Operation Manual

Veiligheidsfunct ies
SmartCard als softwarebescherming (SmartCase
Logon+)
Samen me t een CardO S SmartCard kan via software zoals bijvoorbeeld SmartCase
Logon+
worden ingelogd met de SmartCard en de PIN-code worden ingevoerd. Bij correct invoeren van
de PIN-code wordt de SmartCard gecontroleerd en het be sturingssysteem gestart. De SmartCard
moet tot het einde van de werkzaamheden in de SmartCard-lezer geplaatst blijven.
Bovendien kan via de s oftware de c omput er tijdens onderbreking v an de werkzaamheden
worden geblokkeerd. Zo kunt u uw Notebook zonder toezicht laten staan, zonder dat
onbevoegden toegang he bben tot uw geopend e documenten en gegevens.
De instellingen voor blokkeren tijdens de werkzaam heden kunt u in SmartCase
Logon+ on der OS Logon (Smarty) invoeren. Met Sm arty kunt u onder andere vastleggen
hoe inloggen op het besturingssysteem moet plaatsvinden, bijvoorbeeld:
Vingerafdruk (zonder SmartCard)
TPM met PIN-code (zonder SmartCard)
Windows wa chtw oord
SmartCard met PIN-code, met vingera fdruk, met PIN-code en vingerafdruk
Raadpleeg voor het installeren, instellen en gebruik van SmartCase
Logon+ de
documentatie en de online Helpfunctie op de CD van de software SmartCase
Logon+.
Ga als volgt te werk om de computer tijdens onderbreking van de werkzaamheden te blokkeren:
Verwijder tijdens de werkza amheden de SmartCard uit het Notebook.
Er verschijnt een venster me
t het bericht dat het systeem is ge blokkeerd.
Wanneer u met de werkzaamheden wilt doorgaan, plaatst u de SmartCard en vo ert u de PIN -code
in.
U keert automatisch terug naa
r de geopende documenten.
Fujitsu Technology Solutions 83