FM-9500
1 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 1.1 Belangrijk: Het niet naleven van deze handleiding kan leiden tot ernstig letsel of beschadiging van het toestel. Lees de gebruiksaanwijzing, in het bijzonder de veiligheidsaanwijzingen, zorgvuldig door voordat u het toestel in gebruik neemt en bewaar de gebruiksaanwijzing voor verder gebruik. Als u het toestel aan derden doorgeeft, geef dan ook deze gebruiksaanwijzing mee.
1.2 Waarschuwingen: De volgende waarschuwingen moeten in acht worden genomen om mogelijk letsel van de gebruiker of derden te voorkomen. • In verschillende landen kunnen uiteenlopende voorschriften voor het gebruik van mobiele telefoons gelden (bijv. tijdens het autorijden, in ziekenhuizen, bij pompstations of in vliegtuigen). Neem de wetgeving voor het gebruik van de mobiele telefoon in acht die geldt in uw land.
• Gebruik het toestel alleen volgens zijn bestemming en alleen op plaatsen waar u zonder gevaar kunt telefoneren. • Gebruik alleen de originele adapter en batterij van de fabrikant. Bij een ongeschikte of verkeerd geplaatste batterij bestaat er explosiegevaar. • De batterij mag niet worden geopend en niet worden blootgesteld aan open vuur. • Medische apparaten kunnen in hun werking worden beïnvloed.
niet in uw binnenzak. • Indien u het vermoeden hebt dat er een storing is ontstaan tussen de telefoon en een medisch apparaat, raadpleeg dan eerst een arts voordat u de mobiele telefoon verder gebruikt. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet met de verpakkingsfolie spelen (gevaar voor verstik king). Het toestel en de accessoires kunnen kleine onderdelen bevatten die kunnen worden ingeslikt.
het bereik van deze personen. Laat het toestel nooit onbeheerd als het aan het stroomnet is aangesloten. • Uw mobiele telefoon is geschikt voor gehoorapparaten. Als u bij sommige gehoorapparaten echter een bromgeluid hoort, wend u dan tot uw vakwinkel voor gehoorapparaten. • Stel het toestel niet bloot aan vocht, extreme hitte (sterke, directe zonnestralen) of koude (aanhoudende vorst). Laat het toestel niet vallen en voorkom schokken, stoten of druk.
niet toegestaan om het toestel te wijzigen. Dit leidt tot verval van de gebruiksvergunning en garantie. • Het toestel kan in de buurt van televisietoestellen, radio’s en andere elektronische apparaten storingen veroorzaken. 1.3 Leveringsomvang: • Mobiele telefoon, Fysic FM-9500 • Bureauhouder / Oplader • Headset • Batterij, Li-ion, 3.7V, 750mAh • Voedingsadapter: in: 100-240VAC, 50/60Hz, 0.15A uit: 5.
1.4 Aanwijzingen voor het afvoeren: • Verpakkingen kunnen worden hergebruikt of worden teruggeleid naar de grondstofkringloop. Gooi verpakkingsmateriaal dat u niet meer nodig hebt op voorgeschreven wijze weg. Als u bij het uitpakken transportschade constateert, neemt u dan meteen contact op met de handelaar.
geven, zodat deze op een milieuvriendelijke wijze kunnen worden afgevoerd, onafhankelijk of deze schadelijke stoffen bevat. • Neem de batterij uit, voordat u het toestel afvoert. Gooi verbruikte batterijen niet bij het huishoudelijke afval, maar lever deze in als klein chemisch afval of breng ze naar een verzamel punt voor batterijen in een vakwinkel. Neem voor de afvoer contact op met de gemeentelijke overheidsdiensten of uw handelaar.
2 FUNCTIEBESCHRIJVING 2.1 Telefoon: 1 6 2 3 4 7 8 5 1. luidspreker 5. 2. bevestiging voor 6. polsbandje (excl.) 7. 3. aansluiting headset (4-polig,2.5mm) 4. micro USB-poort 8.
2.2 Druktoetsen: Linker en rechter softtoets: • Deze voeren de functie uit die boven deze toets in het display wordt weergegeven. Verbindingstoets: • om telefoonoproepen aan te nemen of nummers te gaan kiezen. • vanuit rust: indrukken om de bellerslijst te openen. Aan/uit/einde-toets: • om telefoongesprekken te beëindigen.
ingedrukt houden), nogmaals 2 seconden indrukken om de telefoon weer in te schakelen. • tijdens inkomende oproep: om de oproep te weigeren. • tijdens programmeren en bedienen: stop alle acties en keer terug naar de ruststand van de telefoon. Pijltoetsen: • om door de instellingen en mogelijkheden te bladeren tijdens het programmeren en instellen.
nemen. Let op: als de functie [Iedere toets aannemen] is ingeschakeld, zie paragraaf 12.4, wordt de oproep direct aangenomen als u op toets drukt. • tijdens gesprek: om het ontvangstvolume in te stellen. Toets * (sterretje): • tijdens gesprek: toets ‘sterretje’ voor telediensten. • in rust: inschakelen radio (toets 2 sec ingedrukt houden); voor deze functie moet wel de headset aangesloten zijn. • bij nummerkiezen: + toets voor internationale nummers. (toets * 2x snel achter elkaar indrukken.
• bij opstellen SMS berichten: keuze uit diverse symbolen en lees/schrijftekens. Toets # (hekje): • tijdens gesprek: toets ‘hekje’ voor telediensten. • in rust: bel uitschakelen. (toets 2 seconden ingedrukt houden, nogmaals 2 seconden ingedrukt houden om de bel weer in te schakelen.) • bij opstellen SMS berichten: wisseltoets tussen hoofdletters, kleine letters en cijfers.
Toets 0-9: • toetsenbord voor het invoeren van het nummer, de naam of het SMS bericht. SOS toets (achterzijde telefoon): • om in geval van nood met een enkele handeling een voorgeprogrammeerd (nood)telefoonnummer te kiezen.
2.3 Displaysymbolen: Knippert tijdens het zoeken naar een netwerk en wordt voortdurend weergegeven als een netwerk gevonden is. De hoeveelheid streepjes geven de signaalsterkte weer. Geeft de lading van de accu weer. Wordt weergegeven als de doorschakelfunctie is ingeschakeld. Wordt weergegeven bij een wisselgesprek.
Wordt weergegeven als de alarm (wek) functie is ingeschakeld. Wordt weergegeven als een headset aangesloten is. Wordt weergegeven als alleen de bel is ingeschakeld. Wordt weergegeven als alleen de trilfunctie is ingeschakeld. Wordt weergegeven als de bel + de trilfunctie is ingeschakeld. Wordt weergegeven als zowel de bel als de trilfunctie zijn uitgeschakeld.
Wordt weergegeven als de microfoon is uitgeschakeld. Wordt weergegeven als de FM functie in gebruik is. Wordt weergegeven als de speaker actief is. Wordt weergegeven wanneer een SMS bericht is ontvangen. Wordt weergegeven wanneer u gebruik maakt van het netwerk van een provider in het buitenland.
2.4 Indicatielampje: Licht continu op tijdens het opladen van de accu. (dooft zodra de accu volledig geladen is.) Knippert 2x na iedere 5 seconden als er onbeantwoorde oproepen of SMS-berichten zijn geregistreerd. Knippert 3 seconden aan / 1 seconde uit bij inkomende oproepen. Knippert 1x per 20 seconden als indicatie dat de telefoon is ingeschakeld.
3 INSTALLEREN 3.1 SIM kaart en accu: 1. Zorg dat de telefoon is uitgeschakeld (gedurende 3 seconden op de aan/uit/einde-toets drukken) en koppel een eventueel aangesloten adapter los. 2. Schuif de achterwand naar onder (zie pijl 1 op pagina 23), de achterwand komt nu los van de telefoon. (zie pijl 2) 3. Is een accu geplaatst, wip deze dan, met bijvoorbeeld uw nagel, uit de telefoon.
4. Schuif het metalen klepje van de SIM-kaart houder naar links (zie pijl 4), dit klepje kan nu omhoog geklapt worden. (zie pijl 5) 5. Plaats de SIM-kaart met de goudkleurige contacten naar onderen gericht (zie pijl 6); let hierbij op de plaats van het afgeschuinde hoekje. Klap hierna de metalen houder omlaag en schuif deze naar rechts. (zie pijl 7) 6.
7. Plaats de achterwand terug op de telefoon.
3.2 Accu opladen: Attentie! Gebruik alleen de meegeleverde accu en voedingsadapter. Het gebruiken van andere modellen kan schade aan de telefoon veroorzaken die niet wordt gedekt door de garantievoorwaarden. Nooit de telefoon opladen als de achterwand van de telefoon is afgenomen. 1. Klap de telefoon dicht en plaats deze in de oplader. Druk de telefoon iets in de houder zodat het oplaadstekertje goed contact maakt. Let op: de telefoon past maar op één manier in de houder/oplader.
Forceer dit plaatsen niet. 2. Doe nu de adapter van de oplader in een 230Volt stopcontact. 3 Het lampje licht op als indicatie dat het laadproces gestart is. (als de accu vol is dan dooft deze indicatie.) 4. Zodra de accu geladen is kunt u de adapter uit het stopcontact nemen en de telefoon uit de lader nemen. • Naar keuze kunt u de accu opladen als de telefoon is ingeschakeld of als deze is uitgeschakeld.
• Het opladen van een lege accu neemt ongeveer 2 uur in beslag. 3.3 Levensduur Accu: Een goede, volgeladen accu biedt een standbytijd tot 250 uur of een gesprekstijd tot 8 uur. Neemt deze tijd beduidend af, dan is de accu aan vervanging toe. De gebruiksduur is afhankelijk van de provider (bent u ver verwijderd van een zendmast, dan kost dat meer zendvermogen) en van het gebruik en instelling van de telefoon. (het volume van de bel, gebruik van trilfunctie, etc.
3.4 Accu vervangen: Indien uw accu aan vervanging toe is, verwijder deze dan uit de telefoon volgens de instructies 1, 2 en 3 van paragraaf 3.1. Voer de oude accu op een milieuvriendelijke wijze af door deze in te leveren bij een verzamelpunt voor Klein Chemisch Afval (KCA).
3.5 Headset: Aan de linkerzijde van de telefoon zit de aansluiting voor de headset. Zodra u hier een headset aansluit, wordt de microfoon en de luidspreker van de telefoon uitgeschakeld en verschijnt in het venster het volgende icoon: 4 WERKING 4.1 Toestel in / uitschakelen: Inschakelen: Gedurende 3 seconden de aan/uit/einde-toets indrukken om de telefoon in te schakelen.
Als er om gevraagd wordt, nu de PIN-code invoeren (zie ook paragraaf 12.6) en op softtoets [Ok] drukken. Uitschakelen: Gedurende 3 seconden de aan/uit/einde-toets indrukken om de telefoon uit te schakelen.
4.2 Nummer kiezen: voer via het toetsenbord het telefoonnummer in dat u wilt kiezen. (voor de internationale toegangscode: 2x op toets ‘sterretje’ drukken, in het display verschijnt een + teken) Met rechter softtoets [Wis] kunt u een foutieve invoer wissen. Druk op de verbindingstoets om dit nummer te kiezen. Met de aan/uit/einde-toets beëindigt u het gesprek.
4.3 Uit geheugen kiezen: Druk op rechter softtoets [Contacten]. Selecteer het gewenste geheugen. Druk op de verbindingstoets om dit nummer te kiezen. 4.4 Oproep aannemen: Druk op de verbindings- of softtoets [Antw.] om inkomende oproepen aan te nemen. Druk op rechter softtoets [weiger] om de oproep af te breken.
Zie paragraaf 12.4 om het aannemen door de telefoon open te klappen of door het indrukken van een willekeurige toets in te schakelen. 4.5 Kiezen uit de bellerslijst: Druk vanuit de ruststand van de telefoon op de verbindingstoets. Zoek het gewenste nummer. Druk op de verbindingstoets om dit nummer te kiezen. Zie ook Hoofdstuk 5, ‘Bellerslijst’.
4.6 Functies tijdens telefoneren: Tijdens een telefoongesprek heeft u de beschikking over de volgende functies: Luidsprekerfunctie: houd tijdens het gesprek de verbindingstoets gedurende ruim een seconde ingedrukt om de luidsprekerfunctie in te schakelen. Nogmaals ruim een seconde indrukken om de luidsprekerfunctie weer uit te schakelen, u kunt nu het gesprek weer voortzetten in de normale stand.
Wachtstand: Druk tijdens het gesprek op rechter softtoets [Wacht] om het gesprek in de wacht te zetten; druk op softtoets [Terug] om het gesprek voort te zetten. Opties Druk op linker softtoets [Opties] voor de volgende functies: [Luidspreker aan] om de luidsprekerfunctie in te schakelen. [Microfoon uit] om de microfoon uit te schakelen.
[Verbreken] om de verbinding te verbreken. [Hoofdmenu] om het menu van de telefoon te openen. 4.7 Ontvangstvolume: Gebruik de toetsen en om tijdens het gesprek het volume van het geluid in te stellen; het ingestelde niveau wordt in het display weergegeven. 4.8 Noodoproep: Druk gedurende 2 seconden op de SOS toets aan de achterzijde van de telefoon.
Zie paragraaf 12.3 voor informatie over het instellen van deze functie. Na de ingestelde vertraging (van drie, vijf of acht seconden) wordt automatisch een van de volgende acties opgestart: Als de SOS toets wordt ingedrukt wanneer geen SOS nummer is geprogrammeerd: Het alarmnummer (112) zal gekozen worden.
Als de SOS toets wordt ingedrukt wanneer een SOS nummer is geprogrammeerd: Als de telefoon uit staat bij gebruik van de SOS-toets, zal deze automatisch aangaan. Er klinkt nu een ambulancetoon. Kort hierna wordt het op nummer 1 ingestelde SOSnummer gebeld. In het geval dat het gebelde nummer onbereikbaar is, zal het tweede, en hierna het derde nummer gebeld worden.
Indien deze onbereikbaar zijn, zal het alarmnummer (112) worden gebeld. Houd er rekening mee dat, wanneer beantwoord door voicemail, nummers 2, 3 of het alarmnummer niet gebeld zullen worden. Als een PIN-code op uw SIM-kaart is ingesteld, kunt u geen gebruik maken van de SOS-functie wanneer de telefoon uit staat. Ook als de telefoon ingeklapt is, kunt u de SOS-toets indrukken waarna het nummer gekozen wordt.
5 BELLERSLIJST De telefoon onthoudt de gegevens van de laatste 10 geplaatste oproepen, de laatste 10 ontvangen oproepen en de laatste 10 gemiste oproepen. 5.1 Openen bellerslijst: Druk op de verbindingstoets, een overzicht van alle oproepen verschijnt in het display. Symbool voor ingekomen oproep. Symbool voor geplaatste oproep. ! Symbool voor gemiste oproep.
Gebruik de omhoog/omlaag toetsen om door de lijst te bladeren. 5.2 Opties: Druk op linker softtoets [Opties] voor de volgende mogelijkheden: [Oproep] om dit nummer te kiezen. [Wijzig voor kiezen] om het nummer eerst aan te passen alvorens het te kiezen. [Verstuur SMS naar] om een SMS bericht naar dit nummer te sturen. [Wis] om deze oproep te wissen.
[Bewaar nummer] om dit nummer in het telefoonboek op te slaan. [Wis alles] om alle oproepgegevens te wissen. [Toon nummer] om het telefoonnummer van de oproep te bekijken. 5.3 Bellerslijst via de menusturing: Druk op linker softtoets [Menu]. Selecteer de functie [Oproepen]. Druk op de linker softtoets [Ok].
U kunt nu kiezen uit [Inkomende oproepen], [Uitgaande oproepen], [Gemiste oproepen] en [Gespreksduur]. Bij de ingekomen, uitgaande en gemiste oproepen heeft u via softtoets [Ok] dezelfde mogelijkheden als beschreven in de vorige paragraaf. Bij de optie [Gespreksduur] krijgt u een overzicht van de gesprekstijden, onderverdeeld in ‘uitgaand’, inkomend’ en ‘laatste gesprek’; druk op softtoets [Reset] om deze tijden op 0 te zetten.
6 TELEFOONBOEKGEHEUGEN U kunt de namen en telefoonnummers van uw contacten opslaan in het interne geheugen van de telefoon of op uw SIM kaart. De capaciteit van het telefoonboekgeheugen van de telefoon bedraagt 100 contacten. De capaciteit van uw kaart kan verschillen. 6.1 Nieuwe contacten toevoegen: Voer vanuit de ruststand van de telefoon het telefoonnummer van het nieuwe contact in.
Voer via het toetsenbord de naam in. - Druk toets # om te wisselen tussen grote letters, kleine letters en cijfers. - Druk toets * voor een keuzelijst met diverse speciale karakters en leestekens. - Voor een spatie drukt u op toets 0. Druk op linker softtoets [Ok] om uw invoer te bevestigen.
Druk bij [Algemeen] op de softtoets [Bewerk] en selecteer de groep (zie hieronder) waarin u het contact wilt plaatsen, druk [Ok] om te bevestigen. Druk op de linker softtoets [Gereed] om het contact vast te leggen. Druk op de aan/uit/eindetoets om het toevoegen van contacten te beëindigen. Groep: U kunt contacten in groepen onderbrengen. Per groep kunt u dan een beltoon toewijzen waardoor u bij inkomende oproepen aan de beltoon kunt horen wie het is.
6.2 Contacten zoeken en bellen: Druk vanuit de ruststand van de telefoon op softtoets [Contacten]. Zoek het gewenste contact (of druk bijvoorbeeld op toets 4 om het eerste contact dat met een G begint te selecteren en zoek dan verder met de toetsen en ) Staat het contact op de SIM-kaart, dan wordt een klein SIM-kaartje vóór het contact afgebeeld; staat het geheugen in de telefoon, dan wordt het groepssymbool afgebeeld.
Druk op de verbindingstoets om dit contact te bellen. 6.3 Opties: Druk vanuit de ruststand van de telefoon op de rechter softtoets [Contacten]. Zoek het gewenste contact.
[Details/wijzigen] om de naam, het nummer of de groep van dit contact te wijzigen. [Wis] om dit contact te wissen. [Verstuur SMS naar] om een SMS bericht naar dit contact te sturen. [Kopieer naar telefoon / SIM] om een contact te kopiëren naar het telefoongeheugen of naar de SIM-kaart.
[Verstuur nummer] om de naam en het nummer van dit contact te kopiëren in een uitgaand SMS-bericht. [Zoek groep] om de contacten per groep te zien. [Toevoegen] om een nieuw contact toe te voegen. 6.4 Menu Telefoonboek openen: Druk op de linker softtoets [Menu]. Selecteer [Contacten]. Druk op de linker softtoets [Ok].
U kunt nu een keuze maken uit de volgende functies: [Bladeren] om de lijst met contacten in te zien. [Toevoegen] om nieuwe contacten in te programmeren. (zie ook paragraaf 6.1) [Geheugenstatus] om het aantal geprogrammeerde contacten in de telefoon en op de SIM-kaart en de beschikbare capaciteit te laten zien.
[Snelkiezen] om een reeds opgeslagen contact te koppelen aan een van de toetsen 2~9 op het toetsenbord; als u vanuit de ruststand van de telefoon een van deze cijfertoetsen kiest en hierna op de verbindingstoets drukt, zal het opgeslagen contact direct worden gebeld. [Kopieer] om alle contacten van de SIM-kaart te kopiëren naar het telefoongeheugen of van het telefoongeheugen naar de SIM-kaart. [Wis alles] om alle contacten van de SIM-kaart of van de telefoon te verwijderen.
[Provider nummers] om de nummers te tonen die door de provider reeds op de SIM-kaart zijn voorgeprogrammeerd. 7 SMS BERICHTEN SMS betekent Short Message Service (Korte Berichten Service). De telefoon heeft een intern geheugen voor 100 standaard SMS berichten. 7.1 SMS Menu openen: Druk op de linker softtoets [Menu]. Druk op de linker softtoets [Ok].
7.2 Nieuw SMS bericht opstellen en verzenden: Open het SMS menu, selecteer de optie [Nieuwe SMS] en druk op de linker softtoets [Ok]. - Stel het bericht op via de toetsen van het toetsenbord. - Bij het invoeren van de naam kunt u met toets # wisselen tussen grote letters, kleine letters of cijfers. - Door het herhaald indrukken van toets 1 kunt u de meest gebruikte leestekens in uw bericht plaatsen.
- Door het indrukken van toets * kunt u speciale karakters en meer leestekens in uw bericht opnemen. - Om een spatie toe te voegen drukt u op toets 0. - Gebruik de toetsen en om de cursor te verplaatsen om de locatie aan te geven waar u bijvoorbeeld correcties aanbrengt of tekst invoegt. - Gebruik de softtoets [Wis] om tekens te wissen. - Rechtsboven in het display wordt de lengte van het bericht bijgehouden.
Als uw bericht opgesteld is: Druk op linker softtoets [Ok]. Selecteer de gewenste optie: [Alleen zenden] om het bericht alleen te versturen. U kunt nu het telefoonnummer intoetsen of op softtoets [Zoeken] drukken om een contact uit het telefoonboek te kiezen. [Alleen opslaan] om het bericht alleen te bewaren. Het bericht wordt in het mapje ‘Ontwerpen’ bewaard.
[Zenden en opslaan] om het bericht te versturen en tevens te bewaren. Het bericht wordt verstuurd en bewaard in het mapje ‘Verzonden SMS’. Druk op de linker softtoets [Ok] om de geselecteerde instructie uit te voeren. 7.3 SMS berichten lezen: Zodra u een SMS-bericht ontvangt klinkt de SMS-toon en wordt in het display aangegeven dat u een nieuw bericht heeft ontvangen.
Selecteer de optie [Inbox] via het SMS-menu en druk op de linker softtoets [Ok]. Selecteer het gewenste bericht. Druk op de linker softtoets [Ok]. U kunt nu het bericht lezen; Gebruik de toetsen en om de regels tekst die niet in het scherm passen te laten zien. Als u het bericht gelezen heeft: Druk op de linker softtoets [Opties].
Selecteer de gewenste optie: [Tekst beantwoorden] om een SMS bericht terug te sturen. [Doorsturen] om het bericht door te sturen. (U krijgt nu eerst nog de gelegenheid de tekst aan te passen.) [Bewerk] om het bericht te bewerken en dan te bewaren of te versturen. [Terugbellen] om de afzender van het bericht te bellen.
[Nummer opslaan] om het telefoonnummer van de afzender in uw telefoon op te slaan. [Wis] om dit bericht te wissen. Druk op de linker softtoets [Ok] om de geselecteerde taak uit te voeren. 7.4 Verzonden SMS: In het mapje ‘Verzonden SMS’ staan de berichten die u heeft ‘verstuurd en bewaard’.
Via de softtoets [Ok] kunt u het bericht lezen en aansluitend via de softtoets [Opties] doorsturen, wissen, wijzigen of diegene waar u het bericht naar heeft verstuurd opbellen of het telefoonnummer bewaren. 7.5 Ontwerpen: In het mapje ‘Ontwerpen’ staan de berichten die u alleen heeft bewaard. Via de softtoets [Ok] kunt u het bericht lezen en aansluitend via de softtoets [Opties] wissen, doorsturen of wijzigen en daarna alsnog versturen.
7.6 VoiceMail: In dit menu kunt u het nummer van uw VoiceMail service instellen en dit nummer kiezen. Dit nummer staat standaard op KPN voicemailnummer ‘1233’. Indien u een ander nummer wilt instellen, selecteert u deze optie en drukt u op softtoets [Ok], en voert u via de cijfertoetsen het nummer in. Druk na het invoeren op de softtoets [Ok] en daarna op de rode Aan/Uit/ Einde-toets om uw invoer te bevestigen.
7.7 SMS instelling: Selecteer de optie [SMS instelling] [Servicecenter] om het nummer van de SMS-centrale van uw provider te programmeren. (indien dit nummer niet automatisch van uw SIM-kaart is gekopiëerd). Bij de optie [Geheugenkaart] kunt u instellen of ingekomen SMS-berichten standaard op de SIM-kaart of in de telefoon moeten worden bewaard. De optie [Geheugenstatus] laat het aantal SMS-berichten zien dat in het geheugen is opgeslagen en voor hoeveel SMS-berichten er nog geheugenruimte vrij is.
7.8 CB Bericht: CB staat voor ‘Cell Broadcast’, en dient als een lokaal waarschuwingsen hulpsysteem. Zie voor meer informatie de overheidswebsite: http://www.cb-diensten.nl. Via de softtoets [Ok] kunt u in het menu [Kanalen] aangeven over welke onderwerpen u berichten wilt ontvangen. Zorg eerst dat u de codes weet voor de onderwerpen waar u berichten over wilt ontvangen.
Met de optie [Kanaal toevoegen] kunt u de titel en de code instellen. U kunt hierna met de optie [Kies kanaal] een selectie maken van welke onderwerpen te ontvangen. Vink het rondje voor de selectie aan of uit met de verbindingstoets en bevestig deze selecties met softtoets [OK]. Met de optie [Taal] kunt u instellen in welke talen u deze berichten wenst te ontvangen. Ten slotte zet u met de softtoets [Ok] deze dienst aan in [Ontvangen].
7.9 Wis alles: Hier kunt u alle berichten of de berichten per categorie wissen. Let op: zodra u de keuze heeft gemaakt wat u wilt wissen en u drukt op softtoets [Ok] dan worden de berichten direct gewist, er wordt niet om bevestiging gevraagd. Als het geheugen dat ingesteld is in optie [Geheugenkaart] vol is, zal automatisch het andere geheugen worden gebruikt voor opslag.
8 CALCULATOR De telefoon heeft een ingebouwde calculator met de basisfuncties vermenigvuldigen, delen, optellen en aftrekken. 8.1 Menu openen: Druk op de linker softtoets [Menu]. Selecteer [Rekenmachine]. Druk op de linker softtoets [Ok].
8.2 Rekenen: Voer via het toetsenbord het eerste getal in. (druk toets # voor een decimale punt.) Druk op de linker softtoets [Bevestig]. Selecteer de gewenste operator (+, -, x of /). Druk op de linker softtoets [Bevestig]. Voer via het toetsenbord het tweede getal in.
Druk op de linker softtoets [Bevestig] en selecteer een tweede operator (+, -, x, / of =), de uitkomst wordt weergegeven. Door een nieuwe operator te kiezen kan met de uitkomst verder gerekend worden. 9 ALARM Via de functie ‘alarm’ kunt u op vooraf ingestelde tijden een alarm(wek)toontje laten klinken. U kunt 3 verschillende tijden instellen waarbij u per alarm de keuze heeft tussen eenmalig of wekelijks en bij deze laatste kunt u weer de dagen van de week instellen waarop het alarm moet klinken.
Ook als u de telefoon heeft uitgeschakeld, zal het alarm klinken. 9.1 Menu openen: Druk op de linker softtoets [Menu]. Selecteer [Alarm]. Druk op de linker softtoets [Ok]. 9.2 Alarm instellen: Open het menu [Alarm], selecteer een van de 3 alarmen en druk op de linker softtoets [Ok].
Selecteer [Aan] of [Uit] en druk op de linker softtoets [Ok]. Bij ‘uit: Druk op de aan/uit/eindetoets om het instellen te beëindigen. Bij ‘aan’: Voer via het toetsenbord het tijdstip van alarm in. Druk op de rechter softtoets [Ok]. Selecteer of het alarm eenmalig of wekelijks moet klinken.
Druk op de rechter softtoets [Ok]. Bij ‘eenmalig’: Druk op de aan/uit/eindetoets om het tijdstip van alarm vast te leggen en het instellen te beëindigen. Bij ‘wekelijks’: Selecteer met toetsen en de dagen van de week en druk op de verbindingstoets om deze dag te selecteren (rood bolletje) of juist te deselecteren (leeg rondje). Druk op de linker softtoets [Ok] om het alarm vast te leggen en het instellen te beëindigen.
9.3 Werking: Op het ingestelde moment klinkt het weksignaal. Druk op de linker softtoets [Snooze] om het signaal na 5 minuten nogmaals te laten klinken. (wordt maximaal 4x herhaald.) Druk op de rechter softtoets [Stop] om het alarm te stoppen.
10 RADIO Let op dat voor deze functie een headset aangesloten moet zijn. Gebruik alleen headsets met een 4-polige stekker van 2,5 mm dik. 10.1 Menu openen: Druk op de linker softtoets [Menu]. Selecteer [FM Radio]. Druk op de linker softtoets [Ok]. Via de headset kunt u nu naar de radio luisteren.
Door het ingedrukt houden van de *-toets wordt het menu van FM-radio direct geopend. Druk op het toetsenbord op een van de toetsen 0~9 om een radiostation te beluisteren dat u heeft voorgeprogrammeerd. (zie paragraaf 10.3) 10.2 Telefoneren tijdens radio luisteren: Als u opgebeld wordt tijdens het luisteren naar de radio wordt de radio automatisch uitgeschakeld en kunt u de oproep aannemen. Na beëindigen van de verbinding wordt de radio automatisch weer ingeschakeld.
Als u zelf wilt gaan uitbellen, druk dan eerst op de softtoets [Terug] waarna u de telefoon als normaal kunt bedienen. Zodra het nummer gekozen wordt, schakelt de telefoon de radio uit totdat de verbinding weer verbroken wordt. 10.3 Radio bedienen: Activeer de radio. (Zoals in paragraaf 10.1 beschreven is.) Druk op de linker softtoets [Opties].
[Uit] om de radio uit te schakelen. [Automatisch zoeken] om na het indrukken van softtoets [Ok] en dan de toetsen en een ander radiostation te ontvangen. [Handmatig zoeken] om na het indrukken van softtoets [Ok] en dan de toetsen en door de hele FMfrequentieband te stappen. [Volume aanpassen] om met de toetsen en het volume te kunnen instellen.
[Zender opslaan] om na het indrukken van softtoets [Ok] en dan de toetsen en om het radiostation vast te leggen onder een van de toetsen 0~9. [Zoek zender] om na het indrukken van softtoets [Ok] en dan de toetsen en om uit de negen opgeslagen zenders te kiezen. Druk op softtoets [Ok] om het gekozen radiostation te beluisteren. Druk op de linker softtoets [Ok] om de geselecteerde taak uit te voeren.
11 PROFIELEN Via profielen kunt u, afhankelijk van de situatie waarin u zich bevindt, het belvolume, trilstand, bel -en attentietonen aanpassen. 11.1 Menu openen: Druk op de linker softtoets [Menu]. Selecteer [Profielen]. Druk op de linker softtoets [Ok]. Er staan reeds diverse profielen voor veelgebruikte situaties gereed. (Standaard, vergadering, buitenshuis en stil.
11.2 Profiel selecteren: Open het menu [Profielen]. Kies een van de beschikbare profielen. Druk op de linker softtoets [OK]. Selecteer de optie [Instellen als standaard]. Druk op de softtoets [OK]. Het gekozen profiel staat nu ingesteld.
11.3 Profielen personaliseren: Kies in het menu [Profielen] een van de beschikbare profielen en druk op de linker softtoets [OK]. Selecteer [Personaliseren]. Druk op de linker softtoets [Ok].
[Beltoontype] om de belmuziek te kiezen bij een binnenkomende oproep. [Belvolume] om het volume te bepalen van een binnenkomende oproep. [Type waarschuwing] om te kiezen tussen [Alleen bellen], [Alleen trillen], [Bellen & trillen] of [Stil] [SMS waarschuwing] Druk op linker softtoets [Ok] om te kiezen tussen de opties [Beltoontype], [Belvolume] en [Type waarschuwing].
[Toetstoon] Druk op de linker softtoets [Ok] om te kiezen uit twee toetsvolumes, of om de toetstoon uit te schakelen. [Systeemwaarschuwing] om het geluidssignaal bij een verkeerde invoer of foutmelding in- of uit te schakelen [Alarm Aan / Uit] Zet bepaalde attentietonen aan of uit.
In het menu [Profielen] zijn, na het kiezen van een van de beschikbare profielen, de volgende opties tevens beschikbaar; [Reset] om het gekozen profiel terug te zetten naar de standaard instellingen. [Titel] Druk op de linker softtoets [Ok] om de titel van het gekozen profiel aan te passen. Met de rechter softtoets [Wis] kan de oorspronkelijke titel gewist worden, met het toetsenbord kan een nieuwe titel worden ingevoerd.
12 INSTELLINGEN In dit menu kunt u de telefoon geheel naar uw eigen wens instellen. 12.1 Menu openen: Druk op de linker softtoets [Menu]. Selecteer [Instellingen]. Druk op de linker softtoets [Ok].
In alle hierna beschreven menuschermen kunt u ook op de cijfertoetsen drukken om direct een optie te selecteren. Druk linker softtoets [Ok] 12.2 Menu [Telefoon] In dit menu kunt u een keuze maken uit: [Weergave]: Instellingen voor het beeldscherm en diens weergave, in dit menu kunt u een keuze maken uit: [Verlichting]: Kies de tijd dat de verlichting aan blijft na het drukken op een toets.
[Achtergrond]: Kies hier uit diverse achtergronden voor de ruststand van de telefoon. [Welkomsbericht]: Als u deze optie inschakelt, kunt u een welkomstboodschap inprogrameren die getoond wordt wanneer de telefoon aan wordt gezet. [Taal]: Kies hier voor een Engelse of Nederlandse menutaal. Ook is de optie ‘auto’ beschikbaar. De voorkeurstaal wordt met deze optie afhankelijk van de taal van uw SIM-kaart. [Dag tijd display]: Hiermee schakelt u de tijdsweergave in de ruststand van de telefoon aan of uit.
[Datum en tijd]: Instellingen voor tijd en datum. [Datum & Tijdsinstellingen]: Stel hier, via de cijfertoetsen, de tijd in. Zodra dit met softtoets [Ok] bevestigd is, kunt u de datum invoeren. [Datum formaat]: Hier kunt u kiezen om dag, maand en jaar in diverse volgorde laten tonen in de ruststand. [Scheidingsteken]: Verschillende tekens voor datumweergave. [Tijd formaat]: Stel de tijdsweergave in op 12-uurs of 24uurs. [Tijdzone]: Stel uw tijdszone in, afhankelijk van uw locatie.
[Auto tijd bijwerken]: Als u deze optie inschakelt, zal de tijd worden bijgewerkt via het telefoonnetwerk, bij een binnenkomende oproep of SMS bericht. [Fabrieksinstelling]: Na het invoeren van de ingestelde telefooncode, kunt u hiermee alle instellingen terugzetten naar de standaard instellingen. Indien geen code is ingesteld, dient de standaard fabriekscode te worden ingevoerd. Deze code is ‘0000’.
12.3 Menu [SOS instellen] Met dit menu kunt u een contact kiezen uit de door U opgeslagen contacten, die wordt gebeld als u de alarmknop ingedrukt houdt. In dit menu kunt u een keuze maken uit: [SOS nummerslijst]: Druk twee maal op de softtoets [Ok] om uit drie SOS nummers te kunnen kiezen. Selecteer een optie uit de lijst en druk twee maal op de softtoets [Ok]. Kies nu een van de nummers uit uw contactlijst. U kunt dit ingestelde nummer via hetzelfde menu ook bekijken of wissen.
12.4 Menu [Oproep]: Enkele van deze functies, hier getoond met (*) kunnen niet of anders dan beschreven, werken, afhankelijk van het mobiele netwerk waarvan u gebruik maakt. In dit menu kunt u een keuze maken uit: [Toont uw telefoonnummer]: Bepaalt of uw nummer zichtbaar is voor de mensen die u belt. [Nummerherhaling](*): Hiermee kunt u, als u een nummer belt dat in gesprek is, deze automatisch opnieuw proberen te bellen.
[Klep open aannemen]: Bij het inschakelen van deze functie zal iedere oproep geaccepteerd worden door de telefoon open te klappen. [Kies lijn](*): Wordt automatisch bepaald door de meeste netwerken. 12.5 Menu [Netwerk]: Netwerk-afhankelijke opties, dienen door uw mobiele netwerk te worden ondersteund. U kunt een keuze maken uit: [Wisselgesprek]: Hiermee kunt u tussen verschillende telefoongesprekken schakelen.
[Doorschakelen]: Hiermee kunt u, onder diverse condities, een binnenkomend gesprek doorschakelen naar een ander telefoonnummer. [Oproepblokkering]: Hier kunt u, onder bepaalde condities, inkomende of uitgaande oproepen tegenhouden. [Netwerkselectie]: U kunt het netwerk van uw provider automatisch laten vinden, maar u kunt ook handmatig een netwerk zoeken en selecteren. 12.
[PINcode]: Beveiligingscode die o.a. gebruikt wordt bij het opstarten van uw telefoon. Deze code beschermt de SIM-kaart voor onrechtmatig gebruik. De oorspronkelijke code is afhankelijk van uw SIM-kaart, en hoort bijgeleverd te zijn bij de documentatie van deze SIM-kaart. Indien u deze code drie maal fout ingeeft, wordt uw SIM-kaart geblokkeerd. U heeft dan de PUK-code nodig om uw SIM-kaart te kunnen gebruiken. [Wijzig PIN-2]: Een PIN-2 code wordt gebruikt voor speciale netwerkfuncties.
Indien u deze code fout ingeeft, worden deze netwerkfuncties geblokkeerd. U heeft dan de PUK2-code nodig om deze functies weer te kunnen gebruiken. De normale functies van de SIM-kaart en de telefoon kunt u, ondanks deze blokkering, gewoon nog gebruiken. [Telefooncode]: Een telefooncode ter bescherming van het toestel zelf & diens gegevens die, naar keuze, bij het invoeren van een nieuwe SIM-kaart of iedere keer als het toestel aangezet wordt, dient te worden ingevoerd.
13 Gebruik en onderhoud 13.1 Veilig gebruiken: • Gebruik de telefoon niet op locaties waar dat niet is toegestaan of is verboden. (ziekenhuizen, vliegtuigen, tankstations, etc.) • Gebruik de telefoon bij voorkeur niet waar anderen er hinder van kunnen hebben. (theater, bioscoop, etc.) 13.2 Kleine kinderen: • De telefoon is geen speelgoed; houd deze daarom buiten bereik van (kleine) kinderen. • De accu bevat giftige stoffen. Voorkom dat kinderen de accu uit de telefoon nemen en in de mond stoppen.
• De SIM-kaart is een klein voorwerp. Voorkom dat kinderen deze uit de telefoon kunnen nemen en kunnen inslikken. 13.3 Storing: • In de directe nabijheid van televisietoestellen, radio’s en computers kan de telefoon mogelijke storing veroorzaken. Vergroot in deze gevallen de afstand tussen de telefoon en het toestel wat gestoord wordt. 13.4 Omgevingscondities: • De telefoon is een precisietoestel. Laat de telefoon nooit vallen en berg deze op een veilige plek op bij het niet gebruiken.
• Vermijd extreem hoge en lage temperaturen. Laat bijvoorbeeld de telefoon nooit achter in een auto die onbeschermd in de zon staat. • De telefoon is niet waterdicht. Voorkom dat de telefoon in aanraking komt met water. 13.5 Pacemakers: • Houd in rust en tijdens het telefoneren een minimale afstand aan van 20 cm tussen de telefoon en uw pacemaker. 13.6 Gehoorapparatuur: • Bij gebruik van oudere types gehoorapparatuur kan storing optreden tijdens het gebruik van uw telefoon.
13.7 ACCU: • De telefoon werkt op een oplaadbare accu. Indien de bedrijfstijd van de telefoon beduidend afneemt, dan kan de accu aan vervanging toe zijn. Nieuwe accu’s zijn bij de servicedienst van Fysic verkrijgbaar (zie de laatste bladzijde van deze gebruiksaanwijzing voor het telefoonnummer). • Beschadig of demonteer de accu nooit. Een defecte of uitgewerkte accu direct inleveren bij uw plaatselijk depot voor chemisch afval.
13.8 Onderhoud: • Reinig de telefoon uitsluitend met een zachte, licht-vochtige doek. Gebruik in geen geval schurende of chemische reinigingsmiddelen. 13.9 Milieu: • De verpakking van deze telefoon kunt u als oud papier inleveren. Wij adviseren echter om deze te bewaren, zodat bij transport de telefoon adequaat verpakt kan worden. • Wordt de telefoon vervangen, lever deze dan in bij uw leverancier; zij zorgen voor een milieuvriendelijke verwerking.
• Defecte of uitgewerkte accu’s of batterijen dient u in te leveren bij uw plaatselijk depot voor klein chemisch afval of bij de speciaal daarvoor bestemde batterij inzamelpunten. Gooi lege accu’s of batterijen nooit bij uw huishoudelijk afval. 14 Verklaring van conformiteit Het toestel voldoet aan de essentiële voorwaarden en voorzieningen zoals omschreven in de Europese richtlijn 1999/5/EC. De verklaring van conformiteit is beschikbaar op de website WWW.FYSIC.
15 SPECIFICATIES Netwerk: EGSM900 / GSM900 / DSC1800 SAR: 0.114W/kg / 0.099W/kg Afmetingen: 88 x 55 x 20mm (ingeklapt) Accu: Li-ion, 3.7V 750mAh Stand-by tijd: tot 250 uur (afhankelijk van netwerk) Spreektijd: tot 500 minuten (afhankelijk van hoe de telefoon is ingesteld en wordt gebruikt) Gewicht: 95gr (accu incl.
16 INHOUDSOPGAVE 1 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 1.1 Belangrijk .................................. 3 1.2 Waarschuwingen ....................... 4 1.3 Leveringsomvang ...................... 8 1.4 Aanwijzingen voor het afvoeren 9 2 FUNCTIEBESCHRIJVING 2.1 Telefoon....................................11 2.2 Druktoetsen ............................. 12 2.3 Displaysymbolen ..................... 17 2.4 Indicatielampje ........................ 20 3 INSTALLEREN 3.1 SIM kaart en accu ................... 21 3.
3.4 Accu vervangen ...................... 27 3.5 Headset ................................... 28 4 WERKING 4.1 Toestel inschakelen/ uitschakelen ............................ 28 4.2 Nummer kiezen ....................... 30 4.3 Uit geheugen kiezen ............... 31 4.4 Oproep aannemen .................. 31 4.5 Kiezen uit de bellerslijst........... 32 4.6 Functies tijdens telefoneren .... 33 4.7 Ontvangstvolume .................... 35 4.8 Noodoproep ............................ 35 5 BELLERSLIJST 5.
6 TELEFOONBOEKGEHEUGEN 6.1 Nieuwe contacten toevoegen .. 43 6.2 Contacten zoeken en bellen.... 46 6.3 Opties ...................................... 47 6.4 Menu Telefoonboek openen .... 49 7 SMS BERICHTEN 7.1 SMS Menu openen ................. 52 7.2 Nieuw SMS bericht opstellen en verzenden ........... 53 7.3 SMS berichten lezen ............... 56 7.4 Verzonden SMS ...................... 59 7.5 Ontwerpen............................... 60 7.6 Voicemail ................................. 61 7.7 SMS instelling ..
8 CALCULATOR 8.1 Menu openen .......................... 66 8.2 Rekenen .................................. 67 9 ALARM 9.1 Menu openen .......................... 69 9.2 Alarm instellen......................... 69 9.3 Werking ................................... 72 10 RADIO 10.1 Menu openen......................... 73 10.2 Telefoneren tijdens radio luisteren........................ 74 10.3 Radio bedienen ..................... 75 11 PROFIELEN 11.1 Menu openen ......................... 78 11.
12 INSTELLINGEN 12.1 Menu openen......................... 84 12.2 Menu [Telefoon] ..................... 85 12.3 Menu [SOS instellen] ............. 89 12.4 Menu [Oproep]....................... 90 12.5 Menu [Netwerk] ..................... 91 12.6 Menu [Beveiliging] ................. 92 13 GEBRUIK EN ONDERHOUD 13.1 Veilig gebruiken ..................... 95 13.2 Kleine kinderen ...................... 95 13.3 Storing ................................... 96 13.4 Omgevingscondities .............. 96 13.
14 VERKLARING VAN CONFORMITEIT ................... 100 15 SPECIFICATIES ................... 101 16 INHOUDSOPGAVE .............. 102 17 GARANTIE ...........................
17 GARANTIE Op de Fysic FM-9500 mobiele telefoon heeft u een garantie van 24 maanden na aankoopdatum. Wij garanderen gedurende die periode de kosteloze herstelling van defecten ontstaan door materiaal- en constructiefouten. Een en ander ter uiteindelijke beoordeling van de importeur. HOE TE HANDELEN: Bemerkt u een defect, raadpleeg dan eerst deze gebruiksaanwijzing.
DE GARANTIE VERVALT: Bij ondeskundig gebruik, foutieve aansluiting, lekkende en/of verkeerd geplaatste accu’s, gebruik van niet originele onderdelen of toebehoren, verwaarlozing en bij defecten ontstaan door vocht, vuur, overstroming, blikseminslag en natuurrampen. Bij onbevoegde wijzigingen en/of reparaties door derden. Bij onjuist transport van het apparaat zonder geschikte verpakking en indien het apparaat niet vergezeld is van dit garantiebewijs en de aankoopbon.
Iedere verdere aansprakelijkheid, met name voor eventuele gevolgschade, is uitgesloten. Wij behouden het recht voor van technische en formele aanpassingen voor verbetering en verdere ontwikkeling van het product.
Service Help Aziëlaan 12 ‘s-Hertogenbosch WWW.HESDO-SERVICE.NL INFO@HESDO-SERVICE.NL +31 (0) 73 6411 355 v1.