 37 Opmerkingen module 99 Opstelplaats selecteren Optisch station 52 38 12 P Printer werkt niet 112 Probleemanalyse 107 R Radiocomponenten veiligheidsaanwijzingen 8 Randapparaten aansluiten 93 loskoppelen 93 Regelsprong 37 Regulatory information Notebooks with radio device 125 Notebooks without radio device 121 Reiniging 10 Reis, Notebook 9 Return 37 S Setup zie BIOS-Setup-Utility 104 Shift (Omschakelto
Index User-wachtwoord ingeven 73 opheffen 73 wijzigen 73 Uur klopt niet 108 V Veiligheidsfuncties 69 SmartCard 76 SystemLock 76 Veiligheidsinstructies 7 Verkeerde Datum/tijd 108 Verklaring van overeenstemming 120 Verpakking 11 VGA-aansluitbus 94 Videotoestellen aansluiten 97 Vingerafdruksensor 71 instellen 71 Virtueel numeriek toetsenblok 38 Volumeregeling 60 Voor het eerst inschakelen 13 136 W Wachtwoord ingeven 73 opheffen 73 wijzigen 73 Wachtwoordbeveiliging 72 harde schijf 75 WebCam 46 Werkingsindica