Gebruikershandleiding FUJITSU LIFEBOOK T935 System
We feliciteren u met de aanschaf van een innovatief product van Fujitsu. Actuele informatie over onze producten, tips, updates etc. vindt u op het internet: "http://www.fujitsu.com/fts/" Driver-updates vindt u onder: "http://support.ts.fujitsu.com/download" Als u technische vragen heeft, neem dan a.u.b. contact op met: • onze hotline/servicedesk (zie servicedesk-lijst of op het internet op "http://support.ts.fujitsu.
Uitgegeven door / contactadres in de EU Fujitsu Technology Solutions GmbH Mies-van-der-Rohe-Straße 8 80807 München, Duitsland "http://www.fujitsu.com/fts/" Copyright © Fujitsu Technology Solutions 2014. Alle rechten voorbehouden. Publicatiedatum 12/2014 Bestelnr.
FUJITSU LIFEBOOK T935 Gebruikershandleiding Dankzij innoverende technologie 7 Aansluitingen en bedieningselementen 9 Belangrijke instructies 12 Eerste ingebruikname van uw toestel 16 Werken met het Notebook 20 Veiligheidsfuncties 62 Aansluiten van externe toestellen 84 Componenten demonteren en monteren in geval van service 89 Instellingen in de BIOS-Setup-Utility 90 Probleemanalyse en tips 93 Technische gegevens 102 Instructies van de fabrikant 105 Index 107
Opmerking Toelichtingen op de productbeschrijving voldoen aan de ontwerpspecificaties van Fujitsu en worden voor vergelijkingsdoeleinden beschikbaar gesteld. De daadwerkelijke resultaten kunnen op grond van meerdere factoren afwijken. Wijzigingen van de technische gegevens zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden. Fujitsu wijst elke aansprakelijkheid met betrekking tot technische of redactionele fouten of weglatingen af.
Inhoud Ondersteunde formaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geheugenkaart aanbrengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geheugenkaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Luidsprekers en microfoons . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud USB-aansluiting met laadfunctie (Anytime USB charge) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . USB-toestellen op correcte wijze verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aansluiting voor hoofdtelefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 87 88 Componenten demonteren en monteren in geval van service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud CE-certificaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 Andere certificeringskenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106 Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Dankzij innoverende technologie Dankzij innoverende technologie ... en een ergonomisch ontwerp is uw toestel een gebruiksvriendelijk en betrouwbaar Notebook. Het toestel start zeer snel op, is direct startklaar en heeft vanwege de hoge accucapaciteit een zeer lange gebruiksduur. Met de gebruiksvriendelijke "BIOS-Setup-Utility" kunt u de hardware van uw Notebook sturen en uw systeem beter beschermen tegen onbevoegde toegang, door gebruik te maken van de krachtige wachtwoordbeveiliging.
Dankzij innoverende technologie Verklaring van symbolen Besteed in het bijzonder aandacht aan teksten met dit symbool. Als u deze waarschuwing niet in acht neemt, brengt u uw leven in gevaar, beschadigt u het systeem, of kan er gegevensverlies optreden. De garantie vervalt als het toestel defect raakt doordat u deze instructies niet heeft opgevolgd. duidt op belangrijke informatie voor de correcte behandeling van het toestel. ► duidt op een handeling die u moet uitvoeren. duidt op een resultaat.
Aansluitingen en bedieningselementen Aansluitingen en bedieningselementen In dit hoofdstuk worden de verschillende hardwarecomponenten van uw toestel voorgesteld. U krijgt een overzicht van de indicatoren en aansluitingen van het toestel. Voor u met het toestel begint te werken, dient u zich vertrouwd te maken met deze elementen.
Aansluitingen en bedieningselementen Linkerzijde 1 2 3 1 = Gelijkspanningsbus (DC IN) 2 = Security Lock-inrichting 3 = USB-aansluiting 3.0 met laadfunctie (Anytime USB charge) 4 5 6 4 = Geheugenkaartsteekplaats 5 = SmartCard-lezer 6 = Statusindicatoren Rechterzijde 1 1 2 3 4 10 = = = = 2 3 Aansluiting voor hoofdtelefoon USB-aansluiting 3.
Aansluitingen en bedieningselementen Onderzijde 1 3 2 1 3 4 1 = Luidsprekers 2 = Accuvak met SIM-kaartsteekplaats onder de accu Fujitsu 3 = Accu-ontgrendeling 4 = Aansluiting voor poortreplicator 11
Belangrijke instructies Belangrijke instructies Instructies Belangrijkeinstructies In dit hoofdstuk vindt u informatie over de veiligheidsinstructies voor uw notebook die u in acht moet nemen. De andere instructies geven interessante informatie bij uw notebook. Veiligheidsinstructies Instructies Veiligheidsinstructies Houd absoluut rekening met de veiligheidsinstructies in het handboek "Veiligheid/Regelgeving" en de volgende veiligheidsinstructies.
Belangrijke instructies Energie besparen Stroom besparen Energie Instructies Schakel uw Notebook uit als u het niet meer nodig heeft. Schakel externe aangesloten toestellen uit als u deze niet gebruikt. Als u de energiespaarfuncties gebruikt, verbruikt het Notebook minder energie. Op die manier kunt u langer met het Notebook werken voor u de accu weer moet opladen. De energie-efficiëntie wordt verhoogd en het milieu wordt minder belast. U bespaart kosten en draagt bij aan een schoner milieu.
Belangrijke instructies Onderweg met het Notebook Notebook Transport Instructies Mobielewerking Hou rekening met volgende instructies als u onderweg bent met uw Notebook. Voor u vertrekt ► Maak een reservekopie van de belangrijke gegevens op uw harde schijf. ► Schakel de radiocomponent om veiligheidsredenen uit. Bij gegevensverkeer via een draadloze verbinding kunnen ook onbevoegden uw gegevens ontvangen.
Belangrijke instructies Notebook reinigen De binnenkant van de behuizing mag enkel worden gereinigd door bevoegde vakmensen. Gebruik enkel speciale reinigingsmiddel voor computers. Normale huishoudelijke reinigingsmiddel en polish kunnen de opschriften van het toetsenbord en van het notebook, de lak of het notebook zelf beschadigen. Zorg ervoor dat er geen vloeistof in het notebook kan binnendringen.
Eerste ingebruikname van uw toestel Eerste ingebruikname van uw toestel Ingebruikname Eersteingebruikname Houd rekening met het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 12. Wanneer uw toestel met een Windows besturingssysteem is uitgerust, dan zijn de benodigde hardware-drivers en de meegeleverde software reeds voorgeïnstalleerd. Sluit het toestel alvorens dit voor het eerst in te schakelen via de netadapter op de netspanning aan (zie "Netadapter aansluiten", pagina 17).
Eerste ingebruikname van uw toestel Opstelplaats selecteren Netadapter Toestel Opstelplaatsselecteren Voor u uw toestel opstelt, dient u een geschikte plaats voor het toestel te kiezen. Houd daarbij rekening met het volgende. • Plaats het toestel en de netadapter nooit op een warmtegevoelige ondergrond. Gebeurt dit wel, dan kan de ondergrond beschadigd raken. Plaats het toestel nooit op een zachte ondergrond (b.v. tapijt, kussen of bedje).
Eerste ingebruikname van uw toestel Toestel voor het eerst inschakelen Voor heteerstinschakelen Bij toestellen met aan-/ujitschakelaar voor radiocomponenten: Schuif de aan-/uitschakelaar voor radiocomponenten in de stand "ON" voordat het toestel wordt ingeschakeld. Wanneer u het toestel voor de eerste maal inschakelt, wordt de bijgeleverde software geïnstalleerd en geconfigureerd.
Eerste ingebruikname van uw toestel Wanneer er op uw toestel een Windows besturingssysteem voorgeïnstalleerd is, dan vindt u meer informatie over het systeem, drivers, hulpprogramma’s, updates, handboeken, enz. op uw toestel of op het Internet onder "http://www.fujitsu.com/fts/support/". Informatie over en hulp bij de Windows besturingssysteemfuncties vindt u op het internet onder "http://windows.microsoft.com".
Werken met het Notebook Werken met het Notebook Notebook Bediening,Notebook In dit hoofdstuk worden de basisprincipes voor de bediening van uw Notebook beschreven. Hoe u externe toestellen (bijv. muis, printer) aansluit op het Notebook, is beschreven in het hoofdstuk "Aansluiten van externe toestellen", pagina 84. Houd u aan de instructies in het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 12.
Werken met het Notebook Statusindicator Beschrijving Indicator Num Lock De indicator licht op: De toets Num werd ingedrukt. De virtuele cijfertoetsen is ingeschakeld. U kunt de symbolen ingeven die zich rechtsboven op de toetsen bevinden. Indicator Caps Lock De indicator licht op: De hoofdlettertoets werd ingedrukt. Alle letters worden als hoofdletters weergegeven. Bij een toets met verschillende functies wordt het teken links bovenaan gebruikt.
Werken met het Notebook Notebook openmaken ► Klap het LCD-beeldscherm omhoog.
Werken met het Notebook Notebook inschakelen Suspend/Resume-toets Werkingsindicator Notebook:inschakelen 1 ► Schuif de aan-/uitschakelaar (1) naar rechts om het Notebook in te schakelen. Der aan-/uitschakelaar keert automatisch terug in de beginstand. De aan-/uitschakelaar (1) brandt zolang het systeem ingeschakeld is.
Werken met het Notebook Notebook variabel gebruiken Voor uw dagelijkse werkzaamheden kunt u het Notebook indien gewenst als Tablet PC of als Notebook gebruiken. Merk op dat het beeldscherm niet volledig rond zijn eigen as kan draaien! Draai het beeldscherm niet verder wanneer weerstand wordt gevoeld. De garantie geldt niet voor schade die ontstaat als het beeldscherm incorrect wordt gedraaid. Van Notebook naar Tablet PC ► Plaats het LCD-beeldscherm in een verticale positie.
Werken met het Notebook ► Pak het beeldscherm indien mogelijk aan de onderzijde aan beide zijden vast. Draai het beeldscherm in de richting van de pijl naar links of naar rechts. Eerst voelt u een kleine weerstand, daarna verloopt de draaiing eenvoudig en probleemloos. ► Draai het beeldscherm verder tot het 180° gedraaid is en het scharnier vergrendelt.
Werken met het Notebook ► Klap het beeldscherm nu omlaag, zodat de achterzijde van het beeldscherm op het toetsenbord rust. Het beeldscherm is nu stevig in de tabletpositie bevestigd. Beeldschermoriëntatie kiezen (staand of liggend) Beeldschermoriëntatie Staand Liggend U kunt het beeldscherm staand of liggend gebruiken. Windows 7 Deze instellingen kunt u wijzigen in het Fujitsu menu of onder Start - (Instellingen -) Configuratiescherm - Hardware en geluiden - Display - Instellingen.
Werken met het Notebook Van Tablet PC naar Notebook ► Plaats het LCD-beeldscherm in een verticale positie.
Werken met het Notebook Merk op dat het beeldscherm niet volledig rond zijn eigen as kan draaien! Draai het beeldscherm niet verder wanneer weerstand wordt gevoeld. De garantie geldt niet voor schade die ontstaat als het beeldscherm incorrect wordt gedraaid. ► Houd het beeldscherm zo ver mogelijk aan de onderkant aan beide zijden vast en draai het beeldscherm. Het draaien vindt licht en wrijvingsloos plaats. ► Draai of schuif het beeldscherm verder, tot het 180° gedraaid is en het scharnier vergrendelt.
Werken met het Notebook Notebook sluiten ► Klap het LCD-beeldscherm op het onderste gedeelte van het Notebook, zodat het beeldscherm duidelijk vergrendelt. Handschriftherkenning Nadere informatie over handschriftherkenning vindt u in de documentatie bij uw besturingssysteem.
Werken met het Notebook LCD-beeldscherm Instructies LCD-beeldscherm In notebooks van Fujitsu worden hoogwaardige LCD-beeldschermen (TFT) gebruikt. Om technische redenen zijn deze beeldschermen gemaakt voor een bepaalde resolutie. Een optimale en scherpe weergave is dus enkel gewaarborgd in de voor het specifieke beeldscherm geldende resolutie. Een beeldschermresolutie die afwijkt van de specificaties, kan een onscherpe weergave veroorzaken.
Werken met het Notebook Toestel gebruiken als Tablet PC U kunt als volgt commando’s uitvoeren: • • met behulp van de pen (bij het toestel geleverd) met behulp van uw vinger Vinger gebruiken U kunt op het touchscreen van uw toestel met behulp van uw vinger bepaalde commando’s uitvoeren. U kunt alles wat u met uw vinger selecteert of activeert tevens met behulp van de pen selecteren of activeren.
Werken met het Notebook Acties met één vinger Actie Objecten selecteren (klikken met de linker muisknop) Programma’s starten (dubbelklikken met de linker muisknop) Objecten/vensters verschuiven (slepen met ingedrukte linker muisknop, Drag&Drop) Contextmenu openen (klikken met de rechter muisknop) Cursor bewegen 32 Beschrijving ► Tik met een vinger eenmaal kort op het object. ► Tik met een vinger tweemaal kort na elkaar op het programmapictogram.
Werken met het Notebook Acties met twee vingers Actie Scrollen Beschrijving ► Plaats twee vingers op het touchscreen. ► Beweeg de vingers naar boven om naar boven te scrollen. of ► Beweeg de vingers naar beneden om naar beneden te scrollen. Draaien ► Plaats de duim op het touchscreen en draai het beeld met uw wijsvinger links- of rechtsom.
Werken met het Notebook Actie Inzoomen / uitzoomen Beschrijving ► Plaats twee vingers op het touchscreen en beweeg deze uit elkaar om in te zoomen. of Contextgevoelige menu’s blokkeren 34 ► Plaats twee vingers op het touchscreen en beweeg deze naar elkaar toe om uit te zoomen. ► Tik met twee vingers tweemaal kort na elkaar op het touchscreen.
Werken met het Notebook Pen gebruiken Pin 1 = Punt van pen 3 2 = Pentoets (= rechter muisknop) 3 = Oog voor optioneel pensnoer 2 1 U kan de pen op uw Tablet PC als elektronisch schrijftoestel gebruiken om menupunten te selecteren en om door de programma’s te navigeren. Bij programma’s met handschriftherkenning kunt u tekst ingeven door met de pen rechtstreeks op het beeldscherm te schrijven. U kunt de pen ook als tekenhulp gebruiken.
Werken met het Notebook De pen van de Tablet PC is een elektronische instrument dat bij verkeerd gebruik beschadigd kan raken. Ga zorgvuldig met de pen om. Hieronder vindt u aanbevelingen voor correct gebruik van de pen: • • • • Maak geen gebaren met de pen in de hand. Gebruik de pen niet als aanwijsapparaat. Gebruik de pen alleen op het beeldscherm van de Tablet PC. Probeer de greep van de pen niet te draaien. De greep dient om de pen in de steekplaats te leggen of deze uit de steekplaats te nemen.
Werken met het Notebook Pen instellen Besturingssysteem Windows 7 Windows 8,1 Menu Onder Hardware en geluiden - Pen en invoerapparaat in het configuratiescherm kunt u verschillende instellingen voor de pen uitvoeren (indeling en functie van de pentoets). Onder Windows 8.1 Desktop - Configuratiescherm - Hardware en geluiden - Pen en invoerapparaten kunt u verschillende instellingen voor de pen uitvoeren (indeling en functie van de pentoets).
Werken met het Notebook Toestel gebruiken als Notebook Clickpad en clickpad-toetsen Let op dat het clickpad niet in aanraking komt met vuil, vloeistof of vet. Clickpad Raak het clickpad nooit aan met vuile vingers. Plaats geen zware voorwerpen (bijv. boeken) op het clickpad of op de clickpad-toetsen. 1 = Clickpad 1 2 = Clickpad-toetsen 2 Met het clickpad kunt u de aanwijzer op het beeldscherm verplaatsen. Met clickpad-toetsen kunt u commando’s selecteren en uitvoeren.
Werken met het Notebook Object vertrekken ► Kies het gewenste object. ► Houd de linker knop ingedrukt en verschuif het object met de vinger op het clickpad naar de gewenste plaats. Het object is verplaatst. Clickpad Clickpad in- en uitschakelen Het Clickpad kan worden in- en uitgeschakeld via een toetsencombinatie (zie "Toetsencombinaties", pagina 43).
Werken met het Notebook Toetsenbord Toetsen Cijferblok Numeriektoetsenblok Toetsenbord Het toetsenbord van uw Notebook ondergaat ook bij een normaal gebruik voortdurende slijtage. Vooral de opschriften van de toetsen worden zwaar belast. In de loop van de normale gebruiksperiode van het Notebook kan de belettering van de toetsen afslijten. Het toetsenbord is zo opgevat, dat alle functies van een uitgebreid toetsenbord ter beschikking staan.
Werken met het Notebook Toets Beschrijving Correctietoets (Backspace) Met de correctietoets wordt het teken links van de cursor gewist. Backspace Correctietoets Tabulatortoets De tabulatortoets verplaatst de cursor naar de volgende tabulatorstop. Tabulatortoets Invoertoets (Return, Enter, regelsprong, wagenterugloop) De invoertoets sluit een commandoregel af. Als u op de invoertoets drukt, wordt het ingegeven commando uitgevoerd.
Werken met het Notebook Virtueel numeriek toetsenblok Num Lock Virtueelnumeriektoetsenblok Numeriektoetsenblok Om voor bepaalde toepassingen toch de toetsen van een numeriek toetsenblok te kunnen gebruiken, is het virtuele numerieke toetsenblok voorzien. Op het toetsenbord herkent u deze toetsen van het virtuele numerieke toetsenblok aan de cijfers en symbolen rechts bovenaan op de overeenkomstige toetsen.
Werken met het Notebook Toetsencombinaties Toetsencombinaties De hierna volgende beschrijving van de toetscombinaties geldt voor Windows besturingssystemen. Bij andere besturingssystemen en bij enkele toesteldrivers is het mogelijk dat enkele van de volgende toetsencombinaties niet kunnen worden gebruikt. Andere toetsencombinaties vindt u in de handleiding bij uw toepassingsprogramma. Toetsencombinaties worden als volgt ingegeven: ► Houd de eerste toets van de toetsencombinatie ingedrukt.
Werken met het Notebook Combinatie Beschrijving Beeldschermuitvoer omschakelen Als u een extern beeldscherm heeft aangesloten, kunt u met deze toets bepalen welk beeldscherm u gebruikt.
Werken met het Notebook Tablettoetsen Uw Notebook is uitgerust met een Windows-toets en twee volumetoetsen. + Toets _ Functie Windows-toets Deze toets komt overeen met de functie van de Windows Starttoets op het toetsenbord. + Als de toets in combinatie met de aan-/uitschakelaar wordt ingedrukt, dan komt de functie overeen met de toetsencombinatie Ctrl + Alt + Del . Volume verhogen Met deze toets verhoogt u het volume van de geïntegreerde luidsprekers.
Werken met het Notebook WebCam WebCam Met de WebCam kunt u afhankelijk van de gebruikte software beelden of videoclips opnemen of deelnemen aan WebChat. De WebCam beschikt over een eigen statusindicator. De statusindicator licht op als de WebCam actief is. • • • • De beeldkwaliteit is afhankelijk van de lichtverhouding en de gebruikte software. U kunt slechts via één toepassing met de WebCam werken (bijv. via een internettelefonieprogramma of een videoconferentieprogramma, dat een WebCam ondersteunt).
Werken met het Notebook Accu Batterij Accumulator Levensduur,accu Accu Bij mobiel gebruik zorgt de geïntegreerde accu voor de nodige energievoorziening. U kunt de levensduur van de accu verhogen door de accu degelijk te verzorgen. De gemiddelde levensduur van een accu bedraagt ca. 800 laad-/ontlaadcycli. Als u de beschikbare energiespaarfuncties gebruikt, kunt u de autonomie van de accu verhogen.
Werken met het Notebook Accu demonteren Houd u aan de veiligheidsinstructies in het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 12. Trek de stekker uit het stopcontact! ► Schakel het toestel uit. Het toestel mag zich niet in de energiespaarmodus bevinden! ► Sluit het LCD-beeldscherm. ► Maak alle kabels los van het toestel. ► Draai het toestel om en plaats het op een stabiele, effen en schone ondergrond. Plaats eventueel een slipvaste doek op deze ondergrond om krassen aan het toestel te vermijden.
Werken met het Notebook 3 1 2 4 ► ► ► ► Schuif de accuontgrendeling in de richting van de pijl (1) en houd de ontgrendeling vast. Schuif de accu-ontgrendeling in de richting van de pijl (2). Verwijder de afdekking van het accuvak (3). Neem de accu uit het accuvak (4).
Werken met het Notebook Accu monteren 1 2 3 ► Plaats de accu in het accuvak (1). ► Sluit de afdekking van het accuvak (2). ► Schuif de accu-ontgrendeling in de richting van de pijl (3). De accu is geborgd. ► Plaats het Notebook weer rechtop op een vlakke ondergrond. ► Sluit de voordien losgemaakte kabels weer aan.
Werken met het Notebook Energiespaarfuncties gebruiken Accu Energie Als u de beschikbare energiespaarfuncties gebruikt, verbruikt het Notebook minder energie. Op die manier kunt u langer met accuvoeding werken voor u de accu weer moet opladen. De energie-efficiëntie wordt verhoogd en het milieu wordt minder belast. Als u optimaal gebruik maakt van de energie-opties, kunt u aanzienlijke besparingen bereiken en draagt u tegelijkertijd bij aan een schoner milieu.
Werken met het Notebook Geheugenkaarten Steekplaats Uw Notebook is met een geïntegreerde geheugenkaartlezer uitgerust. Houd rekening met de instructies van de fabrikant als u met geheugenkaarten omgaat. Geheugenkaart Ondersteunde formaten Uw Notebook ondersteunt de volgende formaten: • • • Secure Digital (SDTM Card) SDHC SDXC Geheugenkaart aanbrengen ► Schuif de geheugenkaart voorzichtig in de steekplaats. Het labelgebied moet naar boven gericht zijn.
Werken met het Notebook Luidsprekers en microfoons Volumeregeling Bassluidspreker(Subwoofer) Luidsprekers Microfoon Informatie over de exacte positie van luidsprekers en microfoons vindt u in het hoofdstuk "Aansluitingen en bedieningselementen", pagina 9. Informatie over het instellen van het volume en over de aan-/uitschakelaar van de luidsprekers via toetsencombinaties vindt u in het hoofdstuk "Toetsencombinaties", pagina 43.
Werken met het Notebook SIM-kaart verwijderen ► Neem de accu uit (zie "Accu demonteren", pagina 48). ► Trek de SIM-kaarthouder uit de inbouwplaats (1). ► Verwijder de SIM-kaart uit de SIM-kaarthouder (2). ► Schuif de SIM-kaarthouder terug in de inbouwplaats (3). 2 1 3 ► Zet de accu terug (zie "Accu monteren", pagina 50).
Werken met het Notebook WLAN-toegang instellen • Voorwaarde: Een WLAN is beschikbaar en u beschikt over de betreffende toegangsgegevens. Informatie voor het instellen van de WLAN-toegang vindt u in de documentatie van uw besturingssysteem. Toegang via UMTS / LTE Wanneer u bij uw systeem een geïntegreerde UMTS-/LTE-module heeft besteld, dan kunt u genieten van de beste ontvangst en de hoogste energie-efficiëntie zonder storende kabels en antennes.
Werken met het Notebook Ethernet en LAN EthernetLAN Met een als accessoire verkrijgbare LAN-adapter kunt u Ethernet-LAN gebruiken. Hiermee kunt u een verbinding tot stand brengen met een lokaal netwerk (LAN = Local Area Network). ► Trek de LAN-adapter in de richting van de pijl uit de LAN-aansluiting van het Notebook. 1 2 ► Schuif de LAN-adapter in de richting van de pijl naar boven (1). ► Sluit de netwerkkabel aan op de LAN-adapter (2). ► Sluit de netwerkkabel aan op uw netwerkaansluiting.
Werken met het Notebook Uw poortreplicator (optioneel) Uw poortreplicator is een toestel waarmee u uw notebook snel kunt aansluiten op uw randapparaten, zoals beeldscherm, printer, etc. De poortreplicator beschikt daartoe onder andere over standaardaansluitingen voor beeldscherm, audio, muis en toetsenbord. U dient enkel het notebook aan te dokken om met uw randapparaten te kunnen werken.
Werken met het Notebook Poortreplicator opstellen Voor u uw poortreplicator opstelt, dient u een geschikte plaats voor de poortreplicator te kiezen. Houd daarbij rekening met het volgende. • • • • 58 Plaats de poortreplicator nooit op een zachte ondergrond (bijv. tapijt, kussen of bedje). Daardoor kan de ventilatie van het Notebook geblokkeerd raken, waardoor er schade ten gevolge van verhitting kan ontstaan. Plaats de poortreplicator op een stabiele, effen en slipvaste ondergrond.
Werken met het Notebook Notebook aansluiten op de poortreplicator ► Trek de netadapterkabel uit de gelijkspanningsbus (DC IN) van het Notebook. 2 2 3 1 5 4 ► Plaats het Notebook zo op de poortreplicator dat de stekker aan de onderzijde van het Notebook overeenstemt met de stekker van de poortreplicator (1). ► Druk op de achterhoeken van het Notebook, zodat het vergrendelt (2). ► Sluit de netadapterkabel aan op de gelijkspanningsbus (DC IN) van de poortreplicator (3).
Werken met het Notebook Notebook inschakelen met de poortreplicator ► Druk op de aan-/uitschakelaar van de poortreplicator om het Notebook in te schakelen. Notebook via de poortreplicator uitschakelen ► Sluit alle toepassingen en het besturingssysteem af (zie handboek bij het besturingssysteem). Als het notebook niet op de juiste manier afsluit, houdt u de aan-/uitschakelaar van de poortreplicator ca. vier seconden ingedrukt. Het notebook schakelt zichzelf uit.
Werken met het Notebook Notebook van de poortreplicator loskoppelen 2 1 ► Trek de ontgrendelingshendel in de richting van de pijl (1) tot deze merkbaar ontgrendelt. ► Verwijder het notebook (2).
Veiligheidsfuncties Veiligheidsfuncties Veiligheidsfuncties Uw notebook beschikt over verschillende beveiligingsfuncties, waarmee u uw systeem en uw persoonlijke gegevens kunt beveiligen tegen onbevoegde toegang. In deze hoofdstuk wordt beschreven hoe u deze functies gebruikt en wat de voordelen ervan zijn. Opgelet: Als u bijv. uw wachtwoord niet meer kent, is het mogelijk dat u zelf ook geen toegang meer heeft tot uw systeem en uw gegevens.
Veiligheidsfuncties Kort overzicht van de beveiligingsfuncties Uitgebreide informatie over de beveiligingsuitrusting van uw toestel vindt u in het handboek "Professional Notebook", op de CD/DVD "Drivers & Utilities" of op het internet onder "http://www.fujitsu.com/fts/support/index.html".
Veiligheidsfuncties Vingerafdruksensor instellen Vingerafdruksensor De vingerafdruksensor kan het beeld van een vingerafdruk opnemen. Met behulp van aanvullende vingerafdruk-software wordt dit beeld geëvalueerd en kan als vervanging voor een wachtwoord worden gebruikt. ► Installeer de vingerafdruksoftware om de vingerafdruksensor (1) te kunnen gebruiken. 1 Security Lock gebruiken Uw toestel beschikt over een Security Lock-inrichting voor de Kensington Lock-kabel.
Veiligheidsfuncties Wachtwoordbeveiliging configureren in de BIOS-Setup-Utility Voor u de verschillende mogelijkheden van de wachtwoordbeveiliging in de BIOS-Setup-Utility voor de beveiliging van uw gegevens gebruikt, dient u rekening te houden met het volgende: Noteer de wachtwoorden en bewaar ze op een veilige plaats. Als u uw supervisor-wachtwoord niet meer kent, heeft u geen toegang meer tot uw Notebook. Het wissen van het wachtwoord wordt niet gedekt door de garantie en moet dus worden vergoed.
Veiligheidsfuncties Supervisor- en user-wachtwoord toekennen ► Roep de BIOS-Setup-Utility op en kies het menu Security. ► Markeer het veld Set Supervisor Password en druk op de invoertoets. MetEnter new Password: U wordt verzocht een wachtwoord in te geven. ► Geef het wachtwoord in en druk op de invoertoets. Met Confirm new Password vraagt het systeem u het wachtwoord te bevestigen. ► Geef het wachtwoord nogmaals in en druk op de invoertoets.
Veiligheidsfuncties Wachtwoordbeveiliging voor starten besturingssysteem Met het Supervisor-wachtwoord dat u in de BIOS-Setup-Utility heeft ingesteld (zie paragraaf "Supervisor- en user-wachtwoord toekennen", pagina 66), kunt u ook voorkomen dat het besturingssysteem wordt gestart. Besturingssysteem Systeembeveiliging activeren ► ► ► ► Roep de BIOS-Setup-Utility op en kies het menu Security. Selecteer de optie Password on Boot en druk op de invoertoets.
Veiligheidsfuncties SmartCard-lezer Veiligheidsfuncties SmartCards worden standaard niet meegeleverd. U kunt alle SmartCards gebruiken die voldoen aan de ISO-norm 7816-1, -2 of -3. Deze SmartCards zijn verkrijgbaar bij verschillende fabrikanten. Met behulp van de betreffende software kunt u de SmartCard als alternatief voor wachtwoordbescherming, maar ook als digitale handtekening voor de codering van uw e-mails en thuisbankieren gebruiken. Wij raden aan altijd gebruik te maken van twee SmartCards.
Veiligheidsfuncties SmartCard SystemLock (optioneel) Met SystemLock kan het toestel enkel met geïnitialiseerde SmartCard (SICRYPT, CardOS of Fujitsu) en persoonlijk geheim nummer (PIN) worden gestart. De SmartCard en de PIN worden reeds tijdens de systeemstart in de BIOS gecontroleerd, dus nog voor het besturingssysteem wordt gestart.
Veiligheidsfuncties Toegangsbevoegdheden van de SmartCards SmartCard Een nieuwe SmartCard bezit enkel de vooringestelde PIN en PUK. Pas als de SmartCard wordt geïnitialiseerd, worden de toegangsbevoegdheden vastgelegd en worden de individuele PIN en PUK toegekend.
Veiligheidsfuncties Admin-SmartCard wordt ingestoken, de informatie wordt gelezen en het toestel wordt toegevoegd aan de gebruikergroep. De Admin-SmartCard beslist tot welke gebruikergroep het toestel behoort. Als u gebruik maakt van FSC-CardOS SmartCards, dan kan SystemLock met behulp van het Windows programma "SystemLock Admin" worden beheerd.
Veiligheidsfuncties Eerste systeem van gebruikergroep of individueel systeem voor SystemLock configureren Gebruikergroep ► Start het toestel en roep de BIOS-Setup op. ► Selecteer in het menu Security de pagina SmartCard SystemLock.
Veiligheidsfuncties ► Geef de nieuwe PIN ter bevestiging nogmaals in. Het volgende verschijnt: • PIN/PUK do not match = U heeft de PIN verkeerd bevestigd. U moet de nieuwe PIN nogmaals ingeven en bevestigen. Wacht na het bevestigen van de nieuwe PIN enkele seconden: SystemLock wordt geïnstalleerd. Bij een succesvolle installatie verschijnt de melding: Setup Notice Changes have been saved [Continue] ► Druk op de invoertoets.
Veiligheidsfuncties ► Geef de PUK in. Het volgende verschijnt: • ACCESS DENIED = U heeft een verkeerde PUK ingegeven. Na zes mislukte pogingen wordt de SmartCard geblokkeerd en kan ze niet meer worden gebruikt. ► Geef vervolgens de nieuwe PUK in. Enter new PUK: Confirm new PUK: Voor de nieuwe PUK zijn getallen van vier tot acht rangen toegelaten. Om veiligheidsredenen is het aan te bevelen de PUK bij elke SmartCard te wijzigen en opnieuw een getal van acht rangen te gebruiken.
Veiligheidsfuncties Systeem toevoegen aan een gebruikergroep SystemLock2 ► Start het toestel. ► Roep de BIOS-Setup op en kies in het menu Security de pagina SmartCard SystemLock. Het volgende SmartCard SystemLock menu verschijnt: Security SmartCard SystemLock SmartCard SystemLock Install Single PC Install Group PC Enter PIN: Item Specific Help Installs the security from a SystemLock Admin SmartCard into this PC without modifying any data on the SmartCard.
Veiligheidsfuncties ► Geef de PUK in. Het volgende verschijnt: • ACCESS DENIED = U heeft een verkeerde PUK ingegeven. Na zes mislukte pogingen wordt de SmartCard geblokkeerd en kan ze niet meer worden gebruikt. Wacht na het invoeren van de PIN en de PUK enkele seconden: SystemLock wordt geïnstalleerd. Bij een succesvolle installatie verschijnt de melding: Setup Notice Changes have been saved [Continue] Druk op de invoertoets.
Veiligheidsfuncties Administrator-functies uitvoeren Als u een interne SmartCard-lezer heeft, kan u het toestel inschakelen door de SmartCard te plaatsen. Als u het toestel met de aan-/uitschakelaar inschakelt, verschijnt de volgende melding: SystemLock Insert a SmartCard. Administrator-functies ► Steek de Admin-SmartCard in. Er verschijnt de volgende melding: Enter your PIN: U kunt nu kiezen: F2=Setup, F3=Change PIN, F4=Administration ► Druk op de functietoets F4 .
Veiligheidsfuncties ► Steek de volgende SmartCard in. Deze kaart wordt volgens uw keuze geïnitialiseerd. Er verschijnt de volgende melding: Remove the SmartCard. Bij alle andere SmartCard dient u steeds de PIN en PUK te wijzigen. U heeft de PUK van een SmartCard nodig om een geblokkeerde SmartCard weer te activeren. ► Haal de User-SmartCard uit het toestel en noteer hierop de nodige informatie, b.v. de naam van de gebruiker.
Veiligheidsfuncties Op afstand activeren – F4 Voorwaarde: Het toestel wordt binnen een organisatie centraal beheerd en is geregistreerd in een SystemLock-Admin databank. De voor de groepsinstallatie gebruikte SmartCard moet eerst worden geïnitialiseerd met behulp van het Windows programma SystemLock Admin.EXE (zie "SmartCard gebruikergroepen", pagina 70).
Veiligheidsfuncties Toestel met SystemLock inschakelen Als u een interne SmartCard-lezer heeft, kan u het toestel inschakelen door de SmartCard te plaatsen. Als u het toestel met de aan-/uitschakelaar inschakelt, verschijnt de volgende melding: Insert a SmartCard. SystemLock ► Plaats de SmartCard. Enter PIN: ► Geef uw PIN in. Het volgende verschijnt: ACCESS DENIED = U heeft een verkeerde PIN ingegeven.
Veiligheidsfuncties Foutmeldingen Foutmeldingen In dit hoofdstuk vindt u de foutmeldingen die door de systeemmodules en de SmartCard-lezer worden gegeven. Fout Boot access denied Check your SmartCard SmartCard reader FAILURE Non authorized SmartCard SystemLock installation FAILED: The SmartCard is blocked. Enter the PUK: Fujitsu Oorzaak De SmartCard heeft geen toegangsrechten tot het systeem. De SmartCard is niet correct geplaatst of de SystemLock-Smart Card is ongeschikt.
Veiligheidsfuncties Trusted Platform Module - TPM (afhankelijk van toestel) Trusted Platform Module TPM Om de TPM te kunnen gebruiken, moet u vóór de installatie van de software de TPM in de BIOS-Setup inschakelen. Voorwaarde hiervoor is wel dat u minstens een supervisor-wachtwoord heeft toegekend (zie "Veiligheidsfuncties", pagina 62). TPM activeren • ► ► ► Voorwaarde: U heeft een supervisor-wachtwoord toegekend (zie "Veiligheidsfuncties", pagina 62). Roep de BIOS-setup op en kies het menu Security.
Veiligheidsfuncties Wachtwoordinvoer via OnScreen-toetsenbord activeren (OnScreen-toetsenbord voor BitLocker-wachtwoord) Wanneer TPM is geactiveerd, kunt u in de BIOS-Setup een OnScreen-toetsenbord voor het interne touchscreen activeren. ► Roep de BIOS-Setup op en kies het menu Advanced. ► Markeer Boot Configurations en druk op de Enter-toets. ► Selecteer in het keuzemenu UEFI Boot On-Screen Keyboard Location de optie Lower Right of Upper Right. ► Kies in het menu Exit de optie Exit Saving Changes.
Aansluiten van externe toestellen Aansluiten van externe toestellen Hou in elk geval rekening met de veiligheidsaanwijzingen in het hoofdstuk "Belangrijke instructies", pagina 12 voor u toestellen op het Notebook aansluit of van het Notebook loskoppelt. Lees altijd de documentatie bij het externe toestel dat u wenst aan te sluiten. Tijdens een onweer mag u nooit kabels aansluiten of loskoppelen. Trek nooit aan de kabel als u hem losmaakt! Neem altijd de stekker vast. Bij sommige toestellen, zoals bijv.
Aansluiten van externe toestellen Extern beeldscherm op de poortreplicator aansluiten Een analoog beeldscherm wordt op de analoge VGA-beeldschermaansluiting, een digitaal beeldscherm op de DisplayPort of eem DVI-D-beeldschermaansluiting op de optionele poortreplicator aangesloten. De beeldschermuitvoer is op maximaal twee beeldschermen tegelijk begrensd (zie "Toetsencombinaties", pagina 43, paragraaf "Beeldschermuitvoer omschakelen").
Aansluiten van externe toestellen USB-toestellen aansluiten USB-aansluitingen Op de USB-aansluitingen kunt u externe toestellen aansluiten die ook over een USB-poort beschikken (bijv. een DVD-station, een printer, een scanner of een modem). USB-toestellen zijn hot-plug-compatibel. U kunt de kabels van USB-toestellen dus bij ingeschakeld systeem aansluiten en loskoppelen. Bij USB 1.x bedraagt de maximale overdrachtsnelheid 12 Mbit/s. Bij USB 2.0 bedraagt de maximale overdrachtsnelheid 480 Mbit/s.
Aansluiten van externe toestellen USB-aansluiting met laadfunctie (Anytime USB charge) USB-laadfunctie Er wordt aanbevolen het Notebook te gebruiken met aangesloten voeding wanneer de USB-aansluiting met laadfunctie wordt gebruikt, omdat de gebruiksduur van de accu korter is wanneer extra USB-toestellen worden geladen. De netadapter moet reeds bij het uitschakelen van het notebook zijn aangesloten, want anders is de USB-laadfunctie niet actief en worden de aangesloten USB-toestellen niet geladen.
Aansluiten van externe toestellen Aansluiting voor hoofdtelefoon Audiotoestellen aansluiten Hoofdtelefoonaansluiten Audio-aansluitingen Met de hoofdtelefoonaansluiting kunt u een hoofdtelefoon of externe luidsprekers aansluiten op uw Notebook. ► Sluit de audiokabel aan op het externe toestel. ► Sluit de audiokabel aan op de koptelefoonaansluiting van het Notebook. De interne luidsprekers worden uitgeschakeld.
Componenten demonteren en monteren in geval van service Componenten demonteren en monteren in geval van service Reparaties aan het Notebook mogen alleen door bevoegde vakmensen worden uitgevoerd. Als het Notebook onbevoegd wordt geopend of als onvakkundige herstellingen worden uitgevoerd, vervalt de garantie en kan er groot gevaar ontstaan voor de gebruiker (elektrocutie, brandgevaar).
Instellingen in de BIOS-Setup-Utility Instellingen in de BIOS-Setup-Utility Systeem configureren Setup Configuratie,BIOS-Setup-Utility Systeeminstellingen,BIOS-Setup-Utility BIOS-Setup-Utility Hardwareconfigureren Met de BIOS-Setup-Utility kunt u systeemfuncties en de hardware-configuratie voor uw Notebook instellen. Bij levering van het Notebook zijn de standaardinstellingen actief. Deze instellingen kunt u in de menu’s van de BIOS-Setup-Utility wijzigen.
Instellingen in de BIOS-Setup-Utility BIOS-Setup-Utility bedienen BIOS-Setup-Utility Druk op de toets F1 om hulpinformatie bij de bediening van de BIOS-Setup-Utility te krijgen. De beschrijving van de verschillende instellingen vindt u in het rechter venster van de BIOS-Setup-Utility. Met de toets F9 kunt u de standaardinstellingen van de BIOS-Setup-Utility laden. ► Kies met de cursortoetsen ← of → het menu waarin u instellingen wenst uit te voeren. Het menu verschijnt.
Instellingen in de BIOS-Setup-Utility Discard Changes – Wijzigingen negeren zonder de BIOS-Setup-Utility te verlaten ► Om de wijzigingen te negeren, kiest u Discard Changes en Yes. De instellingen die bij het oproepen van de BIOS-Setup-Utility geldig waren, blijven actief. U kunt nu verdere instellingen in de BIOS-Setup-Utility uitvoeren. ► Als u de BIOS-Setup-Utility met deze instellingen wilt beëindigen, kiest u Exit Saving Changes en Yes.
Probleemanalyse en tips Probleemanalyse en tips Storingverhelpen Fouten Tips Probleemanalyse Houd rekening met de veiligheidsinstructies in het handboek "Veiligheid/Regelgeving" als u kabels loskoppelt of aansluit. Als er zich een storing voordoet, kunt u proberen deze aan de hand van volgende maatregelen te verhelpen. Als u de storing niet kunt opheffen, gaat u als volgt te werk: ► Noteer de uitgevoerde stappen en de toestand die actief was op het moment dat de fout opgetreden is.
Probleemanalyse en tips De tijd of de datum van het Notebook zijn verkeerd Uur kloptniet Verkeerde Tijdkloptniet Datum Bufferbatterijladen kloptniet Datum/tijd Oorzaak Tijd en datum zijn verkeerd ingesteld. Tijd en datum zijn na het inschakelen van het Notebook wederom verkeerd ingesteld. Problemen verhelpen ► Stel in de BIOS-Setup-Utility de tijd of de datum in het Menu Main in. ► Neem contact op met uw verkoper of met onze hotline/servicedesk.
Probleemanalyse en tips De informatie op het LCD-beeldscherm van het Notebook is moeilijk leesbaar LCD-beeldscherm Oorzaak Weerkaatsingen Problemen verhelpen ► Draai het Notebook of verander de hellingsgraad van het LCD-beeldscherm. ► Verhoog de helderheid van het beeldscherm. Het externe beeldscherm blijft donker Beeldscherm Oorzaak Beeldscherm is uitgeschakeld. Beeldscherm is donker gestuurd. Helderheid is op donker ingesteld. Beeldschermuitvoer is ingesteld op het LCD-beeldscherm van het Notebook.
Probleemanalyse en tips De informatie op het externe beeldscherm verschijnt niet of verloopt Beeldscherm Oorzaak Voor het externe beeldscherm werd een verkeerd beeldscherm gekozen of voor het toepassingsprogramma is een verkeerde beeldschermresolutie ingesteld. Storing verhelpen ► Sluit het toepassingsprogramma onder Windows af met Alt + F4 .
Probleemanalyse en tips Na het inschakelen start het Notebook niet Notebook Oorzaak Accu is niet juist gemonteerd. Accu is leeg. Problemen verhelpen ► Ga na of de accu juist gemonteerd is. ► Schakel het Notebook in. ► Laad de accu op. of ► Plaats een opgeladen accu. of Netadapter is niet juist aangesloten. ► Sluit de netadapter aan op het Notebook. ► Ga na of de netadapter juist aangesloten is op het Notebook. ► Schakel het Notebook in.
Probleemanalyse en tips De radioverbinding met een netwerk werkt niet Deradioverbindingmeteen netwerkwerktniet Oorzaak Het radiocomponent is uitgeschakeld. Problemen verhelpen ► Schakel uw radiocomponent in (zie "Radiocomponenten in- en uitschakelen", pagina 54). Het radiocomponent is ingeschakeld. Toch werkt ► Controleer of de radioverbinding via de de radioverbinding met een netwerk niet. software ingeschakeld is. ► Kijk voor meer informatie over het gebruik van de radiocomponent in de help-bestanden.
Probleemanalyse en tips PIN voor SmartCard vergeten Oorzaak PIN vergeten. Storingen verhelpen ► Als u binnen een netwerk werkt, raadpleeg dan uw systeembeheerder die uw Notebook kan deblokkeren met behulp van een Supervisor-PIN. SmartCard verloren Oorzaak SmartCard verloren. Storingen verhelpen ► Als u binnen een netwerk werkt, raadpleeg dan uw systeembeheerder die uw Notebook kan starten met behulp van de Supervisor-SmartCard.
Probleemanalyse en tips Foutmeldingen op het beeldscherm Fout Foutmeldingenophetbeeldscherm Hierna zijn de foutmeldingen beschreven die door de BIOS-Setup worden geproduceerd. Foutmeldingen afkomstig van het besturingssysteem of van programma’s, vindt u in de documentatie bij die programma’s. Als er ondanks maatregelen om storingen te verhelpen herhaaldelijk een foutmelding voorkomt, dient u contact op te nemen met uw verkooppunt of met onze service-afdeling.
Probleemanalyse en tips Foutmelding/oorzaak Previous boot incomplete - Default configuration used Wegens een fout tijdens de vorige systeemstart werden voor bepaalde instellingen standaardwaarden gebruikt. Controleer de instellingen in de BIOS-Setup. Real Time clock error nnnnK Shadow RAM failed at offset: xxxx Failing Bits: zzzz System battery is dead - Replace and run SETUP System cache error - Cache disabled System timer error Storingen verhelpen ► Druk op functietoets F1 als hierom wordt gevraagd.
Technische gegevens Technische gegevens Notebook Algemeen Processor Hoofdgeheugen (SO DIMM) 5.
Technische gegevens Steekplaatsen Memory Card-steekplaats SmartCard-steekplaats SIM-kaartsteekplaats Aansluitingen HDMI-aansluiting LAN-aansluiting Microfoonaansluiting//Line In/ Hoofdtelefoonaansluiting/Line Out Docking-aansluiting USB (Universal Serial Bus) Security Lock Omgevingsvoorwaarden Omgevingsklasse DIN IEC 721 Mechanische klasse DIN IEC 721 Bedrijfstemperatuur Transporttemperatuur (2K2) 1 x SD-Card 1x 1x 1x Bus, RJ45 3,5 mm stereo mini-jack Bus, 54-polig Totaal: 2 x USB (1 x USB 3.0, 1 x USB 3.
Technische gegevens Accu Informatie over de in uw toestel gebruikte accu’s vindt u op het Internet onder "http://www.fujitsu.com/fts/support/". Nominale spanning Nominale capaciteit Nominaal vermogen 14,4 V 45 Wh 3150 mAh De bedrijfsduur is afhankelijk van de aangesloten toestellen, de actieve toepassingen en de energiebeheerinstellingen.
Instructies van de fabrikant Instructies van de fabrikant Afvalbehandeling en recycling Instructies Meer informatie over dit onderwerp vindt u op uw Notebook of onze internetsite ("http://www.fujitsu.com/fts/about/fts/environment-care/"). Verklaringen van overeenstemming (Declarations of Conformity) Verklaringvan overeenstemming De verklaringen van overeenstemming (Declarations of Conformity) voor het toestel kunt u op het Internet vinden onder "http://globalsp.ts.fujitsu.com/sites/certificates/default.
Instructies van de fabrikant Andere certificeringskenmerken Certificeringskenmerken Eventuele andere certificeringskenmerken worden op het meegeleverde blad "Manual Appendix - Additional Certifications" vermeld. Indien zulke certificeringen beschikbaar zijn, kunt u het blad via "http://support.ts.fujitsu.com/Manuals/" op het internet vinden bij de handleiding van uw toestel.
Index Index A Aansluitingen poortreplicator 57 Accu 47 bewaren 47 De accu ontlaadt te snel 98 laadtoestand 47, 51 levensduur 47 opladen 47 verzorgen en onderhouden 47 Acculadingsmeter 47 Accumulator zie Accu 47 Achtergrondverlichting toetsenbord inschakelen 43 uitschakelen 43 Administrator-functies 77 Akku zelfontlading 47 Akoestische foutmeldingen 99 Alt+Tab 44 Audio-aansluitingen 88 Audiotoestellen aansluiten 88 B Backspace 41 Bassluidspreker (Subwoofer) 53 Batterij zie Accu 47 Bediening, Notebook 20 Bed
Index Energiespaarmodus beëindigen 97 Enter 41 Ethernet LAN 56 F F10, functietoets 74 F2, functietoets 80 F3, functietoets 80 F5, functietoets 74, 76 F6, functietoets 74, 76 F7, functietoets 74 F8, functietoets 74, 76 F9, functietoets 74, 76 Fn+F10 44 Fn+F2 43 Fn+F3 43 Fn+F4 43 Fn+F5 43 Fn+F6 43 Fn+F7 43 Fn+F8 43 Fn+F9 43 Fn-toets 41 Fout akoestische meldingen 99 beeldschermmelding 100 Fouten verhelpen 93 Foutmeldingen Systeemmodule 81 Foutmeldingen op het beeldscherm G Gebruikergroep installeren 72 Geheug
Index Num Lock indicator 42 Numeriek toetsenblok 40 zie virtueel numeriek toetsenblok O Omschakeltoets 41 Opstelplaats selecteren 42 17 P Pin 35 Poortreplicator aansluitingen 57 Printer werkt niet 97 Probleemanalyse 93 R Radiocomponenten 43 veiligheidsaanwijzingen Regelsprong 41 Reiniging 15 Reis, Notebook 14 Return 41 12 S Security Lock toepassen 64 Setup zie BIOS-Setup-Utility 90 Shift (Omschakeltoets) 41 Shift+Tab 44 Signaal hoorbaar met enkele seconden interval 94 SmartCard 69 gebruikergroepen 70
Index W Wachtwoord ingeven 66 opheffen 66 wijzigen 66 Wachtwoordbeveiliging WebCam 46 Werkingsindicator 23 Windows-toets 41 110 Wireless LAN module inschakelen 54 module uitschakelen 54 veiligheidsaanwijzing 12 65 Z Zelfontlading, accu 47 Fujitsu